Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE KERKELIJKE TUCHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE KERKELIJKE TUCHT

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(II)

Onder de besturenorganisatie van 1816 is niemand uit de kerk gezet om de prediking der waarheid. Naast de leugenleer liet men ook de zuivere evangelieverkondiging in de kerk toe. Wanneer het tot moeilijkheden kwam met de kerkelijke besturen dan ging het steeds om formele kwesties, om overtredingen van de bepalingen die in de reglementenbundel stonden.

Daarom gingen vele gereformeerde predikanten ook niet met de afscheiding mee. Zo was er iemand, die schreef: „Wij mogen ons niet afscheiden, het is grote zonde, ik zal wachten tot ik er uitgedreven wordt om de waarheid, maar niemand der Afgescheidenen is om de waarheid afgezet of vervolgd; de gereformeerde leer mag ik vrij en ongehinderd verkondigen; wij hebben de plicht om de kerk met het Woord der Waarheid te dienen in de prediging, belijdenis en beleving ervan als leraars en als leden der kerk, zolang ik het evangelie kan verkondigen, mag ik mijn gemeente niet verlaten."

Zo werd de scheur getrokken door de gereformeerde belijders. De ene groep meende te moeten heengaan, de andere meende te moeten blijven. De eerste groep was misschien op vele plaatsen gedwongen om afzonderlijk te gaan staan. Maar men had nimmer zich van de kerk moeten afscheiden. Men had moeten „doleren" in de zin van onze vaderen zoals ? e dat in de jaren vóór de grote Dordtse Synode hebben gedaan. Onze vaderen dachten zr niet aan om zich van de kerk af te scheiden. Maar ze voelden het wel als een plicht om zich voor een ogenblik af te zonderen. De vurige begeerte was er echter om zo spoedig mogelijk weer in de officiële kerk samen te komen.

Het kan in onze tijd ook droeve plicht wezen, om zich in een evangelisatie van het officiële kerkelijk leven af te zonderen, omdat dat officiële kerkelijk leven verworden is en de waarheid Gods niet meer gepredikt wordt. Maar dat men dan altijd het aangezicht gericht houde op de kerk. En dat men niet om kleine dingen zich afscheide van het officiële kerkelijk leven. Wanneer het echter gaat om de fundamenten des geloofs dan kan er een ogenblik komen, dat men moet gaan evangeliseren. Dat men dan zijn plicht verstaan mag. Dat men dan de broeders vergadere. Maar dat men dan niet vergete, dat de gereformeerde belijders de legitieme zonen van de kerk zijn en dat wij in de Hervormde Kerk thuishoren, krachtens de belijdenis van die kerk.

Onlangs schreef iemand een brief aan

mij over het evangeliseren. Men kan natuurlijk vanuit de verte de plaatselijke toestanden nooit zo zuiver beoordelen. Daarom antwoordde ik, dat men deze zaak nauwkeurig moest overwegen, omdat evangeliseren in de grond der zaak het oefenen van kerkelijke tucht is, tucht, die door gemeenteleden geoefend moet worden, daar de officiële kerkelijke instanties niet optreden. Maar, zo ging ik verder, wanneer men in de kerk niet meer bracht de waarheid Gods en wanneer de kerkeraad ook niet wilde toelaten, dat er predikanten in de kerk optraden, die die waarheid Gods wel verkondigden, dan kon het wel eens een dure plicht worden om naast de officiële kerk, die verworden is, samen te komen. Men heeft toen gezocht om in de kerkelijke weg een plaats in de kerk te krijgen. Toen dat niet lukte is men gaan evangeliseren in de hoop, dat men nog eens in de kerk der vaderen een wettige plaats zou krijgen.

Dit is ook het standpunt van Ds. Ledeboer geweest. Ds. Ledeboer was een fel tegenstander van de gezangen. Hij heeft dan ook op een Zondag de gezangenbundel met de reglementenbundel in zijn tuin begraven in veler tegenwoordigheid. Dat is ook de oorzaak geweest waarom hij in 1840 werd geschorst als predikant van Benthuizen, terwijl hij later werd afgezet. Al kwam hij buiten de Hervormde Kerk te staan, toch hield hij aan de oude vaderlandse kerk vast. En toen de afgescheidenen hem vroegen met hen mee te gaan, weigerde hij. Ja, toen die afgescheidenen vrijheid aan de regering vroegen om een Christelijk afgescheiden Kerk te mogen stichten, brak hij geheel met hen. Hij moet toen gezegd hebben: De grote kerk is onze kerk; als de waarheid daar weer verkondigd wordt, dan moet ge daarheen."

En in verschillende Ledeboeriaanse gemeenten. die later ontstaan zijn heeft toen lange tijd dit beginsel geleefd. Ja in sommige kringen voelt men nog duidelijk, ook al staat men buiten de Hervormde Kerk, dat die kerk der vaderen de kerk is waar men hoort.

Het is goed en nodig al deze dingen hier nog eens op te halen, opdat men toch goed zal verstaan hoe men in het kerkelijk leven heeft te staan. We leven in een zeer verwarde tijd. Er is in de kerk een eenheidsbeweging ontstaan, die de verschillen tussen de waarheid en de leugen zoekt te verdoezelen. Er is een middengroep ontstaan niet allereerst onder het kerkvolk, maar toch wel onder de leiders, die de scherpe kanten van de belijdenis afgeslepen heeft en die nu het kerkvolk opvoedt bij een prediking en een leer, die in volkomen strijd is met de gereformeerde belijdenis. Daartegenover hebben wij als gereformeerde belijders stelling te nemen. Als we maar niet vergeten, dat de grote kerk onze kerk is, dat de Heere ons daar een plaats gegeven heeft en dat we daar de strijd hebben te voeren.

Daarom zullen we er ook op moeten aandringen dat de gereformeerde belijdenis gehandhaafd worde in het kerkelijk leven en telkens op de poort van de synode moeten kloppen om haar te wijzen op haar plicht en roeping. En niet alleen op de poort van de synode, maar ook de poort van iedere kerkeraad en elke meerdere vergadering. We moeten uit onze lauwheid ontwaken en onze hoge roeping en onze dure plicht verstaan. Dat zal strijd geven. Maar dat kan niet uitblijven. Dat is niet erg ook. Een valse vrede is veel erger dan een goede strijd. Laten toch alle gereformeerde belijders in de verschillende gemeenten zich aaneensluiten en doen wat hun hand vindt om te doen.

A. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 november 1951

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE KERKELIJKE TUCHT

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 november 1951

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's