Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Yad HaShmona, een moshav voor messiasbelijdende joden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Yad HaShmona, een moshav voor messiasbelijdende joden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Yad HaShoma is een messiaans-joodse nederzetting in de heuvels tussen Jeruzalem en Tel Aviv. De moshav, in 1971 opgericht door Finse christenen, fungeert als een belangrijk centrum voor conferenties van messiasbelijdende joden en evangelisch-protestantse christenen die in Israël wonen. Naast een gastenhuis kent het bijbels koosjere Yad HaShmona een meubelfabriek en een bijbelse tuin. Een van de oogmerken van de moshav is „het samenwonen door de genade van God en het laten zien van vergeving aan elkaar.

De Finse christenen die Yad HaShmona in 1971 oprichtten, moesten drie jaar wachten voordat ze een plaats hadden gevonden om zich te vestigen. Aan het einde van de jaren zeventig arriveerden de eerste Israëlische messiasbelijdende joden. Momenteel zijn er zelfs meer Israëliërs dan Finnen in Yad HaShmona. Tot de bewoners behoren diverse gemengde (joods-christelijke ofwel Israëlisch-Finse) echtparen met hun kinderen. Tegenwoordig wonen er ongeveer honderd mensen in Yad HaShmona. Dertig van hen zijn leden van de moshav; de anderen zijn kinderen en vrijwilligers.
De leden van de moshav integreren zich in de samenleving. De kinderen gaan naar scholen in Jeruzalem. Als ze ouder worden, dienen ze in het leger. Ze hebben de keus of ze wel of niet in Yad HaShmona willen blijven.

Privé-bezit
Elk jaar kiezen de leden van de messiaans-joodse nederzetting een andere secretaris. Dit jaar viel de eer te beurt aan Itai Meron. Samen met vier anderen die het bestuur vormen, is hij verantwoordelijk voor de bijzondere nederzetting in de Judese heuvels tussen Jeruzalem en Tel Aviv. Meron doet zijn werkzaamheden als secretaris naast die voor het gastenhuis.
Dat Yad HaShmona geen gewone joodse moshav (coöperatieve nederzetting) is, blijkt al snel tijdens een gesprek met Itai Meron. In het kantoor van het gastencentrum zegt hij: „Wij zijn hier om de gelovigen in het land te dienen.
Een moshav kent privé-bezit, maar beoogt een belangrijke mate van samenwerking. In Israël zijn ook vele kibboetsen gesticht, collectieve nederzettingen waar geen particulier bezit bestaat. Of bestond, beter gezegd, want de tijden veranderen. In Yad HaShmona hebben de leden ook eigen bezittingen, zoals een auto. Maar de woningen zijn en blijven het eigendom van de moshav. „We gaan in de praktijk verder dan vele kibboetsen, zegt secretaris Itai Meron, „want in de kibboets dringt het particuliere bezit steeds verder op.
De naam Yad HaShmona betekent Teken van de Acht. De naam herinnert aan de acht joden in Finland die tijdens de Holocaust werden uitgewezen. Zeven ervan kwamen om in concentratiekampen. De enige overlevende vestigde zich in Israël. De Finse stichters wilden de acht gedeporteerden herdenken door een nederzetting naar hen te vernoemen.

Landelijk centrum
In de conferentiezaal spreekt veteraan Salo Kapusta een groep katholieke christenen uit Frankrijk toe in het Hebreeuws. Zijn vrouw Olga vertaalt vloeiend in het Frans. Daarna neemt zij plaats achter de piano en zet een melodietje in. Salo ziet met behulp van brede gebaren kans de groep snel een liedje in het Hebreeuws aan te leren.
Yad HaShmona is in trek bij pelgrims. Gewoon om even te kijken en een maaltijd te nuttigen in het restaurant. Of om voor langere tijd te verblijven in het gastenhuis. Dat bestaat uit een houten hoofdgebouw met een receptie, kantoren en een conferentieruimte en huisjes eromheen. Het gastenhuis heeft 42 nieuwe en 23 oude kamers. De meeste gasten zijn toeristen uit vooral Finland, Duitsland en de Verenigde Staten. De oude kamers worden nu gebruikt door studenten van het Masters College uit het Californische Santa Clarita, die een gevarieerd lesprogramma van een aantal maanden in Israël volgen. De rest van het jaar staan de oude kamers voornamelijk leeg.
Salo Kapusta heeft met eigen handen veel van de huisjes opgebouwd. Maar nu heeft de moshav hem voor twee jaar de taak van de marketing toebedeeld. Hij reist naar het buitenland om over Yad HaShmona te spreken en christenen aan te moedigen daar hun vakantie door te brengen. Ook vertegenwoordigt hij zijn dorp onder de Israëliërs.
Yad HaShmona is ook een belangrijk centrum voor conferenties van messiasbelijdende joden en evangelisch-protestantse christenen die in Israël wonen. De groepen zelf organiseren deze bijeenkomsten, die meestal op vrijdag en zaterdag vallen. De enige taak die Yad HaShmona heeft, is te zorgen dat de kamers in orde zijn, dat de koffie en cake klaar staan, dat de maaltijden goed zijn en dat er eventueel voor muziek wordt gezorgd. Tot de groepen die in Yad HaShmona hun conferenties beleggen, behoren onder andere messiaans-joodse congregaties en jeugdgroepen.
Zo was er in februari een muziekconferentie. Gelovigen uit het hele land presenteerden aan elkaar nieuwe Hebreeuwse liederen. Op deze wijze wordt het Hebreeuwstalige repertoire in de Israëlische messiaans-joodse congregaties steeds verder uitgebreid. Soms luisteren leden van Yad HaShmona naar een lezing of scharen ze zich onder de gasten.

