Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paaszangen van Willem Sluyter

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paaszangen van Willem Sluyter

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naast de meer omvangrijke dichtbundels, heeft Sluiter ook nog kleinere geschreven. Hiertoe behoort „De triumferende Christus", dat handelt over de Opstanding en Hemelvaart van de Zone Gods. Na een „toeëigening" van Sluiter aan zijn schoonouders, laat J. Vollenhove een uitvoerig gedicht volgen. De meeste werken uit die tijd worden voorafgegaan door gedichten van familie of vrienden van de auteur.

Over de Verrijzenis van Christus schrijft Sluiter 75 coupletten, elk van acht regels, terwijl de zang op de Hemelvaart 70 coupletten van acht regels bevat. Over de vluchtende wachters schrijft Sluiter:

't Krijgsvolk zoekt uw macht t' ontglippen, 't Lilt en trilt door al de glans, Met bestorven bleke lippen; 't Schrikt en snikt als dood bijkans. Ieder, als hij zich wat rapper, Na de angst begint te zien, Meent nog kloek te zijn en dapper, Dat hij voor u weg kan vliên.

Even verder staat er:

't Graf, dat u had ingezwolgen, Als de walvis Jona eer, Toen de zee zo was verbolgen, Moet u nu uitgeven weer. 't Onweer van Gods grote toren Is door u geheel gestild, 't Rijk des doods komt gij verstoren, Dat de afgrond beeft en trilt. Deerlijk alle schepsels treurden, Toen g'aan 't kruis de doodsnik leed; Stenen steenden, rotsen scheurden, Met het heilig tempelkleed, d' Aarde beefd', uit schrik, beneden; Als 't de zon van boven zag, Ging ze haar in rouw bekleden, Duister midden op de dag.

Als de dichter door het geloof mag zien op de overwinning van Christus op dood en hel, dan roept hij uit:

Rijd, o Dood, vrij op uw rossen, Maak, o helhond, veel geblafs; God zal mijne ziel verlossen Van het sterk geweld des grafs. Sterk gewapend', uwe kerker Hebt gij gans niet wel bewaard, Maar u overkomt een sterker, Daar gij lang voor waart vervaard.

Op het laatst gaat de dichter over tot het gebed om heiligmaking:

Laat mij met u opgewekt zijn, Goede Jezus, dat mijn hart Steeds naar boven mag gestrekt zijn, En in 't aardse niet verward. Doe mij in gedaeht'nis houden Uw opstanding uit de dood, Dat mijn ijver nooit verkoude, Maar aldus blijv even groot.

Het slotcouplet van de Verrijzenis wordt een jubel van al degenen, die met Christus zijn opgestaan en Zijn verschijning hebben liefgehad:

'k Zal uws Naams dan doen gedenken. Van geslachte tot geslacht; Dat ze, die uw ere krenken, Beven voor uw grote macht; Maar dat uw rechtvaard'gen samen Met mij zingen overluid: Amen, Heere Jezus, amen; Amen, o verrezen Spruit.

Deze coupletten kunnen gezongen worden op een franse melodie „Petit Bourdeaux", bij niemand onzer wellicht bekend. Ook bij de gedichten van Van Lodensteyn staan velerhande wijzen, die we niet kennen. Toch kunnen de geciteerde gedichten over de Opstanding gezongen worden op een wijs, die bij de meesten wel bekend is. Onder het opschrijven van deze coupletten, kwam de wijs van het bekende lied „uren, dagen, maanden, jaren" mij in de gedachten. Probeer maar, en ge zult zien, dat het gaat.

INDEX.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1955

Daniel | 8 Pagina's

Paaszangen van Willem Sluyter

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1955

Daniel | 8 Pagina's