Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor onze militairen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor onze militairen

„WAT DOEN WE IN ONZEN VRIJEN TIJD?"

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zou ik daar een antwoord op mogen verwachten? En welk een antwoord?

Dat is in dienst het moeilijkste probleem, die vrije tijd. Daar weet ik van mee te praten. Wanneer een burger daar iets van besefte, dan zou zijn deur niet altijd gesloten blijven. Ik heb wel eens gehoord, dat toen onze bevrijders in Nederland kwamen, de menschen een bordje voor hun raam zetten, waarop geschreven stond: „Welcome". Dat was dus een uitnoodiging, die onze bevrijders ontvingen. Ik vind dat zeer prijzenswaardig. Ons volk staat om zijn gastvrijheid bekend. En toch...... waar zijn nu die bordjes gebleven? Of zijn onze eigen jongens niet „Welcome"? Dat wil ik niet veronderstellen, maar de geest die achter die bordjes zat, daar merk ik niet veel meer van. Ik weet wel dat we nu in een anderen tijd leven dan toen onze bevrijders kwamen. Toen was het de tijd van „Have You a cigaret for me?" (Heeft u een sigaret voor mij?) Die tijd hebben we gehad, en onze jongens hebben geen sigaretten voor ons.

Maar zijn de nooden van onze jongens minder dan van onze bevrijders? Neen lezer, ook onze jongens snakken naar een gezellig thuis. Iedereen zegt, dat de verleiding voor de militairen zoo groot is en wie zou dit durven tegenspreken?

Maar ik vraag u in allen ernst, wat doet ge hier tegen?

Is er in uw plaats van inwoning een garnizoen waar onze jongens vertoeven, welnu, dan rust op u de dure roeping en het is uw plicht, onze jongens aan uw tafel te noodigen. Zeker, dat brengt lasten mee, maar als u die te zwaar vallen, houdt dan ook uw mond dicht, over de groote verleiding, want eerlijk lezer, dan ligt dat u niet zoo zwaar. Breng onze jongens in de gezinnen. Ze zullen dit zeer waardeeren, en het kan hun voor velerlei uitspattingen en verzoekingen bewaren.

Veel is op dit gebied nog te doen. Breng ze op de jongelingsvereeniging en catechisatie. Gaat samen naar de kerk. Steun ze zooveel als in uw vermogen is. Ze behooren ook tot dat groote Huisgezin. Ze zijn er leden van, dus laat ze niet alleen loopen.

En nu jullie, jongens!

Wat voor antwoord geven jullie op de vraag? Bedenk het wel, dat we reizigers zijn naar een nimmer eindigende eeuwigheid. We zullen van al onze daden éénmaal rekenschap moeten geven. En nu is het niet het zelfde hoe we leven. Kom schrijf me eens hoe je je vrijen tijd doorbrengt. Is dat in de Cadi, bioscoop of danszaal? Je weet hoe ik over jullie denk. Niet beter dan een ander, maar wel anders. O, jongens waakt toch voor dat eerste stapje. Dat is het gevaarlijkste. Ben je eenmaal op dien weg, dan is het o zoo moeilijk om terug te keeren. Ik zou bijna zeggen, als de Heere er niet aan te pas komt, is het onmogelijk. En de wereld weet het zoo listig aan te leggen. We zijn toch jong en we moeten toch wat doen! Ik kan toch een heelen avond of een heelen Zondag niet alleen op mijn kamer zitten?

Maar onze plaats is ook niet in de Cadi, bioscoop of tooneelzaal. Daar hooren wij niet. Mag ik dan in de Cadi geen kop koffie drinken of een krant lezen? Als er geen andere gelegenheid is, ja dan wel. Maar verlaat deze dan zou gauw mogelijk. Is er een film of tooneelvoorstelling, ga er dan niet in, maar doe het dien avond dan eens zonder koffie of zonder krant. Vermijd zooveel als in je vermogan is, de plaatsen der ijdelheid. Want je bent jong en de Prediker zegt: „De jeugd en de jonkheid is ijdelheid." Zeg nu niet: ik weet wel hoe ver ik gaan kan, want dat is niet zoo. Voor je er erg in hebt, zit je in de strik en daar ben je zoo maar niet uit. De wereld danst en springt met rassche schreden naar haar einde, maar ze merkt het niet. Vertrouw niet op je eigen kracht of op de netheid en vroomheid van je kameraad. Neen jongens, blijf daar verre van en waag het niet één keer. Hoe menige jongeling is klein begonnen, maar heeft geen maat kunnen houden. Neen, ga niet redeneeren, want je probeert de zonde te verkleinen. Het wordt je zoo onschuldig mogelijk voorgesteld. Het is toch maar een oorlogsfilm, die vertoond wordt! Daar kunnen wij als militairen nog wel iets van leeren. Dacht je dat? Wat zal je dat bitter tegenvallen. Daar komt nog dit bij: Het blijft niet bij een oorlogsfilm. Daar komt altijd iets bij, maar dat zeggen ze je niet. Neen, dat verzwijgen ze angstvallig. Verrijk je kennis niet door middel van de film. God onderwijst Zijn Volk op een andere manier. Niet met stomme beelden, maar door de prediking van Zijn Woord. Gaat liever op naar Gods Huis, dat zal je meer voldoening geven dan in een bioscoop. Want het oog is nooit verzadigd. Dit wil steeds wat anders en telkens wat nieuws zien. Het laat een leegte achter in onze ziel. Is er in je garnizoen een kerk van ons, welnu, dan is het al heel gemakkelijk. Stap naar den kerkeraad toe en zeg: hier ben ik, dooplid of belijdend lid van de Geref. Gemeente.