Bijbels koosjer
„Dit is bijna de enige plaats waar de gelovigen bij elkaar kunnen komen, zo verklaart Itai Meron het succes van Yad HaShmona als groeiend nationaal centrum. „Als messiasbelijdende joden een hotel afhuren, is er kans dat het rabbinaat het kasjroet-certificaat van het hotel afneemt. Als een hotel dit certificaat verliest, zullen religieuze joden er niet meer willen eten of logeren, ongeacht of de keuken nog koosjer (volgens de joodse spijswetten) eten produceert of niet. Meron kwalificeert het eten in zijn keuken als bijbels koosjer, maar niet rabbinaal koosjer. Dat betekent bijvoorbeeld dat het eten niet onder de supervisie van rabbijnen wordt klaargemaakt. Maar de bezoekers zullen bijvoorbeeld zeker geen varkensvlees op hun bord krijgen.

Meubelfabriek
Naast het gastenhuis is de meubelfabriek een belangrijke bron van inkomsten. Deze bevindt zich direct bij de ingang. Israëliërs die de toonzaal bezoeken, hoeven dus niet het dorp in te rijden. De meubelmakerij heeft een omzet van omgerekend ongeveer 750.000 gulden per jaar. Er werken tien mensen, waarvan drie of vier vaste krachten. De rest bestaat uit vrijwilligers uit diverse Europese landen en Israël. Daartoe behoren ook mensen die het vak van het meubelmaken onder de knie willen krijgen. Het hout van Yad HaShmona wordt geïmporteerd uit Finland. Dat is om de uitstekende kwaliteit van het Finse hout en omdat er in Israël geen hout is dat geschikt is om meubels van te maken. De meubelfabriek kent allerlei klanten. Individuele kopers komen, maar ook mensen die de overheid of een instelling vertegenwoordigen. Ook leiders van kindertehuizen doen vaak bestellingen. „We hebben contact met vele kinderopvanghuizen, zegt Eli Bar David, de directeur van de werkplaats. „Ze willen hun huizen een warme stijl geven.

Bijbelse tuin
De leden van Yad HaShmona willen echter nog een andere attractie creëren. Een aantal mensen is bezig met de aanleg van een bijbelse tuin. Salo Kapusta brengt mij naar de heuvelrand waar deze wordt aangelegd. De tuin heeft betrekking op de Eerste-Tempel-periode (van 961 tot 586 voor Chr.). Waarom uit de tijd van de Eerste Tempel en niet de Tweede, waarover zoveel meer bekend is? „Dat is het hele idee, zegt Salo Kapusta. „Over de Tweede Tempel bestaat al zo veel. Er is nog maar weinig nadruk gelegd op de Eerste Tempel en daarom proberen wij dat te doen. In de tuin wordt het leven uit de Eerste-Tempel-periode nagebootst. De bezoekers moeten gaan zien hoe een huis er in de tijd van koning David heeft uitgezien, hoe de Israëlieten de landbouw bedreven, welke instrumenten ze gebruikten en hoe mensen werden begraven.
Kapusta voorspelt dat de bezoekers de Bijbel beter zullen begrijpen. De tuin wordt aangelegd met de hulp van deskundigen van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem en de Israëlische Oudheidkundige Dienst. De bewoners van Yad HaShmona hopen dat de tuin buitenlandse toeristen aan zal trekken en dat de tuin een attractie zal worden voor excursies van Israëlische scholen. „We gaan hier ook een grote tent neerzetten, waar de mensen s nachts kunnen slapen.

