Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van het duurste hotel naar soep op de stoep

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het duurste hotel naar soep op de stoep

Gezichten van Bangkok

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een lichte verwarring maakt zich meester van de ijverige hotelportier als hij mijn stoffige en rafelige rugzak uit de kofferbak van de taxi hijst. Rugzakken worden niet vaak gesignaleerd in Dusit Thani, het duurste hotel van Bangkok. Maar ik heb hier toch echt gereserveerd en stap zelfverzekerd de rode loper van het chique hotel op, terwijl een tweetal mannen in traditioneel gestoken uniform licht buigend de glazen deuren voor me openen.

In de hal ben ik ineens Bangkok uit. Behalve het geklettter van een waterval, klinkt er pianomuziek en ruikt het er naar orchideeën en andere bloemen. Een receptioniste in zijden uniform knikt instemmend als mijn naam op het computerscherm oplicht. Ze pakt de sleutel en gaat me met deftige tred voor naar de lift.

Onwennig volg ik haar door de gangen van het grote, statige hotel, dat door z'n smaakvolle inrichting respect afdwingt. Ik ben dit soort hotels duidelijk niet gewend. De receptioniste moet het woord "butlerservice" drie keer herhalen voor ik begrijp van welke dienst ik gebruik kan maken.

Weer alleen in mijn "Deluxe"-kamer krijg ik regelmatig bezoek van een meisje of de butler, die bosjes orchideeën, lotussen of potjes thee voor me op een marmeren tafeltje neerzetten.

Badjas
In de badkamer durf ik nauwelijks geluid te maken, bang om weer een verrassing aan de deur mis te lopen. Toch neem ik een bad (ik had ook een douche kunnen nemen, of aan een van de twee wastafels kunnen gaan staan spatten), terwijl ik alle uitgestalde attributen met belangstelling opneem.

Zo zijn er verschillende flacons en pakjes met zeep, shampoo, crèmes en andere smeersels. Er is een föhn, een badjas, slippers, een doos zakdoekjes en een flinke stapel handdoeken. Natuurlijk klinkt er weer een "ding-dong" als ik net in het volgelopen bad zit. Nieuwsgierig naar weer een surprise stap ik kletsnat uit de warme kuip en doe open. Er is niemand. De bel moet naast me in de kamer hebben geklonken.

Terug in bad stel ik me voor hoe verschillende, vooral onervaren hotelgasten allemaal menen dat hun bel wordt geluid. Ze doen allemaal tegelijk open, druppelend van badwater, om enkel elkaar te zien en nog net wat gele blaadjes van een fris boeket, dat in een geheel andere kamer verdwijnt.

Landgenoot
Dusit Thani betekent "stad in de hemel". Jammer dat men de hemel erbij haalt, maar een stad is het zeker. Het uit 1970 daterende complex bevat een groot aantal kamers en suites, een achttal restaurants, winkels, een discotheek, bibliotheek en nog veel meer.

Assistent-manager van Dusit Thani is Mark van Ogtrop, een in Hilversum geboren landgenoot. Van Ogtrop vertelt trots over 'zijn' hotel, dat door gezaghebbende bladen tot de beste ter wereld gerekend wordt. Vanwege de lage lonen kunnen veel arbeidskrachten worden ingezet, legt de Nederlander uit. En dat leidt uiteindelijk tot meer service. In het hotel werken zo'n 1100 mensen. De afdeling Bewaking telt al meer dan 50 man personeel.

Karakter
Een belangrijk verschil met andere top-hotels is het Thaise karakter „Ga je naar de Hyatt in Jakarta of Singapore, waar zit je dan?", zegt van Ogtrop. „In een hotel, ja, maar dat zou overal ter wereld kunnen zijn." In Dusit Thani zorgen de verfijnde aankleding en het vriendelijke, alom aanwezige personeel er wel voor dat je echt in Thailand zit. Althans: in een duur stukje Thailand.

Mijn kamer, een "Deluxe", kost zo'n 400 gulden per nacht. Maar je kan ook een "Landmark Deluxe" nemen van 500 gulden, of een suite variërend van 800 tot 2700 gulden voor een nacht. De prijzen in de restaurants zijn ook niet mis.

Een klein gebakje met een aardbei kost al gauw een tientje, ongeveer het dubbele of soms drievoudige van een complete avondmaaltijd net buiten het hotel, maar aan een formicatafeltje gewoon op straat.

