Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"De Catechisant" van ds. Pieters

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"De Catechisant" van ds. Pieters

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het begon als een jeugdblad voor catechisanten, oud-catechisanten en jonggehuwden. Drie en een halfjaar later heeft het gratis "magazine" van ds. Pieters een veel breder bereik. De oorspronkelijke doelgroep is uitgebreid met duizenden liefhebbers uit verschillende kerkverbanden. Het drukken heeft de predikant inmiddels uitbesteed. De redactie en distributie houdt hij in eigen hand. Op wonderlijke wijze vindt "De Catechisant" z'n weg, tot de einden der aarde. Op hoop van zegen

Oktober 1991 kreeg ds. W. Pieters een abonnement op "The Young People's Magazine", het jeugdblad van de Schotse Free Presbyterian Church. Meteen sloeg een vonk over. „Ik voelde: Dit moeten we in Nederland ook hebben." Van weifelmoedigheid had de hervormde predikant uit Genemuiden geen last. Hij schafte direct een stencilmachine aan en ging achter z'n computer zitten. December '91 verscheen het eerste nummer van "De Catechisant". Voor catechisanten, oud-catechisanten en echtparen die hij in het huwelijk had bevestigd. „Ik mik op de wat serieuzere jongere, maar die toch niet toekomt aan het lezen van een boek als "De redelijke godsdienst" van Brakel. Omdat-ie daar gewoon geen puf voor heeft." De eerste oplage telde duizend exemplaren. Een maand later waren het er door de aanwas van liefhebbers al vijftienhonderd. „Dat heb je als je gratis verspreidt he." Voorjaar 1994 -"De Catechisant" ging inmiddels naar 5500 adressennam drukkerij Kok in Hardinxveld-Giessendam de technische vervaardiging over. „Het zal mij een vracht tijd en werk besparen, waarvan ik wens dat ik ze nuttig zal besteden", liet de redacteur in het voorwoord van het juni-nummer weten.

Vragen
Het blad, dat een veel breder bereik heeft dan de beoogde jeugd, wordt meestal op de valreep gemaakt. „Als ik geen tijdsdruk heb, lukt het niet." De opzet is in de achterliggende jaren nauwelijks gewijzigd. In elk nummer wordt een halve vraag van de Heidelberger Catechismus behandeld. Onder de kop "De jeugdbijbel in de Bijbel" komen teksten uit Spreuken voor het voetlicht. Voor de jeugdige lezertjes is er een vervolgverhaal over een persoon uit de zendingsgeschiedenis. Bijbelse kernbegrippen komen aan de orde in "Wat de Bijbel zegt over..." De verbondenheid aan The Young People's Magazine blijkt uit de overname van een pagina uit dit blad, eens in de twee maanden. In de andere nummers gaat een pagina mee uit The Friendly Companion, het jongerenblad van de Strict Baptists. Verder is er de bekende vragenpagina, die zichzelf voedt. „Volgens collega Vlietstra uit Driesum roep ik meer vragen op dan dat ik er beantwoord. Zo hou ik mezelf aan het werk. Haha." De rubriek Anecdote heet tegenwoordig "Wonderlijke ontmoetingen", omdat nogal wat lezers bij anecdote aan een lachwekkend stukje dachten. Op de binnenzijde van het achterblad staan citaten uit de Institutie van Calvijn. De binnenzijde van de voorpagina is gevuld met stukjes uit andere artikelen, bladen of geschriften, die de breedheid van de samensteller tonen. Een passage uit de levensbeschrijving van Potappel wordt probleemloos gecombineerd met Sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer. En onder een citaat uit Five English Reformers, door J.C. Ryle, staat een stukje uit De hersenspoelers, door S. van der Land.

Ryle
De anglicaanse bisschop Ryle keert in elk nummer terug, door de vertaling van gedeelten uit zijn commentaren op de Evangeliën. ,Ja, waarom net Ryle? Die spreekt me bijzonder aan. Als één oude schrijver door zijn stijl de jeugd weet te raken, dan is het Ryle." Duidelijk is dat de theologische voorkeur van de predikant-redacteur uitgaat naar Engelse theologen. „De Engelse pagina is bedoeld als alternatieve "puzzelpagina" en dus zet ik de oplossing = vertaling er niet bij", deelde hij in een voorwoord mee. „Wie het niet lezen kan, slaat het maar over en voor anderen is het een mooie oefening in het lezen van die taal; misschien krijg je er nog 's zin in om van de Engelse oudvaders wat te gaan lezen." Januari 1995 ging hij na langdurige aandrang van lezers toch overstag. Sindsdien levert hij de pagina's uit de twee Engelse jeugdbladen in vertaalde vorm. Al heeft hij daar inmiddels alweer spijt van. „Misschien schroef ik het wel weer terug. Er ligt niks vast." Het laatste blijkt ook uit de vormgeving van het blad. Daarin is de predikant voortdurend aan het experimenteren. Hij begon met een rustige opzet m een klassieke letter. Al snel werd het beeld onrustiger door de toevoeging van pijltjes, kronkels, kaders en afwijkende lettertypen. „Ik vind het leuk om m'n computer uit te proberen. Je ontdekt steeds weer nieuwe dingen. Grote letter, kleine letter, scheef, recht, je weet wel." Oplettende lezers hebben inmiddels ontdekt dat het hoogtepunt gepasseerd is. „Ik ben inderdaad weer wat op z'n retour. Het werd te druk."

