Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het offer van Elia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het offer van Elia

Bijbelstudies over de profeet Elia (13)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 Koningen 18 : 30-38

Lees voor je deze bijbelstudie gaat bestuderen eerst 1 Koningen 18 : 30-38 goed door.

De baaispriesters zijn de gehele dag bezig geweest om Baal te bewegen. En als het dan avond geworden is, dan is er geen stem, noch antwoorder, noch opmerking. Al hun moeite is vergeefs geweest. Hier wordt zo duidelijk de armoede van de afgodendienaar getekend. De afgoden laten ons in de steek. De zonde, de wereld en de duivel laten ons in de steek. Daar vindt de mens geen antwoord op de diepste levensvragen, geen vervulling voor zijn hart. Dan blijft er alleen maar een leegte over. En het loopt uit op de eeuwige, de volkomen leegte.

Het verbroken altaar hersteld

Maar nu is de beurt aan Elia. Wat is het eerste dat hij doet? Hij herstelt het verbroken altaar des Heeren. Dat altaar was verbroken: een symbool van de breuk tussen Israël en de Heere. In dat verbroken altaar zien we de breuk van Israël. Want alleen in de weg van het altaar, dat wil zeggen van het offer, is gemeenschap met God mogelijk. Wie het altaar verbreekt, snijdt de band met God door. Dat heeft Israël gedaan. Maar nu kan de Heere alleen tot Zijn volk komen bij het altaar, dus door middel van het offer. Daarom moet het altaar eerst worden geheeld.

Hoe kan de Heere alleen tot ons, zondaren, komen? Alleen in de weg van het altaar, van het offer. Alleen door het offer van Christus kan God tot ons komen. Dat offer van Christus snijdt alle andere wegen af: de weg van onze werken, van onze gerechtigheid, van onze godsdienstigheid. Alles is afgesneden. Alles is tekort.

Alleen door het offer van Christus kan God met de mens te doen hebben. De weg van het offer, dat is niet de weg van de mens tot God, maar van God uit tot de zondaar; niet de weg van de aarde tot de hemel, maar omgekeerd. Het offer predikt, dat wij alle wegen tot God hebben afgesloten, maar dat God Zelf de weg gebaand heeft. Alleen in die weg kan God tot de zondaar komen.

Nu staat Elia bij het verbroken altaar. Dat moet eerst goed komen. Anders kan het offer niet worden gebracht. Het verbroken altaar bepaalt ons bij de verbroken inzettingen des Heeren. Zo was het in Israël. Maar zo is het ook in Nederland. Wat doet Elia? Hij heelt het altaar. Wat is de roeping van de kerk? De kerk heeft het profetisch getuigenis te doen uitgaan tot herstel van de verbroken altaren, van de verbroken inzettingen des Heeren. De kerk heeft de roeping dat profetisch getuigenis te laten klinken midden in ons volksleven. Klinkt dat getuigenis wel door? Wordt het nog gehoord? Of zijn we zo zelfgenoegzaam dat de nood en de schuld van ons volk ons niet raakt? De kerk is vandaag zo ver weg. Verwekke de Heere de geest van Elia in de kerk van Nederland, opdat het profetisch getuigenis weer mag doorklinken.

Twaalf stenen: de eenheid van Israël

Elia bouwt het altaar van twaalf stenen, omdat er twaalf stammen zijn. Elia arbeidde in het tienstammenrijk. Israël was immers gescheurd. Maar in het altaar bouwt hij geen tien, maar twaalf stenen.

Daarin wordt dus uitgedrukt de eenheid van Israël. De twaalf stammen horen toch bij elkaar. Hebben wij de toepassing al gemaakt? Christus zegt: Ik wil, dat zij allen éen zijn! Dat geldt Gods kerk; degenen, die de Vader aan de Zoon heeft gegeven. Wat is Gods kerk dan ver van huis. Waar is die

eenheid? Wat een verdeeldheid en verscheurdheid. Nee, wij voeren geen pleidooi voor valse oecumene, wel voor ware oecumene. De Heere brenge bij elkaar, wat bij elkaar hoort. Het altaar van Elia is dus een oproep tot de eenheid van Israël. Maar Elia kan die eenheid niet bewerken. Hier geldt: meer dan Elia is Christus. In Christus is de kerk toch één. Als Gods kinderen elkaar in Christus ontmoeten, valt alle verdeeldheid weg.

