Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BEKERINGSWEG VAN HOOP

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BEKERINGSWEG VAN HOOP

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

Aan het slot van het vorige artikel betoogden we dat de bekering een vrucht is van Gods werk. Dat is geen werk van een ogenblik, maar het groeit. Zo ging het ook bij Hoop.

Eerst werd het donker. In 1000 bekeringen vindt men dit. Ergens raakt de mens ten einde raad met zijn rede, wil en gevoel. Dan wordt de hoop op de eigen werken en de eigen gerechtigheid afgesneden. Daar komt plaats voor Christus. Hoop hoort voor het eerst, met toepassing op hemzelf, van de Heere Jezus. Hij weet er echter voorlopig geen weg mee. De boodschap klinkt hem vreemd in de oren. Zou hij zich als een andere Naaman moeten wassen in de wateren van deze Jordaan? Toch, geen andere weg ontsluit zich voor hem. Hij wordt ten volle overtuigd daarvan, dat er een Jezus was. Maar dan komt de vraag naar de gewilligheid van Jezus om juist Hoop te behouden. Wat volgt er dan? Een zeer ontroerende toespraak? Een dreunend beroep op de wil? De nuchtere raad om het te beproeven. Daar zit in de reformatorische prediking een geweldig stuk nuchterheid. De stemmingen van de fijne stylist onder de sprekers van de protestantenbond, het zondaarsbankje met het zwoele handgeklap en * bazuingeschetter van het Leger des Heils, de dwingende logica van de Kuyperiaanse verbondsleer vormen daar een storend element. Het enige wat de reformatorische bevindelijke prediking beoogt is: ruimte laten voor het werk Gods, daarheen wijzen als Johannes de Doper naar het Lam Gods. Het is merkwaardig zo nuchter als deze prediking blijft, bij alle warmte der ziel. Je moest het toch maar eens beproeven, zegt Getrouw. Hij zegt niet: je moet in de Zaligmaker geloven, want ge zijt een verbondskind. Hij zingt niet een onophoudelijk refrein voor de oren van Hoop: Neem Hem aan. Neem Hem aan. Neen, alleen dit: Je moest het maar eens proberen. Alle godsdienstige mensen stoten zich aan deze nuchtere stijl. Maar de geestelijke mens verstaat ze en past ze toe. Bij de ware kinderen Gods vindt men deze stijl gedurig. En als men de evangeliën leest krijgt men dan de indruk, dat de Apostel Paulus zulke fijne stemmingen weet op te wekken of met muziek voorop, het onderste van de mens prikkelt en in beroering brengt? Of is hij een wilsprediker bij uitstek? Men vindt bij hem de nuchtere prediking van de twee wegen.

En is het bij de Heere Jezus anders? Meen echter niet, dat deze prediking zonder spanning is. Doch deze wordt bewaard voor ontladingen naar een of andere richting door de vaste zekerheid, dat alles in Gods hand eeuwig vast ligt. Wij hoeven geen mensen te bekeren. Dat doet God. Wij hebben alleen boodschappers te zijn van goede tijding. Met al de warmte, met al de logica en met al onze krachtige

appèls, doch vastgebonden in de nuchtere wetenschap: Gods Raad zal bestaan.

Dat is maar makkelijk, zegt iemand! Dan weet hij er niets van. Doch hoe zou hij ook? De natuurlijke prediker: gnosticus, Marceoniet, Ariaan, Pelagiaan, remonstrant of wie ook, begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn. Zou ik tot Jezus mogen gaan? vraagt Hoop. Je bent er toe genodigd, zegt Getrouw. Hier hebt ge de Bijbel, daar kunt ge de uitnodigingen zelf in iezen. Hoop: Wat moet ik dan doen? Getrouw: Op je knieën van ganser harte de Vader smeken of het Hem behagen mocht de Zoon in u te openbaren. Alles preekt in onze dagen: „Geloof maar en neem maar aan".

De mens wordt in het middelpunt gezet. De mens kan geloven en kan willen en kan alles. En daar komt nu deze ouderwetse prediking en zegt: Ik zou de Vader maar eens bidden of het Hem behagen mocht. Zo staat hier niet de mens, maar God in het middelpunt. Wat moet van deze God geboodschapt worden? Dat Hij het ganse jaar op een troon zit om zondaren te vergeven en om genade te bewijzen aan allen, die tot Hem komen.

