Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

13

De Galaten bleven onder de grote verantwoordelijkheid van het Evangelie staan dat door hen werd aangenomen, al werd de zuivere beleving daarvan nog gemist doordat zij ’t met de wet verwarden. Daarmee maakten zij het Evangelie wel krachteloos voor het geloof dat door de liefde werkt, maar zij verwierpen het nog niet geheel in ongeloof. Daarom konden zij toch nog door Paulus vanuit het Evangelie vermaand worden. Hij stelde hen dan ook met al de ernst voor het gericht van Gods alwetendheid. Want eenmaal in de grote dag des gerichts zal de Heere op al deze zaken vragend terugkomen. De mens krijgt gelegenheid om zich te verantwoorden, al staat het vast dat hij op duizend vragen niet een antwoord zal hebben tot zijn verontschuldiging. De mens zal voor de majesteit van Gods rechtvaardigheid en alwetendheid verstommen. En al staat het voor de apostel vast dat ze het niet zouden kunnen verdedigen dat ze tot die wettische godsdienst gekomen waren, toch gaf hij hen in hun belang daartoe de gelegenheid. Want Paulus wilde langs deze weg tot hen komen met ernstige vermaningen, opdat zij terug gebracht zouden mogen worden op het rechte spoor van het Evangelie.

De vraag: „Hebt gij zoveel tevergeefs geleden?” heeft een ernstige beschuldiging tot inhoud. Had Paulus gepredikt zoals de valse apostelen prediken, dan zouden zij bij het aannemen daarvan niet vervolgd en verdrukt zijn geworden. Wat nu wel het geval was, daar het Evangelie van Christus door hem gepredikt werd tot een ergernis van de Jood. En vandaar die haat en smaad, om de stem van het Evangelie weg te drukken. Maar dat is nu ten einde daar zij zich door de besnijdenis aan de wet hadden te verbinden. En vandaar de vraag: „Hebt gij zoveel tevergeefs geleden?” Een vraag waar Paulus, al is het dan ook zijdelings, zijn antwoord aan verbindt. Wanneer de Galaten in de wettische dienstbaarheid voortleven tot den einde toe, dan zal dat niet tevergeefs zijn. Het zou voor hem bij wijze van spreken „indien maar ook tevergeefs”, tot verlichting zijn. Maar uw lijden voor het Evangelie van Christus is een bewijs dat het door u werd aangenomen. En door dat daarna met een wettische godsdienst krachteloos te maken, zal het ene zowel als het andere bezocht worden met het vuur van Gods verbolgenheid.

Achter het tweede gedeelte van de zin geldt het vraagteken, dat achter het eerste gedeelte staat, niet, als een bewijs dat dat gedeelte van de apostel niet in ’t minst twijfelachtig is. Door niet in te gaan door het Evangelie van Christus, daar het als de weg der zaligheid gepredikt werd, zal men met vele slagen gestraft worden.

En nu komt de apostel tot deze vraag: „Die u dan de Geest verleent, en krachtig onder u werkt, doet Hij dat uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs?” Dat de Heilige Geest onder de Galaten geloofskracht kwam te werken staat vast. Dat is in het ontstaan van de gemeente duidelijk vastgelegd. Toen waren de valse apostelen nog niet aanwezig. En dat schrijft Paulus niet toe aan zijn werk, doch aan het volheerlijke werk van de Heilige Geest.

De Heilige Geest geeft door de prediking van het Evangelie denkkracht. Het greep hen aan, het bracht een keerpunt in hun denken, willen en begeren. Toen begonnen zij over de wezenlijke aard der dingen na te denken. Het werd een denken vanuit Gods deugden en daden tot diepe verootmoediging voor Zijn aangezicht. Van ganser harte waren zij daarin bezig, daar hun harten er geheel door werden ingenomen.

De Heilige Geest gaf door het Evangelie de kracht van het geloof uit de liefde van Christus. Kracht om met de zonde te breken, en de afgoden vaarwel te zeggen, en zo de Heere als het hoogste goed van ganser harte te zoeken. Ook gaf de Heilige Geest de kracht van de waarachtige bekering in het bewenen van de zonde, en het aanvaarden van de straf der zonde. Ze ontvingen kracht om op de gekruiste Christus te zien, Die hen in Zijn borgtochtelijk lijden en sterven werd voorgesteld en aangeprezen, om Hem aan te nemen als geschenk van God in het binnenste des harten. Om zo met God verzoend te worden door Zijn voldoening aan het kruis, zodat hun hart zich mocht verheugen in de hope des eeuwige levens.

De Heilige Geest gaf kracht om het kruis der verdrukking van haat en smaad blijmoedig te dragen bij het zien op de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs Jezus Christus. En van daaruit waren de Galaten ijverig werkzaam tot uitbreiding van Gods Koninkrijk, want er werden tot roem van Gods genade veel gemeenten gesticht in Galatië.

Maar ach, bij velen werd de kracht der volharding gemist, want ze zochten die niet in de kracht van de Heilige Geest, Die de Heere geschonken had onder de prediking van het Evangelie.

En wat mag daarvan toch wel de oorzaak geweest zijn? En inderdaad, daar mogen we wel naar vragen, want dat doet men zo maar niet. Gelijk als elders had men ook hier de Geest der aanneming tot kinderen ontvangen. Velen waren van kind van de zonde en van de Satan, kind des Heeren geworden. En daar er een deel was dat niet verder kwam dan tot de beschouwing van dat heil, werd de beleving der zaak er in gemist. En zulke mensen hebben aan dat denkbeeldige geluk genoeg. Ze komen niet tot het besef om dat te beleven in kinderlijke afhankelijkheid, want zij zijn in de grond van de zaak geen koningskinderen geworden, zodat zij ook geen behoefte hebben aan de beleving daarvan. En o wee, als men dan een hoog bekeerd mens wordt, een hemelburger in naam, die niet weet wat het is een hemelsgezind leven te beleven, zodat men vreemdeling wordt hier op aarde. Het moet wel verkeerd gaan, want zij zijn nog maar op zijn best niet meer dan kinderen des koninkrijks, die uitgeworpen zullen worden. Van zulke mensen, hoe godsdienstig zij overigens ook zijn, is het zeer wel te begrijpen dat zij de vrijheid van het Evangelie niet kunnen verdragen, want de oprechtheid van het hart ontbreekt om geheel voor de Heere te mogen leven. Dezulken leven nog met al het goede dat zij vertoonden, uit de wortel van eigengerechtigheid. Zij moeten zich wel met een wettische godsdienst op de been houden, daar zij niet anders hebben.

Waren het dan alleen maar hyprocrieten, die zich aan die wettische godsdienst verbonden door het bloed van hun besnijdenis? Daar zou ik zo maar geen ja op durven zeggen. Inderdaad, er kunnen best oprechten bij geweest zijn en misschien nog wel heel veel. Want al is Gods kind afgesneden van de wortel van eigengerechtigheid en ongerechtigheid bij de inlijving in Christus, dan nog leeft hun verdorven bestaan uit die oude stronk, die heel diep in het hart verborgen zit. En uit die onzalige fontein komt niet alleen de boosheid van ongerechtigheid op, doch ook de bitterheid van de eigengerechtigheid.

Galaten 3 : 3 - 4 en deel 5.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 1974

Bewaar het pand | 4 Pagina's

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 1974

Bewaar het pand | 4 Pagina's