Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VREUGDE IN GOD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VREUGDE IN GOD

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gij hebt vreugde in mijn hart gegeven, meer dan ten tijde als hun koren en most vermenigvuldigd zijn.

Hoe is het mogelijk? Vreugde in het hart, terwijl alle omstandigheden er tegenin spreken! Zo is het voor David als hij deze psalm zingt. Een tijd van bijzondere moeilijke omstandigheden; van grote nood.

Er staat geen opschrift boven deze psalm, dat ons de periode uit Davids leven openbaart waarin psalm 4 gedicht is. Duidelijk is het in ieder geval, dat het een zeer benauwde tijd was. Hij spreekt van benauwdheid (vers 2), van mannen, die zijn eer tot schande maken (vers 3) en van hen, die zeggen: „Wie zal ons het goede doen zien?” (vers 7).

Het is echter niet vreemd om te denken aan de vervolging door Absalom, in verband met Psalm 3. Moeilijker tijd heeft de man naar Cods hart niet gekend. Toen werd zijn kroon ernstig bedreigd door zijn eigen zoon. Toen was zijn vaderhart doorwond. Het volk was ingenomen door de verleiding van Absalom. Vrienden waren verraders geworden. Zelfwas hij gevlucht onder smaad en boon uit Jeruzalem tot over de Jordaan naar Maha-naïm.

En nu? Nu mag David zingen van vreugde in God. Zo sterk zelfs dat hij ervan getuigt, dat die vreugde groter is dan die van hen, die zich verblijden in een overvloed van koren en most. Wellieht ilenkt David hierbij aan zijn vijanden, aan Absalom en zijn medestanders, die zich verheugen kunnen in de overvloed, die hun ten deel is gevallen. Koren en most zijn hier de samenvatting van de vruchten van het land Palestina. Ook is het mogelijk dat zij, die David omringen, in het huidige gemis aan overvloed klagend spreken over de vroegere tijden, toen zij volop konden genieten van koren en most. Maar het is in geheel niet belangrijk, hoe dil precies is. I let voornaamste is, dat Davids vreugde ver boven de vreugde over een overvloed van koren en most mag uitgaan. En het geheim daarvan is het ware geloof. Dat geloof mag in God allesvinden en in God verblijd zijn.

Het ware geloof wordt menigmaal het meest geoefend in tijden van druk. „De druk van de verdrukking kan de krachtige geur der genade uitpersen” (Ralph Erskine). Dat heeft David ervaren. Voordat hij van deze vreugde in God gewaagt, heeft hij een strijd aehter de rug. Het en goedkope vreugde, die niet door de worstelingen van het hart been geboren is.

Het voorgaande vers laat er iets van zien. David bidt daarin om het licht van Godsaan-gezicht. Wij welen dat David tijdensde vlucht voor Absalom diep doorvoeld heeft wie hij was voor tie Heere. Hij heeft leren buigen onder Gods hand en Gods gerechtigheid bij vernieuwing liefgekregen. Het ergste was voor hem Gods gunst te moeten missen, het licht van Gods verzoend aangezicht. En dat licht is voor hem persoonlijk weer werkelijkheid geworden. God Zelf heeft hij mogen ontmoeten in verzoende betrekking. Die God is het deel van David. Daarom is God Zelf de oorzaak en de bron van Davids vreugde.

Is dat niet bijzonder? Dan kunnen de omstandigheden David niets meer doen. Hoezeer deze ook tegen zijn vlees gericht zijn. In feite werken ze enkel nice ten goede. Daar kunnen de vijanden niet aankomen. Het deel van David kunnen ze hem niet ontroven.

Neen, dat is geen gestolen vreugde. God heeft hem Zelf in Zichzelf die vreugde geschonken. Het zingt door dit vers heen: Gij. Niet om David, maar om Zijn onwankelbare beloften. Uit enkel vrije genade. In die vreugde is het heil in Christus. De Heere heeft Zieh een gunstgenoot afgezonderd. En uit dat verbond wordt David bediend.