De boodschap is dus niet, dat God op Zijn troon zit om genade te bewijzen aan uitverkorenen. Let hier op. God heeft beloofd, dat Hij genade wil bewijzen aan allen die komen. Weliswaar zullen alleen de uitverkorenen komen, doch dan is het komen juist een vrucht van de trekkende genade Gods in de harten der uitverkorenen. Als dus iemand lust heeft om die Christus te kennen en genade te vinden door Hem: laat hij komen en laat hij bidden. Hij wordt uitgenodigd. Hij moet niet komen omdat hij uitverkoren is of lust daar in heeft, maar omdat hij een zondaar is en geholpen zou willen worden. Wat mag dan zo iemand, die Jezus Christus nodig heeft gekregen, bidden? Dit: „O God wees mij zondaar genadig! Geef mij, dat ik Jezus Christus mag kennen en in Hem geloven, want ik gevoel, dat ik zonder het geloof in zijn gerechtigheid eeuwig verloren ga. Heere, ik heb gehoord, dat Gij een barmhartig God zijt en dat Gij gewild hebt, dat Uw Zoon Jezus Christus de Zaligmaker der wereld zou zijn, ja, dat Gij zelfs bereid zijt Hem te schenken aan een zo arme zondaar als ik ben. Heere, ik ken mijn zonden. Laat Uw gerechtigheid mijn deel zijn en verheerlijk Gij Uw genade in de verlossing van mijn ziel, door Jezus Christus, Uw lieve Zoon, Amen."

Hier zit toch wel iets in van een overrompeling van de mens. Wat moet ik doen? Geloven? Wat geloven? Dat er een Jezus is en dat God de Vader deze aan zondaren wil openbaren en schenken. En dan? Er op uit trekken om aan deze Jezus deel te krijgen, d.i. God bidden. De meeste lezers zullen het met deze reformatorische prediking van harte eens zijn. Als zij dan maar niet vergeten als een wijze te handelen. Maar licht zijn er ook, die zich afvragen of dit nu wel een bijbelse zieleleiding is, die Getrouw geeft. Had hij niet meer op geloof moeten aandringen? Zo in deze vorm: Man, wat ben je toch een ongelovige. 't Is toch zo'n geweldige zonde, dat je niet gelooft. Neem het toch aan. Laat de Heere toch niet langer wachten. Velen houden dit voor de echt-evangelische prediking. Ik niet. Deze overrompeling van de mens, deze verheffing van des mensen krachten kent de bijbelprediking niet. als ik het goed zie. Daar is veel meer sprake van: zoekt de Heere. Daar leert men veel meer van de noodzakelijkheid, dat Christus geopenbaard wordt en van de onmogelijkheid aan 's mensen kant.

Als dan ook de rijke jongeling bij Jezus komt, is daar geen sprake van: geloof toch en neem toch aan. Dit vinden we evenmin bij Nicodemus. Ook niet bij de Samaritaanse vrouw. Nog minder bij de mannen uit Lucas 9. De noodzakelijkheid van Gods werk is een opmerkelijke lijn in het evangelie. Men vindt ze in deze prediking terug. Men vindt die lijn buiten de gereformeerd-bevindelijke prediking zelden of nooit terug. Wel vindt men daar soms een verdwaalde schreeuw, dat God het moet djen. Doch een verdwaalde schreeuw is niet in overeenstemming met de dikke lijn die door het evangelie heenloopt en deze noodzakelijkheid van Gods werk in het middelpunt der aandacht zet. Wat heeft toen Hoop gedaan? Hij heeft veel gebeden. Daar was een Jezusnood, hoewel hij Jezus niet kende. Hoe zou een mens werkelijk in Jezus kunnen geloven, die Hij niet kent? Alle verkeerde opvattingen over geloof en bekering komen daaruit voort, dat men aan 's mensen vermogen, — al of niet onder een gereformeerde belijdenis bedekt — meer toeschrijft dan geloorloofd is. Daar is maar één geloof, dat rechtvaardigt en zaligt. Het is 't geloof, dat de geopenbaarde Christus meebrengt. Het is een Gave Gods en niet een werk van de mens. Dat onderscheid wordt tegenwoordig te weinig verstaan. L. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 juli 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE BEKERINGSWEG VAN HOOP

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 juli 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's