Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezen in Augustinus' belijdenissen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezen in Augustinus' belijdenissen

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

BLOEMLEZINGEN UIT DE KERKGESCHIEDENIS

Nu we het één en ander vernomen hebben over de schrijver van de BeUjdenissen en ook over het boek zelf, is het tijd om Augustinus zelf aan het woord te laten. We geven in deze bijdrage het eerste deel van zijn lofprijzing waar hij het eerste boek van zijn BeUjdenissen mee begint. Dit eerste boek is onderverdeeld in twintig paragrafen. De gehele lofprijzing vinden we in de §§ 1-5. De §§ 6 en 7 handelen over Augustinus' prille jeugd, de tijd waaraan hij geen herinnering heeft, de §§ 8-20 gaan over zijn knapenleeftijd. Daarin beÜjdt hij de zonden die hij bedreef in zijn kinderjaren en in de tijd die hij op school doorbracht. Vooraf willen we er nog op wijzen dat de kerkvader bij het geven van Bijbelcitaten een oude Latijnse vertaling gebruikte. De door ons cursief weergegeven vertahngen van de desbetreffende Bijbelplaatsen kunnen soms sterk afwijken van de ons vertrouwde Statenvertaüng.

Augustinus begint zijn loijprijzing als volgt: „Groot zijt Gij, o Heere, en zeer te prijzen; groot is Uw kracht en Uw verstand heeft geen getal. En prijzen wil U een mens, een deel van Uw schepping; ja een mens, die zijn sterfeüjkheid met zich omdraagt, die met zich omdraagt het bewijs van zijn zonde en het bewijs, dat Gij de hovaardigen wederstaat. En toch wil die mens, een deel van Uw schepping, U loven. Gij wekt hem er toe op, dat het zijn lust is U te loven, want Gij hebt ons geschapen tot U en ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U. Laat mij, Heere, weten en begrijpen, wat van de twee eerder is: U aan te roepen of U te prijzen, en U te kennen of U aan te roepen. Maar wie roept U aan zonder U te kennen? Want on­ wetend kan hij het verkeerde aanroepen. Of wordt Gij veeleer aangeroepen, opdat men U zal kennen? Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welke zij niet geloofd hebben? Of hoe geloven zij, zonder die hun predikt? En zij zullen de Heere prijzen, die Hem zoeken. Want wie Hem zoeken, vinden Hem en wie Hem vinden, zullen Hem prijzen. Laat me U zoeken, Heere, terwijl ik U aanroep en U aanroepen, terwijl ik in U geloof; want Gij zijt ons verkondigd. U roept aan, o Heere, mijn geloof, dat Gij mij geschonken hebt, dat Gij mij hebt ingeademd door de menseüjke natuur van Uw Zoon, door de dienst van Uw verkondiger" (Conf.Ll).

Al aan het begin van zijn boek komen dus de zo beroemde en vaak aangehaalde woorden voor over ons hart dat onrustig is, totdat het rust vindt in God.

Augustinus vraagt zich in dit gedeelte kennelijk af hoe het kan dat een zondig mens toch z'n God prijst. Dit is uitsluitend te danken aan Gods genade. Wie God wil prijzen moet Hem wel kennen. Uit zijn tijd bij de Manicheeërs wist de kerkvader heel goed dat mensen kunnen menen dat zij God aanroepen, terwijl het in werkeüjkheid niet meer is dan een hersenschim tot wie ze zich wenden. Maar door de verkondiging wordt God ons bekend. Daarom eerst de prediking, dan het geloof, het zoeken en aanroepen, het vinden en het kennen en eindeUjk de lofprijzing (dr. A. Sizoo). Niet duideUjk is aan wie Augustinus bij „Uw verkondiger" dacht. Was het Ambrosius? Of Christus Zelf?

Epe

P. Vermeer

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Lezen in Augustinus' belijdenissen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 november 1999

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's