Niet bang
Kapusta is niet bang dat de Israëlische gasten weg zullen blijven omdat de bewoners van Yad HaShmona messiasbelijdend zijn. Hij signaleert bij de Israëliërs juist interesse om te weten wat messiasbelijdende joden beweegt. Er gaat geen week voorbij of ze worden wel door een groep bezocht. De bezoekers zijn bijvoorbeeld werknemers van banken, leerkrachten, en vrouwen die in verenigingsverband komen. De groepen zijn zowel seculier als religieus. Hoe reageren ze? „In elke groep zijn er twee tot vijf personen die... Kapusta maakt zijn zin niet af en maakt grommende en brommende geluiden. „Ze protesteren, maar in de meeste gevallen zorgt de groep zelf dat ze rustig blijven. De meesten zijn onder de indruk van wat we vertellen. We zijn geen zendelingen. Maar ze moeten begrijpen dat wij handelen naar wat we geloven. Sommigen van hen willen terugkomen in het hotel. Kapusta legt de Israëlische bezoekers uit dat joden die geloven dat Yeshua de Messias is, toch joods blijven.

Joodse identiteit
De joodse dimensie van het dorp wordt ook benadrukt door dr. Gershon Nerel. Nerel haalde zijn doctoraat aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem met een speciale studie over de geschiedenis van de messiaans-joodse beweging in Israël. Hij is tevens secretaris van de internationale messiaans-joodse alliantie in Israël. Hij zegt dat er onder de messiasbelijdende joden een trend bestaat om liturgische, theologische en organisatorische onafhankelijkheid te bereiken. Dat betekent onder meer dat zij terug willen keren naar het christendom uit de eerste eeuw, en dat zij zich niet gebonden weten aan de dogmas die later door de kerkvaders zijn ontwikkeld. Deze onafhankelijkheid vindt in Yad HaShmona zijn uitdrukking. „Wij zijn niet aan een denominatie gebonden, zegt hij. „Wij houden het Oude en het Nieuwe Testament, met de nadruk op het Nieuwe. Wij houden ons aan de bijbelse erfenis. We zijn pre-Constantijn en pre-Concilie van Nicea. Dat betekent in de praktijk bijvoorbeeld dat de zonen worden besneden, dat alle joodse feestdagen worden gevierd, dat de sabbat een rustdag is en de zondag een werkdag. De kerstboom komt in december niet in huis. „Ik vraag antwoorden van de kerk. Waarom eiste de kerk dat de joodse gelovigen met de besnijdenis zouden stoppen? Het is niet onze taak ons te rechtvaardigen. De kerk zou zich moeten rechtvaardigen. Deze zou uit moeten leggen en berouw moeten hebben over de heidense praktijken die het aannam.
De buitenlandse gasten die zien dat Messiaanse joden er een joodse levenspraktijk op na houden, reageren vaak enthousiast.

Roeping
De leden van Yad HaShmona hebben gedurende vele jaren vermeden hun roeping te definiëren. Maar als Salo Kapusta nu een doel zou moeten noemen, dan is dat „het samenwonen door de genade van God en het laten zien van vergeving aan elkaar.
„In onze tijd is het heel moeilijk samen te leven. Als je geen genade, liefde en vergeving kent, dan is het bijna onmogelijk als gelovigen twintig jaar lang bij elkaar te wonen. Ik woonde eens in een kibboets. Daar haatten ze elkaar. De bitterheid die in de mensen leeft is heel diep. Wij zijn hier ook geen heiligen, maar we leren elkaar wel te vergeven. De Bijbel zegt: vergeef elkaar, opdat je vergeving ontvangt. Dat is het geheim van het samenleven hier.
Op de vraag waarover de leden zoal van mening verschillen, maakt Kapusta een langgerekt „ooooh. Het kost hem geen enkele moeite voorbeelden te vinden. „De een zegt: we moeten met steen bouwen. De ander zegt: nee, we moeten met hout bouwen. De een zegt: we moeten hier de gasaansluiting maken. De ander zegt: nee, het moet twintig meter verderop. Men kan zelfs zeggen: je snor staat me niet aan. Als je niet in de Geest bent, kan alles verworden tot eindeloze discussies.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juni 2000

Terdege | 100 Pagina's

Yad HaShmona, een moshav voor messiasbelijdende joden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juni 2000

Terdege | 100 Pagina's