Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de uitleg van het laatste bijbelboek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de uitleg van het laatste bijbelboek

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het vraagstuk wordt hier ter sprake gebracht in het kader van een serie artikelen over christelijke toekomstverwachting, waarin met name de vraag aan de orde komt of we in het geloof een duizendjarig aards vrederijk hebben te verwachten.

Er is al heel wat geschreven over de uitleg van het laatste bijbelboek, de Openbaring van Jezus Christus aan Johannes. Het vraagstuk wordt hier ter sprake gebracht in het kader van een serie artikelen over christelijke toekomstverwachting, waarin met name de vraag aan de orde komt of we in het geloof een duizendjarig aards vrederijk hebben te verwachten (zoals het chiliasme of millenniarisme leert). Hét bijbelgedeelte dat hierbij aan de orde moet komen is Openbaring 20. Maar het is goed daarbij eerst te vragen naar de rechte sleutel tot interpretatie van de Openbaring. Enkele van de in de loop der eeuwen gehanteerde sleutel's zijn:

(1) de realistische methode. Alles moet letterlijk worden genomen. Zeven is zeven, een fiool is een fiool (drinkschaal), een draak is een werkelijke draak. Deze methode heeft als fundamenteel bezwaar dat geen recht wordt gedaan aan de eigen aard van dit bijbelboek. Zo wordt toch duidelijk visionaire taal gebruikt; telkens treft de inleiding 'en ik zag...' Wat voor Johannes' geestesoog ontsloten werd, is niet te vergelijken met de waarnemingen van een onderzoeker in een laboratorium. Er kan dan ook geen sprake zijn van een 'reportage-eschatologie', waarin de laatste dingen in keurige volgorde op een rijtje worden gezet, als zouden we het boek Openbaring mogen lezen als 'de krant van morgen'. Voor de onbevooroordeelde uitlegger is het duidelijk dat voortdurend met getallensymboliek wordt gewerkt. Trouwens, heel het boek wordt gekenmerkt door symbolische, poëtische, visionaire taal. In literair opzicht zijn de overeenkomsten met andere geschriften uit het genre van de apokalyptiek opmerkelijk, Zij die alles in het boek Openbaring willen 'verletterlijken', doen de teksten geweld aan. Zij respekteren de symbolische taal van het boek niet en kunnen zich niet aan zekere inkonsequenties onttrekken (hoe is bijv. de uitdrukking 'het lam, staande als geslacht' letterlijk op te vatten? )

(2) de kerk-of wereldhistorische methode. De Openbaring wordt dan gezien als programma van de geschiedenis. Allerlei gebeurtenissen uit vroeger en eigen tijd worden 'herkend' in de teksten. Omgekeerd worden de teksten 'geduid' als gedetailleerde voorzeggingen van ontwikkelingen in de eigen tijd of de nabije toekomst. Deze methode die eeuwenlang de meest gebruikelijke is geweest, doet geen recht aan het door en door eschatologisch karakter van het laatste bijbelboek. Zo zijn we bijv. in hoofdstuk 6 al bij het wereldeinde en niet ergens in de vierde eeuw. We kunnen niet een steeds groter aantal hoofdstukken als afgedaan, want afgewikkeld beschouwen. De Openbaring is geen kompendium van de kerkgeschiedenis. Bedoelde methode leidt ook tot grote willekeur. ledere uitlegger gaf weer zijn privé-interpretaties ten beste. Dit heeft er helaas toe geleid dat de gemeente de Openbaring nogal eens een gesloten boek laat blijven, omdat deze toch 'te moeilijk' zou zijn. Zeer tot schade van het geloofsleven in dit laatste der dagen!

(3) de litterair-kritische methode. Deze werkt bij voorkeur met behulp van bronnensplitsing. Het boek Openbaring wordt dan gezien als bijv. een christelijk geschrift met joodse invoegsels of een joods geschrift dat door christenen bewerkt is. Het gaat in deze benadering meer om het literaire document met de eventuele voorgeschiedenis daarvan, dan om het verstaan van de boodschap van het bijbelboek zoals het voor ons ligt. Bovendien wordt de eigen aard van het boek als deel van het door Gods Geest geïnspireerde Woord miskend.

(4) de godsdiensthistorische methode. De auteur zou teruggrijpen op allerlei oude, heilige tradities, onder andere uit Babel en van de Parsen. De uideg gaat dan veelal óp in het aanwijzen van dergelijke verbanden en het aanvoeren van allerlei parallellen. Op deze manier wordt echter een deelwaarheid verabsoluteerd. Niet te ontkennen valt dat er weleens beelden zijn in de Openbaring, die de eerste lezers herinnerden aan gebruiken uit sterren-of keizercultus en uit mythen uit het parsisme. Daarachter ligt dan een onthullende en ontmaskerende strekking: aan Christus is alle macht gegeven, niet aan de sterren of de zichzelf vergoddelijkende keizer.

