Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verkiezing van kerkeraadsleden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verkiezing van kerkeraadsleden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3)

Wie zijn er wettig door de gemeente gekozen?

In een vergadering die door de kerkeraad is vastgesteld, worden de stemgerechtigde leden opgeroepen om te komen stemmen. Deze vergadering moet geschieden met de aanroeping van de Naam des Heeren. De kerkeraad heeft tevoren aan de gemeente medegedeeld wie er op het dubbel-getal zijn gesteld: uit het dubbel-getal moet dan de helft gekozen worden.

Een dubbel-getal is niet hetzelfde als een dubbeltal. Bij een dubbeltal stelt men tweetallen, uit wie er dan telkens één gekozen moet worden. Wanneer er b.v. 3 kerkeraadsleden gekozen moeten worden, wordt door de kerkeraad apart A tegenover B, C tegenover D en E tegenover F gesteld. Dan wordt er eerst gestemd over het eerste tweetal, daarna apart over de andere tweetallen. Maar deze wijze van verkiezen wordt in art. 22 van de D.K.O. niet bedoeld.

De kerkeraad moet een dubbel-getal stellen, d.i. tweemaal zoveel personen als er nodig zijn. Als er drie kerkeraadsleden nodig zijn om gekozen te worden, moeten door de kerkeraad zes personen worden genoemd die alfabetisch op één lijst zijn vermeld. De stemgerechtigde leden hebben dan geheel de vrijheid welke drie zij uit dit zestal verkiezen.

Ook de vroegere Synoden van onze Gereformeerde Gemeenten hebben dit nog eens benadrukt. Tevens dat dit dubbel-getal des zondags voor de stemming aan de gemeente bekendgemaakt moet worden door aflezing van de kansel.

Ook dat er alleen gestemd mag worden door de aanwezige mansleden. Zij die er niet zijn, mogen tevoren geen stembriefjes inleveren, want dan is de stemming niet meer geheim en bovendien kan dit moeilijkheden geven wanneer er herstemmingen moeten plaatsvinden. De stemming moet altijd geheim blijven en nimmer mag er aan de stemmers, om welke reden dan ook, gevraagd worden op wie er is gestemd.

Wat de vraag betreft wie er gekozen zijn, moeten we uitgaan van het aantal ingeleverde wettige stembriejjes, dus niet van het aantal stemmen dat op deze brieQes gezamenlijk op een persoon zou zijn vermeld.

De voorzitter moet eerst vaststellen hoeveel wettige stemhrie£es er zijn binnengekomen. Degene die gekozen is, moet vermeld zijn op meer dan de helft van het aantal wettige stembrieQes.

En wel bij een even getal de helft + een. Bij een onevengetal de helft + een half Wanneer er 60 wettige stembrieljes binnengekomen zijn, is dit dus 30+1=31. Wanneer er 61 stembrieQes zijn:30V2+V2=31 stemmen. Belangrijk is altijd welke de wettige stembriefjes zijn die geteld moeten worden. Want onwettige stembriefjes moeten er eerst afgetrokken worden. Zo mogen niet meegeteld worden blanko stembriefjes waarop in het geheel niet is gestemd. De kerkeraad heeft opgeroepen om te komen stemmen en die in het geheel niet stemt voldoet niet aan de eis waarom deze vergadering is samengeroepen; hij had wel thuis kunnen blijven.

Bij een meervoudige stemming, een stemming waarin tegelijk meer personen moeten worden gekozen, zijn ook die briefjes ongeldig waarop meer personen staan dan de helft. Wanneer er 3 kerkeraadsleden moeten gekozen worden, maar er staan 4 namen op, dan is dit briefje geheel ongeldig en moet dan van het totaal van de briefjes worden afgetrokken.

Wanneer er echter in plaats van 3 namen maar 2 namen worden vermeld van de personen die door de kerkeraad op het dubbel-getal zijn vermeld, dan is het altijd de oude kerkrechtelijke gewoonte geweest dit briefje wel als geldig te accepteren.

Vanzelf zijn ook die stembriefjes ongeldig waarop andere personen zijn vermeld dan degenen die door de kerkeraad op het dubbelgetal zijn vermeld.

Wanneer er gestemd moet worden over één persoon, één kerkeraadslid of over een te beroepen predikant, dan is de stemming wel zeer eenvoudig wat betreft de meerderheid. Nu kan het voorkomen dat beide personen hetzelfde aantal stemmen hebben. Dan moet er nog een tweede stemming plaatsvinden. Staken de stemmen dan weer als beiden een gelijk aantal stemmen hebben gekregen, dan beslist het lot of wordt geacht dat de oudste in jaren is gekozen (synode van 1959 te Utrecht). Bij het aanwijzen door het lot moet altijd het gebed voorafgaan. Wat betreft de andere mogelijkheid van de oudste in jaren, dit is gewoon wie de oudste in levensjaren is en niet wie de meeste ambtsjaren heeft vervuld. De kerkeraad is vrij welke keuze men dan doet. Toch is het raadzaam dat de kerkeraad tevoren meedeelt welke van de 2 manieren er zal worden gevolgd; ook dat door de kerkeraad steeds eenzelfde gedragspatroon wordt gevolgd, dit om partijdigheid te voorkomen.

Bij een meervoudige verkiezing, dus als er meerdere personen tegelijk moeten gekozen worden, kan de zaak wat meer ingewikkeld zijn. Bij een eerste verkiezing kunnen er zich 3 gevallen voordoen. Wanneer er b.v. van de 10 kandidaten 5 met meerderheid worden gestemd, is de zaak beslist. Nu kan zich het geval ook voordoen dat er 6 met meerderheid worden gekozen, dan zijn alleen die 5 gekozen die van de 6 personen de meeste stemmen hebben verkregen.

Maar het geval kan zich ook voordoen dat er bij de eerste stemming minder gekozen zijn dan nodig is. In bovengenoemd geval bv. maar 3 inplaats van 5, er moeten er dan nog 2 gekozen worden. Een nieuwe vrije stemming uit de overige gestelde kandidaten moet dan plaatsvinden d.w.z. in bovengenoemd geval uit de overige 7 kandidaten moeten er 2 gekozen worden. Nu kan het geval zich weer voordoen dat er na deze tweede vrije stemming toch nog één vacature overblijft. Dan is er geen derde vrije verkiezing meer mogelijk, maar moet de kerkeraad anders handelen. Als erbv. nog één vacature is, moet de kerkeraad een tweetal stellen waaruit dan door de vergadering er één gekozen moet worden. Welk tweetal moet er dan gesteld worden? Uit degenen die in de vorige stemming het hoogste aantal stemmen hebben gekregen (synode Utrecht 1959).

Nu is er echter in de achterliggende jaren wat verschil van werkwijze geweest. Soms ging men dan uit van de eerste vrije verkiezing, anderen van de tweede vrije verkiezing, soms telde men de beide verkiezingen bij elkaar op. Dit alles was niet bevorderlijk voor de goede gang van zaken. Op de laatste Generale Synode is deze zaak ook aan de orde geweest en deze Synode heeft nu beslist dat men als uitgangspunt de 2e vrije verkiezing moet nemen, gelijk dit ook in het burgerlijk-staatkundig leven de gewone gang van zaken is. Hiermede is ook voor onze gemeenten nu, in dit onderhavige geval een definitieve regel gegeven.

's-Gravenhage,

ds. K. de Gier.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1987

De Saambinder | 8 Pagina's

De verkiezing van kerkeraadsleden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1987

De Saambinder | 8 Pagina's