Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Samenspraak tussen een vader en zijn twee zonen over Samuël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Samenspraak tussen een vader en zijn twee zonen over Samuël

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vader: Ik meen dat wij nu het vierde en vijfde vers hebben afgewerkt. Hebben jullie nog iets erover te vragen?

Bert: Het laatste gedeelte hebben wij nog niet besproken, n.l. dat de Heere de kinderzegen onthield aan Hanna. Ik zou denken als er een mens een zegen kon verwachten, dan was zij het toch. Ik denk aan Psalm 128, welk een rijke zegen er toegezegd wordt aan diegenen die de Heere vrezen en in Zijn wegen wandelen, telkens als die Psalm gelezen wordt denk ik er aan, en als ik ooit trouw zal ik het zo doen, hoop ik. Als ik het onderscheid zie tussen Hanna en Peninna, dan is die kinderzegen toch wel misplaatst.

Vader: Als vrij het onderscheid zien tussen die twee vrouwen en wij gaan menselijk rekenen, dan komt Hanna die zegen toe, en niet Peninna, doch u moet niet vergeten dat Hanna de kinderzegen niet onthouden is, hoewel die op een geheel andere vrijze gegeven is dan wij zouden verwachten. Het is smartelijk als de Heere iets onthoudt wat wij denken goed te zijn, doch als, het de uitwerking heeft als bij Hanna, dan kroont het werk Gods alles. Het wachten op de begeerde zaak is voor Hanna geworden een worstelen aan de Troon van Gods genade, en die worstelaar heeft de overwinning verkregen. Op zulke gebieden zal God antwoorden. En wat uw andere opmerking betreft. Ik begrijp best dat jij het anders en beter zou gedaan hebben dan de Heere bestuurd heeft. De appel valt niet ver van de boom, Bert. Het is ook dat doel geweest dat Adam vervulde toen hij de vrucht nam en at. Zelf uitmaken wat goed en wat kwaad is was het doel, er is nog het doel van onze bedorven natuur, die niet wil zo God wil. Dat geldt niet alleen van de mens van nature, doch ook in het leven der genade kunnen wij de bittere vruchten zien geopenbaard. Psalm 73 geeft zulk een voorbeeld. Hoe Asaf het niet eens was met Gods weg, totdat hij in Gods heiligdom werd ingeleid om op het einde te merken, en in het ware schuldbesef terecht uitriep: „Ik ben een groot beest bij U". Ook in de geschiedenis van Jacob kunnen wij dat merken, toen hij inplaats van Rachel Lea kreeg. Tenslotte echter mocht hij bukken onder Gods leiding en aan het eind van zijn leven uitroepen: „Aldaar heb ik Lea begraven." En wat uw laatste opmerking betreft. Ik hoop dat de Heere, die elk zijn vrouw als met Zijn hand toebrengt, u zal geven een man te zijn die de Heere vreest in Zijn wegen wandelt, dan zal u wel geen strijd gespaard worden, doch de uitkomst zou gekroond worden, en het zou doen leven tot Gods eer. Kijk maar goed uit je ogen en vergeet niet dat het spreekwoord al te veel bewaarheid wordt: „Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen".

Huib: Er wordt zoveel geschreven over kinderbeperking, de Heere heeft toch de vruchtbaarheid in Zijn hand, er zullen toch niet meer geslachten komen dan de Heere wil en bepaald heeft?

Vader: U moet niet vergeten, dat de Heere onfeilbaar alles volvoert, doch ook niet, dat wij ons daarin kunnen bezondigen door ons gemak uit te buiten en te schuilen achter Gods raad. Wij zijn redelijke schepselen, en de Heere heeft dat in Zijn Woord en Wet voorgesteld, en ook het huwelijksleven zal geoordeeld worden naar Gods Woord en Wet. Er zijn huwelijken die gesloten zijn en uitgeleefd worden in de ongunst, en er zijn huwelijken die kennelijk in de gunst des Heeren zijn, waar ook de moeilijkheden in onderwerping mogen gedragen worden, en men elkander mag zijn tot een hand en voet.

Huib: Kan men uit de onvruchtbaarheid in de natuur ook leringen trekken voor het geestelijk leven? Ik meen dat de kerk dikwijls afgetekend wordt in die onvruchtbaarheid zoals ook in Psalm 68 : 3 staat.

Hij is 't die de eenzame geeft
Een huis dat vol van kinderen leeft,
Na haar langwijlig wachten.

Vader: Zoals de vruchtbaarheid in Gods hand rust, zo is ook Zijn besturing in het geestelijk leven, hoewel de onvruchtbaarheid een gevolg van de zonde is, maar de Heere komt nooit over de zonde heen. De vruchtbaarheid is geest en leven, en als dat in Gods kerk gemist wordt, zijn het tijden van dorheid en onvruchtbaarheid. Wij leven wel in een tijd van onvruchtbaarheid, waarin weinig kinderen geboren worden, en de bewijzen daarvan zijn het minder openbaar komen van geest en leven. En waar die geest in zijn vruchtbare werking wijkt, daar komt een andere geest voor in de plaats, dan gaat men leven bij schijnvruohten, die de tegenheden niet kunnen doorstaan, en net verdwijnen als zij opkomen. Wat leert de tijd veel, inzonderheid ook veel teleurstelling, en wat kan daarentegen de geestelijke vruchtbaarheid doorbreken. Het wordt ook daarin vervuld dat blijdschap komt na veel smarten. In de natuur tracht men kunstmatig de vruchtbaarheid op te wekken, als een bewijs dat de goede vruchtbaarheid gemist wordt en dat plant zich ook op de kerk over, als de Heere het niet meer doet gaan wij wat anders proberen.

Huib: Het is toch ook niet goed dat men er maar lijdelijk in leeft en zegt dat het zo moet? Wat is het middel om op de juiste plaats te leven en wat zijn de middelen die men daarin betrachten moet? Vader: Als een dokter de onvruchtbaarheid merkt onderzoekt hij tot in geslachten wat de oorzaak zijn kan, en daar moet het heen, Huib. Die middelen gebruiken waar de Heere op de breuk wijst, en onderzoeken waar de breuk ligt. Die boeken lezen waar de breuk en de genezing in beschreven worden. De onvruchtbaarheid moet de schuld van de kerk worden, en de Heere alleen is machtig om middelen te geven om op de rechte plaats te komen, en dan zal de kerk niet vrij uitgaan. Jesaja sloot zich door genade in als hij uitriep in Jes. 63 : 17: Waarom doet Gij ons van Uwe wegen dwalen, waarom verstokt Gij ons hart dat wij U niet vrezen? Als wij zelfontdekking missen zien wij wel de schuld van anderen (en dat kan de volle waarheid zijn) doch wij blijven zelf de onschuldige, en dat tekent de donkerheid van onze tijd sterk. Weinig wordt het ingeleefd dat wij de schuld dagelijks meerder maken, en daar zal het moeten komen. Daar worden de weldaden groot, daar wordt de zonde tot smart, daar wordt het middel geopenbaard om verlost te worden, daar volgen de rijke vruchten van ootmoed, de liefde tot God en de naaste. Het wordt vervuld in dit woord: „Als Mijn volk zich schuldig kent dan zal ik aan Mijn verbond gedenken." De Heere geve een uitkomst als bij Hanna en dan zullen er kinderen de Heere gewijd worden, hoewel het door grote strijd is heengegaan. Die strijd in het huisgezin willen wij D.V. later bezien.

Yerseke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 1951

De Saambinder | 4 Pagina's

Samenspraak tussen een vader en zijn twee zonen over Samuël

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 1951

De Saambinder | 4 Pagina's