(5) de spiritualistische methode. Dit is het radikale tegendeel van de realistische methode. Vanuit het juiste inzicht in het profetischvisionaire karakter van het laatste bijbelboek, wordt werkelijk alles 'vergeestelijkt'. Hier doet zich het gevaar van inlegkunde levensgroot voor: de symbolen mogen immers niet naar eigen believen worden ingevuld. Het is van betekenis zich voortdurend af te vragen: wat konden de christenen aan het einde van de eerste eeuw begrijpen, hoe is dit boek van toepassing geweest op hun situatie. De Heere spreekt in dit boek wel mede tot ons, maar dan toch niet over de hoofden en harten van de eerste adressanten heen!

(6) de tijdhistorische methode legt de overheersende nadruk op het laatstgenoemde gezichtspunt. Zo worden allerlei bedekte toespelingen gevonden op gebeurtenissen uit Johannes' eigen tijd. Betere kennis van die tijd zou dan als vanzelf óok leiden tot helderder exegetische inzichten. Dit gezichtspunt is inderdaad van veel belang. Al mag daarmee de betekenis van het boek voor alle tijden niet worden miskend - het profetisch karakter van de Openbaring doet het boek aktueel zijn voor christenen van nu.

(7) de rekapitulatie-theorie: de Openbaring is niet eén doorgaand relaas in chronologische volgorde - maar geeft telkens opnieuw een dwarsdoorsnede van de gehele periode tussen Christus' eerste, en tweede komst. Dit is een verhelderend inzicht. We moeten het dan wel niet zó zien dat er van een vermoeiende herhaling sprake zou zijn. Naast herhaling is er ook voortgang en variatie, er zijn verschillende intermezzo's. Prof. dr. William Hendriksen gaf in zijn commentaar 'Visioenen der Voleinding' (engels: more than conquerors) de treffende aanduiding: progressief parallellisme. (8) de eindhistorische of konsequent-eschatologische methode. Verreweg het grootste deel van het boek Openbaring gaat over de toekomst en wel de allerlaatste periode van de tijd. Ook dit is eenzijdig. Wat moesten de verdrukte christenen uit de éérste eeuw aan met een pakket informatie over ontwikkelingen in een min of meer ver verschiet?

Verantwoorde keuze?

Het zou intussen de lezer kunnen duizelen. In plaats van een passende sleutel tot de uitleg van het laatste bijbelboek, is een verwarrende sleutelbos op tafel gelegd. Hoe nu willekeur in de keuze van een methode te vermijden? Het is altijd gevaarlijk de uitleg van de Bijbel te onderwerpen aan een tevoren gekozen uitlegkundige (technisch gezegd: exegetische of hermeneutische) sleutel. Als het goed is worden onze schema's voortdurend gekorrigeerd door de exegese. Het gaat om lezen wat er staat en het Woord zelf aan het woord laten. Toch kunnen we onze winst doen met de goede gezichtspunten uit de genoemde benaderingswijzen. We gaan daarbij dan kritisch te werk, zonder ons aan éen bepaalde methode prijs te geven. We zijn gespitst op de vraag: wordt hier het Woord niet in een keurslijf gedrongen, is dit uitlegkundig inzicht een bril of een oogklep?

Handreiking

Van de hand van drs. J. J. de Heer is - nu ook in de nederlandse taal - een verhelderende uitleg van het boek Openbaring verschenen, onder de titel 'De overwinning van het lam'. (Amsterdam/Alphen aan den Rijn 1981). Hij gaat daarin ook kort, maar kernachtig in op de methode van uitleg. Enkele belangrijke gezichtspunten die hij ontvouwt zijn:

- het is bij de uitlegging van het boek Openbaring een voorname taak om op de verbinding met het Oude Testament te letten. Het boek wil blijkbaar een nieuwe, aktuele toepassing geven van de oudtestamentische profetieën.

- het boek Openbaring moet op dezelfde wijze worden uitgelegd als de boeken der profeten in het Oude Testament. Er worden woorden gesproken die bestemd zijn voor de eigen tijd en situatie. Maar de profeten verkondigen zulk een diep en krachtig Goddelijk woord dat het met eén vervulling niet uitgeput is... Zo is ook het boek Openbaring een profetie die niet éénmaal maar vele malen vervuld wordt... In deze zin is het boek Openbaring een boek dat betrekking heeft op de hele wereldgeschiedenis.

- maar we mogen het laatste bijbelboek zeker niét zien als een soort kalender, waarop de opeenvolgende tijdperken van de wereldgeschiedenis af te lezen zouden zijn.

Rectificatie In het zesde artikel van de serie 'Christelijke toekomstverwachting' in nr. 30 van ons blad komt een wat men noemt 'zinstorende drukfout' voor. Op de helft van de tweede kolom moet staan: het is niet willekeurig om vanuit 1 Kor. 15 : 24 terug te grijpen op Kol. 2 : 15.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 1982

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Over de uitleg van het laatste bijbelboek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 1982

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's