Zo wordt het altaar op de Karmel toegeschikt; eerst de twaalf stenen, daarna de groeve om het altaar, daarna wordt het hout geschikt en de var in stukken gedeeld en op het hout gelegd; tenslotte worden vier kruiken met water driemaal over het offerdier en het hout uitgegoten. Alles gaat ordelijk toe. De Heere is een God van orde. Wanorde is van de duivel.

Het gebed van Elia

Op dezelfde tijd, dat in de tempel het spijsoffer, dat is het avondoffer, wordt gebracht, stijgt het gebed van Elia omhoog. Zijn gebed vormt een indrukwekkende tegenstelling met het handelen van de baaispriesters. Bij Elia treffen we de rust des geloofs aan. Elia wringt zich niet in duizend bochten. Hij bidt door de kracht des geloofs. Hij ontleent de vrijmoedigheid des gebeds aan het Woord: de Heere heeft beloofd, dat Hij Zich oyer Israël zou ontfermen en Elia heeft alles gedaan „naar Uw Woord" (vers 36). Dus het Woord ging voorop. Waaraan ontleent het geloof de vrijmoedigheid om tot God te naderen? Alleen aan het Woord. In de verzen 36 en 37 lezen we het gebed van Elia. Lees het aandachtig door. In zijn gebed vallen drie dingen op.

In de eerste plaats vraagt Elia of de Heere Zich weer bekendmaakt, Zich weer openbaart als de God van Israël, als de waarachtige God. Dat is het gebed van de kerk, die in tijden van Godsverzaking aan Gods kant valt met de bede of Hij Zijn Naam wil verheerlijken. Moge dat gebed gehoord worden in deze tijd.

In de tweede plaats vraagt Elia of de Heere wil bevestigen, dat hij Zijn knecht is. Dat is geen hoogmoed of eigenbelang.

Het gaat hem hier om de heiligheid van zijn ambt. Daaraan is Gods eer verbonden! In de derde plaats vraagt Elia om de bekering van Israël: „Opdat dit volk erkenne, dat Gij, o HEERE, die God zijt". Wat is dat anders dan bekering? Elia doet dus twee dingen: hij roept op tot bekering en hij bidt om bekering. Dat is de roeping van de kerk, ook vandaag. Dat we ermee tot onszelf inkeren: waar is het gebed om bekering?

Het antwoord

En nu het wonder: Elia krijgt antwoord. Hoe is dat mogelijk? Het volk heeft toch alles verzondigd? Hier staan we voor het geheimenis van Gods eenzijdig ontfermen. Elia krijgt op Karmel antwoord. Christus op Golgotha niet! Daarin wordt het geheim van Gods ontferming verklaard.

Het vuur des Heeren daalt van de hemel en verteert alles (vers 38). Het is hier geen gewone bliksemflits, want de hemel was onbewolkt. Dit vuur predikt de majesteit en de heiligheid Gods en tegelijk.de tegenwoordigheid Gods. In dit vuur wordt het geding beslist: niet Baal, maar de Heere is God! Maar dat vuur is tegelijk ook een waarschuwing voor Israël eri voor ons. Het vuur van Gods heiligheid brandt de zonde weg. Onze God is een verterend vuur.

Tegenover de heiligheid Gods moeten wij verbranden. Maar het wonder is hier, dat niet het volk, maar het offer alleen wordt verbrand. Het volk had het vuur verdiend, maar nu ontlaadt het vuur zich op het offer. Weer horen we hier de prediking van Golgotha. Hier is Elia de wetshandhaver.

Daar is Christus de wetsvervuller. Daar is Christus het offer, dat verteert in het vuur, opdat het volk vrijuit zou gaan. Karmel wordt verklaard op Golgotha. Zalig wie achter dat geheim wordt gebracht Nu had ik verteerd moeten worden in het vuur, maar nu hangt daar mijn Borg in mijn plaats! De Borg in het vuur, opdat de kerk vrijuit zou gaan. Dat is het hart van het Evangelie. Dan wijst Karmel heen naar Golgotha. Dan roept Elia om de Christus.

Gespreksvragen

1. Alleen in de weg van het altaar is er gemeenschap mogelijk met God. Probeer dat vanuit de Schrift duidelijk te maken.

2. Waarom snijdt het offer van Christus alle andere wegen tot God af?

3. Hoe kan de kerk vandaag haar profetisch getuigenis laten klinken in de samenleving?

4. Toon aan, dat het in het gebed van Elia (vers 36 en 37) uiteindelijk alleen gaat om de eer van God. Hoe is dat in ons gebed?

5. Hoe wijst Karmel naar Golgotha heen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1985

Daniel | 32 Pagina's

Het offer van Elia

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1985

Daniel | 32 Pagina's