Zakenmensen
Wie zouden zich zo'n verblijf kunnen permitteren, vraag ik me af als ik door de met tapijten, marmer en tropisch hardhout behangen en betimmerde gangen en zalen van het hotelcomplex dool. Vooral veel zakenmensen, zegt van Ogtrop, en verder wat toeristen uit de VS, Japan en Zuid-Europa. Nederlanders vertoeven er nauwelijks.

„Die zitten niet in tophotels, die gaan altijd net daaronder zitten", verklaart de manager. „Dat zal de Hollandse mentaliteit wel zijn." Ik zie op mijn tochten door het met pluche en spiegels aangeklede doolhof inderdaad veel in dure pakken gestoken mannen, gekluisterd aan hun draagbare telefoon als een baby aan een speen.

Maar in het Chinese restaurant zie ik plotseling een verlopen man achter de zilveren schalen opduiken, met woest haar en een honkbalpetje op. Hij is ongeschoren en z'n morsige Tshirt hangt van achteren nonchalant uit z'n broek. Een popster? Misschien, maar het zou ook een kennis van de manager kunnen zijn, net als ik... In de lift ontmoet ik prompt twee Nederlanders die opmerken „dat we vast te zwaar zijn", als de lift halsstarrig z'n deuren niet wil sluiten.

Vrije val
Terug op mijn kamer zie ik dat er weer iemand langs geweest is. Het bed is opnieuw opgemaakt, er ligt een orchidee op het kussen en een kaartje met "good night". De volgende dag stel ik mijn vertrek zo lang mogelijk uit, lees de twee voor mijn deur neergelegde Engelstalige kranten en bel de butler voor een kannetje thee.

Maar dan is 't afgelopen. Ik verlaat het stilte-eiland in de woelige, lawaaierige stad en ga in de wijk Banglampoo op zoek naar een slaapplaats die wat beter bij mijn begroting past. In mijn vrije val uit de superluxe sferen is het de komende dagen (en vooral nachten) niet alleen geducht wennen aan de sobere en luidruchtige accommodatie; in Kao Sanroad ben ik ook subiet uit Thailand verdwenen.

Hotelletjes en restaurants worden hier bijna uitsluitend bevolkt door westerlingen. Op de menukaart staat muesli met yoghurt, hamburger of pannekoeken met banaan. Kao Sanroad betekent "rijststraat", maar "patatstraat" zou nu beter passen. De straat wordt ook wel "freakstreet" genoemd, vanwege het hoge aantal rugzaktoeristen en hippies die hier, al dan niet met lange haren, sandalen en kettingen, ontspannen achter een milkshake wegdromen.

Kao Sanroad is niet voor niets zo populair. In het tamelijk dure Bangkok herbergt de straat zo'n vijftigtal zeer goedkope "guesthouses", waar de gast voor nog geen vijf gulden de nacht kan doorbrengen. De sobere en Spartaanse omstandigheden maken velen niets uit, gewend als ze zijn aan lange reizen in de Oriënt, waar de omstandigheden vaak nog veel ongunstiger zijn.

Thaise soep
Freakstreet is ook prettig als toeristisch vangnet voor de aarzelende reiziger die Thailand voor het eerst bezoekt en met een wit neusje al vast een beetje aan 'het oosterse' ruiken kan. Maar dan ook echt een beetje; wat verkeersgetoeter, luchtvervuiling, hitte en de eerste muggebeten. Voor de rest is de voertaal Engels en schalt er rock-and-rollmuziek uit de luidsprekers.

's Avonds doden velen de tijd voor de beeldbuis, die luidruchtige knok- en griezelfilms biedt. Nee, ondanks verleidelijke fruitsalades en "fresh orangejuice no ice" sluip ik toch weg uit deze westerse enclave, naar een druk Chinees wijkje even verderop. In de blauwe walmen van het knetterende auto- en brommerverkeer zit ik op een wankel krukje en nuttig ik op straat voor een ruime gulden een hete, Thaise soep. Wat er allemaal in zit weet ik niet, maar het smaakt niet slecht.

Belangrijker vind ik het drukke gedoe om me heen. Ik ben weer terug in Thailand en er valt weer een boel te verbazen. Niet alleen voor mij. Ook de Thai naast me zien met stijgende verwondering hoe ik verstrooid nogal wat schepjes gestampte, hete pepers door de al vrij pittige soep roer, waarna ik in lichte ademnood weer terugvlucht naar Kao Sanroad.

En daar kan ik de verleiding niet weerstaan om toch nog een koele en vertrouwde "fruit-muesli with yoghurt" te bestellen. En als toetje neem ik een pannekoek met banaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 oktober 1994

Terdege | 80 Pagina's

Van het duurste hotel naar soep op de stoep

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 oktober 1994

Terdege | 80 Pagina's