Bart en Kees
Twee keer per jaar ontvangen de lezers een themanummer over iemand uit de kerkgeschiedenis. Tot nu toe waren dat Augustinus, Rutherford, Kohlbrugge, Zwingli en Datheen. „De reacties daarop zijn bijzonder positief Het kost me veel tijd, maar dat geeft niet. Ik studeer graag. Voor het nummer over Datheen heb ik de dissertatie van Ruys doorgenomen, de biografie van De Graaff en een boekje van Datheen zelf Je wilt toch iets goeds schrijven. En je leert er zelf ook veel van." De overige nummers hebben een vaste opzet. „Dat kan op langere termijn een bezwaar zijn", beseft de predikant. „Je kunt vastroesten, waardoor er geen sprankeling meer in zit. Dat moeten we zien te voorkomen. Zo heb ik me -ongevraagd- laten adviseren door een ouder iemand. Ik wisselde de rubriek "Het moderne denken" al af met iets uit de nalatenschap van een oudvader, maar dat was volgens die man veel te moeilijk. Ik moest eens wat nemen van dominee Van Reenen. Nou vooruit, waarom niet. Ik heb eens in m'n boekenkast gekeken en nu hebben we elke drie maanden een pagina Bart en Kees. Dat leverde wel een reactie op van een lezer die wist te vertellen dat Van Reenen niet zuiver is in de leer over de rechtvaardiging. Ja hoor 's, daar weet ik niets van. Wat ik overneem is in ieder geval bijbels."

Ontspannend
Het taalgebruik past de redacteur van "De Catechisant" zo nodig aan. „Moeilijke woorden vervang ik, lange zinnen worden gesplitst, breedlopige passages kort ik in." Gemiddeld kost het vullen van een pagina een uur, zodat met de hele "Catechisant" maandelijks ruim twintig uur gemoeid is. Het zijn nooit aaneengesloten uren. De predikant werkt aan het blad in de schaarse vrije momenten tussen z'n overige werkzaamheden.

Het gereedmaken voor distributie vraagt pakweg een dag. Het stencillen is verleden tijd. Dat bespaart de predikant inderdaad een vracht tijd. Toch denkt hij er nog wel eens met heimwee aan terug. „Ik ben er niet mee gestopt omdat het me te veel werd, maar omdat m'n machine mankementen ging vertonen. Het naarst was dat hij soms twee pagina's pakte, waarvan er één blank bleef. Die moest je er weer uit zien te vissen. Ik had het altijd graag gedaan, want het is een ontspannende bezigheid, maar toen hoefde het van mij niet meer."

Bezorgers
Het aantal abonnees is het achterliggende jaar gestegen tot een kleine 6500. Ondanks het feit dat de enige redacteur op de middelbare school van een docent te horen kreeg dat hij een verschrikkelijke stijl had. Ruwweg zevenhonderd "Catechisanten" worden in Genemuiden afgezet. De overige exemplaren gaan het hele land door, al zijn er wel duidelijke concentraties van lezers. Zoals in Doornspijk, Huizen, Opheusden, Rijssen, Scherpenisse, Scheveningen, Urk en IJsselmuiden. Aan kerkelijke grenzen stoort het blad zich volgens ds. Pieters niet. „Vraag me niet naar een verdeling, want daar kan ik niks over zeggen. Het interesseert me ook niet." De bezorging doet veel denken aan die van Trouw en Vrij Nederland in oorlogstijd. Een netwerk van onbezoldigde bezorgers zorgt maandelijks voor een besparing van duizend gulden aan portokosten. In kofferbakken, onder snelbinders en in schooltassen bereikt "De Catechisant", soms langs wonderlijke wegen, z'n bestemming. „Familie van familie zit daar en daar wonen weer kennissen van vrienden van die... Zo gaat dat. Er zijn partijen die drie keer overgeladen worden, maar dat geeft niet. Als ze er maar komen."