Het is ook geen vreugde aan de buitenkant. Diep in zijn hart is die vreugde. De bron daarvan ligt buiten Hem in God, in Christus, maar door de worstelingen heen heeft hij in zijn hart uit God deze wezenlijke vreugde ontvangen.

Wat zijn we arm, nameloos arm als we de vreugde zoeken enkel in een overvloed van koren en most. Daar waren Davids vijanden en medestanders mee tevreden. Ze waren in nood als ze dat misten. Ze hadden genoegaan „het” goede en aan dit leven hier beneden.

Zo zijn we van nature alien. Daar behoeven we geen mens van de wereld voor te zijn. Zo is het in wezen met ieder, die nog nooit God heeft leren missen en om God verlegen is geworden.

Onze tijd openbaart het in een jacht naar overvloed van koren en most. En met God wordt niet gerekend. De wereld kent ook blijdschap, maar niet in God. Maar daarom blijft er ook niets van over. Alle blijdschap, die van beneden is, gaat eenmaal voorbij. Zonder God te leven en zonder God te sterven, betekent straks ingaan in de eeuwige dood.

Ook is er blijdschap zonder grond. Als we vreemdeling gebleven zijn van de waarachtige bekering tot Cod. Voor geestelijke blijdschap wordt soms uitgegeven wat de droellieid naar God niet gekend heeft en de kraeht van de Goddelijke beloften nooit heeft bevonden. Een blijdschap waar Cod niet in is, kan a Heen bedriegen.

Onderzoek u daarin. Zoek bij de Heere wat u nodig hebt. Wij zijn God kwijt. Maar op de markt van vrije genade stalt Hij Zijn schatten nog uit. Hij raadt aan om goud te kopen, beproefd komende uit het vuur. Opdat we in de weg der bekering en met het gebed om de Heilige Geest dit zouden zoeken.

Die geestelijke vreugde heeft zijn bron in een verzoend God in Christus. Uit die Bron ontvangen Gods kinderen die vreugde in hun hart. Het is het wonderlijke werk van de Heilige Geest, Die het hart ontdekt om uit die bron bediend te worden. Dan is het groot als de lichtstralen van Gods aangezicht het hart verblijden. In de tranen over eigen schuld gaat het wonder lichten van wat God wil zijn in Christus voor een zondaar. Als het geloofsoog voor Hem ontsloten wordt, dan is er een vreugde in God door Christus die met uit te spreken is.

Dan is Gods goedertierenheid beter dan het leven. Neen, dat brengt niet buiten dit aardse leven, maar dat doet anders door dit leven gaan. En door de strijd en moeiten heen wordt het leven van die de Heere vrezen geoefend. Zij begeren geen leven van druk. Moeten dat ook niet zoeken. Het komt in verschillende maat toch wel in hun leven. Als het geloof gelooft, dan worden ze boven de moeitevolle omstandigheden uitgeheven en verstaan wat Habakuk zingt: „Zo zal ik noch-tans in de Heere van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in de God mijns heils” . Het gaat dan niet om „het” goede, maar om „Hem” . Een letter verschil: „het” of „Hem” , maar alles beslissend.

En wie in „Hem” alles mag krijgen, die krijgt ook uitzicht op alles. David kan zich in vrede ter ruste leggen met het uitzicht op de Heere. De toekomst is geen misschientje. En dat is waar voor alien, die in de Heere hun deel ge-kregen hebben. Zij gaan de beste toekomst tegemoet. In dit leven blijft de strijd, blijft 66k het gedurig kwijtraken van de beleving van deze vreugde, maar de bron in God blijft. En die besehaamt niet, om straks eeuwig in God zich te verblijden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's

VREUGDE IN GOD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1969

Bewaar het pand | 4 Pagina's