Denk je, dat je niet welkom bent? Kom, kom, zooveel vertrouwen heb ik nog wel. Ik geloof niet dat er één kerkeraad is, die zal zeggen: „Ga heen en word warm." Neen, dat zal jullie wel mee vallen. Weet je, wat je daarmee bereikt? Een geruste consciëntie. Want als we iets doen wat ons thuis verboden is, dan krijgen we een kloppertje van binnen hè? Ja, legt dat het zwijgen maar niet op hoor, want als je die stem van binnen niet meer gewaar wordt, dan staat het er niet best bij.

Ik heb een brief gekregen van een militair uit Indië en daar wil ik eens wat van vertellen. Toen hij op de boot was hield hij avondsluitingsdienst. Jullie weten wel wat dat is hè? Dan wordt er een hoofdstuk uit den bijbel gelezen, men zingt een psalm en men eindigt den dag met dankgebed. Dat is prijzenswaardig. Dat is een goede gewoonte. Welnu hij heeft door die dagsluiting jongens van onze gemeente ontmoet. Hij kwam tot de ontdekking, dat hij niet alleen meer was. Hij was met een Zeeuwsch Regiment aan boord en daar waren ook jongens van onze gemeente bij. Ze hadden al een koppeltje gevormd van zoo'n man of zeven. Kijk jongens, de band is gelegd. Dan heeft men steun aan elkander. Jammer, schrijft hij, dat er jongens waren van onze Gemeenten die geen contact zochten. Dat is te betreuren.

Weet je, hoe dat waarschijnlijk komt? Dat zijn vermoedelijk jongens, die dat eerste stapje gedaan hebben. Die kunnen niet meer terug, vanwege hun kameraden. Daarom schreef ik in no. 11: wees voorzichtig in het kiezen van je kameraad. De Heere zij hun genadig en behoede hen voor algeheelen afval.

Mijn vriend in Indië laat ze echter niet los, schreef hij mij. De Heere schenke je wijsheid, moed en kracht daartoe.

Uit de brieven die ik ontving, bleek mij, dat verschillende jongens nog open oogen hebben voor de verleiding die hen omringt. Het doet me echt goed jongens, zoo eens iets van jullie te mogen hooren.

Medewerker te zijn aan een blad valt niet mee. Dan komen er momenten, dat je denkt: ik houd er mee op. Dan kan een brief van een jongen je weer wat op monteren. Dan krijg je weer een beetje moed. Dan merk je, dat ons orgaan nog graag gelezen wordt. Ik wil dan ook voor dezen keer mijn artikeltje eindigen met een brief van een van m'n jongens. Hij schreef als volgt:

„Bij dezen meld ik mij aan in uw kring van lezers van „Daniël" in de hoop, dat ik niet brutaal ben. Ik heb meermalen bij kennissen „Daniël" gelezen en ik vind het een zeer leerzaam blad. Ik ben dooplid van de Geref. Gemeente te............... Ik ben op 1 Nov. ingelijfd bij het...... Regiment. Mijn vraag is of het mogelijk is, dat „Daniël" mij regelmatig toegezonden wordt. Verder of u niet een of meer adressen weet waar ik op vrije avonden heen kan gaan, dat ik daar wat stichtelijks kan hooren.

Ook of u mij zoudt willen gedenken in uw gebed, dat ik toch voor de verleiding maar bewaard mag blijven, daar wij uit ons zelf zoo zwak zijn, want hoewel ik zelf pas twee dagen in militairen dienst ben heb ik al gemerkt hoe groot deze is."

Kijk lezers, na lezing van zoo'n brief ben ik weer gaan schrijven. Ik ben me bewust, dat dit zeer gebrekkig is, maar de Heere kan het kleine eenvoudige zegenen. Dat heeft Hij meermalen bewezen. Intusschen geeft deze jongen ons allemaal een taak. Volbrengt ge die ook? D.V. tot den volgende keer lezers.

Met vr. gr., KRIJGSMAN.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1947

Daniel | 10 Pagina's

Voor onze militairen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1947

Daniel | 10 Pagina's