Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven uit Amerika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven uit Amerika

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Grand Rapids, 5 Maart 1955

Geachte Vrienden,

Uit verschillende brieven verneem ik gedurig, dat er velen zijn, die met de gemeenten in de States en ia Canada meeleven en gedurig uitzien om er iets van te vernemen. Naar ik op mijn laatste reis vernam, zijn er in 1954 ongeveer 88.000 vreemdelingen alleen in Ontario gekomen, waaronder ook velen uit het oude vaderland en ook verschillende leden van onze gemeenten. De provincie Alljerta, ook 'behorend tot Canada, heeft ook één van onze predikanten in Ds. Heerschap, en ook zijn arbeid is daar uitgebreid. In 1949 bezocht ik ook die provincie, maar toen was het nog maar in het begin. Nu wordt door die leraar op drie verschillende plaatsen gepreekt. De provincie Ontario ligt wel ongeveer 2000 mijl en misschien nog wel meer van Ds. Heerschap verwijderd. Die provincie ressorteert onder de Classis „Midden West", en die gemeenten liggen tussen Michigan en New Jersey. Bradford is bij ons vandaan meer dan 400 mijl.

In Ottersville heb ik al enkele malen 's Zondags het Heilig Avondmaal bediend, doch in St. Catharines was dat nog nooit gebeurd. Van mijn kerkeraad in Grand Rapids had ik toestemming verkregen om de laatste Zondag van Februari daar voor te gaan. Ik ben Vrijdags op reis gegaan en 's Zaterdagsmiddags kwam ik daar aan met de trein. Diezelfde middag hebben wij daar kerkeraadsvergadering gehouden, en 's avonds voorbereiding voor het Heilig Avondmaal gehouden. Daarna was het nog ledenvergadering.

's Zondagsmorgens mochten wij in het midden van die kleine gemeente het Heilig Avondmaal bedienen. Voor velen was het een grote bijzonderheid. Verschillenden, vooral onder de kinderen, zagen het voor het eerst in hun leven met bewustheid. Er was nog wel enige afdruk en indruk. Met de voorbereiding had ik gesproken over Christus' laatste begeerte (Lucas 22 : 15), met de bediening over Christus' laatste werk (Markus 14 : 22—24), en in de middag met de nabetrachting over Christus' laatste bevel (Lucas 22 : 19). In de middag was het ook dopen en aan het einde van de dienst bevestiging van de kerkeraad. 's Avonds was het voor de eerste maal daar een Engelse dienst. Ik zag nog verschillende oudere mensen zitten, wat ik vanzelf waardeerde, maar vanzelf was het voor de meesten van hen „latijn". Onder het opkomend geslacht was veel aandacht, omdat zij vanzelf op de school ook niet anders leren dan de taal des lands. Ja, ook de gemeenten in Canada komen voor grote problemen, ook met het oog op de taal. Wij hebben met genoegen, ook voor onszelf, die dag daar doorgebracht. Het is nog zo groot en zulk een wonder, dat de Heere ons niet begeeft en niet verlaat. Ik hoop ook, dat het voor de gemeente daar en voor die zielen, die geen vreemdeling van het leven zijn, nog veel mag nagelaten hebben. De Heere sterkt toch Zijn erfenis als zij moede en mat is geworden.

De volgende dag ben ik weer op reis gegaan. Eerst met de trein naar Toronto, een stad van
1 1/2 millioen mensen. Toen met een trein, die onder de grond rijdt, naar het einde van de stad en daar weer met een bus naar Richmond, dat is ook weer een 25 of 30 mijl buiten Toronto. Toen ik daar in Richmond uit de bus stapte, moest ik nog een 35 mijl verder. Ik kon met een andere bus wel mee, -maar daar ik twee urn- wachten moest, en ik graag de vrienden in Bradford wilde ontmoeten, ben ik maar gaan liften. Een ogenblik, toen ik daar in de kou aan de weg stond, had ik wel een beetje medelijden met mijzelf, maar ik zuchtte of de Heere een hart wilde neigen om mij mee te nemen, en geen twee minuten later zat ik reeds in een car en was om half zes bij de ouderling in huis. De Heere had in zo verre mijn weg weer voorspoedig gemaakt en Hij houdt ook te dien opzichte getrouw Zijn Woord. Sommigen onder onze oude vrienden herinneren zich dat nog wel (Jesaja 60 : 7, tweede gedeelte).

Ik heb daar 's avonds over de voetwassing gesproken. Er komen daar niet zo veel mensen als wij gewoon waren in Rotterdam Zuid en Rijssen, maar er is zulk een blijdschap wanneer er nog eens gelegenheid is om op te gaan, en wij dan verschillende bekenden uit het oude vaderland mogen ontmoeten.

Dinsdagsmorgens heeft een juist de vorige avond : bevestigde diaken, afkomstig uit Den Haag, mij weer gebracht naar Ottersville. Wij waren daar juist weer op tijd, door Gods hand op de onveilige wegen beschermd en bewaard. In Ottersville was het biddag en hebben wij 's middags en 's avonds daar gesproken uit Jacobus 4 : 8. De Heere was nog goed. Dat de Heere alleen van alles de eer maar mocht ontvangen, want wij zijn zo ellendig, dat, als God ons nog eens helpt, wij altijd maar genegen zijn om er mee in onszelf te eindigen. O, wanneer zal die ellende en die dwaasheid eens eindigen? Ik zou wel willen, dat dit geschiedt vóór ik sterf, maar als ik Gods Woord naga, dan ligt het graf van de oude mens maar bij de poort des hemels.

Dinsdagsnachts ben ik weer op de trein naar Grand Rapids gegaan, waar ik diezelfde dag weer een begrafenis had en daar vandaan weer naar Kalamazoo. Donderdagsavonds mocht ik in mijn eigen gemeente weer voorgaan in het Hollands. Vrijdagsavonds weer in Kalamazoo een kleinzoon getrouwd van de reeds enige jaren geleden ontslapen De Bat van Krabbendijke, die nu ook voor eeuwig getrouwd is. Ik heb nog voorgelezen het laatste gedeelte van Psalm 103 bij die gelegenheid: „Maar de goedertierenheid des Heeren is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, en Zijn gerechtigheid aan kindskinderen". Straks is het weer Zondag en dan de komende week ook biddag in onze eigen gemeente; 's morgens Hollands, en 's middags en 's avonds Engels.

In Ottersville hopen ze binnenkort een andere kerk te krijgen, die wel plaats zal bieden aan 400 mensen. Het oude gebouw wordt te klein. Ik zal weer eindigen. Het is ditmaal van alles en nog wat. Ik schreef het maar voor degenen, die meeleven, vooral de families en vrienden, die hun betrekkingen in dat grote werelddeel hebben.

De Heere gedenke u en ons om het bloed en om de gerechtigheid van die gezegende Borg en Middelaar Jezus Christus, en vervulle uit Zijn volheid onze ledigheid. Uw vriend en oud-leraar

Ds. LAMAIN

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1955

De Saambinder | 4 Pagina's

Brieven uit Amerika

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1955

De Saambinder | 4 Pagina's