Persoonlijk
De toon van het blad is persoonlijk en direct. Het is of de Genemuidense predikant zijn abonnees voor zich ziet en met hen in gesprek is. Waarschuwend, onderwijzend, nodigend. Waarbij hij niet schroomt de lezers soms ook in z'n eigen hart te laten kijken. Zo meldde hij in het voorwoord van het laatste nummer wat hij bij Matthew Henry en William Huntington las over het bidden. Om vervolgens z'n eigen gebrek daarin te belijden. „Wel druk met schrijven, preken en bezoeken afleggen...; maar ook ernstig in de gebeden? O, als jullie, lezers van De Catechisant, gezegend zouden worden naar de mate van mijn gebed...?! Geve de Heere genadig verzoening over zoveel onachtzaamheid en tekort; over zoveel zorgeloosheid en schuld. En zegene Hij dit blad voor schrijver en lezers, louter om wille van de kruisverdiensten van Jezus Christus!" Naast een verantwoording van de inhoud biedt het voorwoord zo nodig ook praktische informatie. Regelmatig keert de roep om nieuwe bezorgers terug. Het tekent de uitgroei van het jeugdblad, dat een internationale allure heeft gekregen. Hoewel de achterban voornamelijk in Nederland moet worden gezocht, zijn er uitlopers naar de einden der aarde. Australië, Nigeria, Zuid-Afrika, Malawi, Nieuw-Zeeland, Schotland, Denemarken, Amerika, Canada, Brazilië...

Geachte heren
De totale kosten gaan naar de 40.000 gulden per jaar. Toch vraagt de predikant geen geld voor zijn uitgave. En dat zal zo blijven. „Anders schiet je over je doel heen. Wil je de jeugd bereiken, dan moet je ze het blad gratis aanbieden. Daar is nooit enige twijfel over geweest. Ik heb er wel eens over gedacht om een gironummer te vermelden, zodat wie wil vrijwillig wat kan overmaken. Het is er niet van gekomen. De kleine groep lezers die het blad ook financieel steunt, maakt het voor allemaal goed. Ik weet dat ik er niet vanuit mezelf aan begonnen ben en de Heere heeft me niet beschaamd. Ik heb nog nooit één cent hoeven bij te leggen." Zoals het er nu uitziet zal ds. Pieters "De Catechisant" in z'n eentje blijven vullen. De rubriek "Van een collega" is afgevoerd. „Om meer dan één reden, maar de belangrijkste was toch wel dat collega's niet allemaal op tijd inleveren. En als het erop aankomt doe ik het toch net zo lief zelf Je kunt het precies zo doen als je zelf wilt en je krijgt nooit met iemand ruzie. Het gaat bovendien niet om de persoon die schrijft. Ik krijg soms brieven met het opschrift: "Geachte heren van de redactie". Dat vind ik best."

GemakkeUjk
Zo 'n eenmanshlad is wel enorm kwetsbaar. Wat te doen als u lange tijd ziek bent?
„'k Zou het niet weten. Daar denk ik eigenlijk nooit aan."
Uit geloofsvertrouwen of gemakkelijkheid?
„Goeie vraag. Daar kom ik zelf ook niet uit. Een feit is dat ik erg gemakkelijk ben. Zoals ook in mijn visie op geld m'n karakter een rol speelt. Het interesseert me gewoon niet. Wel weet ik dat er ook geloofsvertrouwen in is. En wat die kwetsbaarheid betreft: Nooit heb ik aan één mens iets beloofd. Niemand kan zich bekocht voelen als ik stop, want het blad is gratis. Dat neemt niet weg dat ik me verplicht voel om "De Catechisant" elke maand uit te laten komen. Niet in de eerste plaats naar de lezers toe, maar omdat ik zeker weet dat deze taak door God Zelf op mijn schouders is gelegd."
U bent eraan begonnen in de hoop dat het blad vrucht voor de eeuwigheid zal opleveren. Ziet of hoort u daar wel eens wat van ?
„Zelden. Toch heb ik er altijd weer zin in. Omdat ik weet dat de vrucht een zaak van de Landman is. Voor Hem doe ik dit werk. Ik ontvang wel eens een bemoedigend briefje en dat doet me natuurlijk goed. Maar uiteindelijk is heel mijn ambtelijke arbeid gegrond op de opdracht die God mij gaf en geeft. Daarom zal er zeker vrucht zijn."
Hoe beoordeelt u wat dat betreft deze tijd?
„Ik ben zeker niet somber gestemd. Ook daarin zal m'n karakter wel meespelen. Maar ik heb vaak de indruk dat de jonge generatie meer met de dingen van de eeuwigheid bezig is dan de generatie van hun ouders."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 mei 1995

Terdege | 72 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 31 mei 1995

Terdege | 72 Pagina's