Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met adviserende stem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met adviserende stem

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De uitdrukking die hierboven staat afgedrukt is te vinden in onze kerkorde en wel in artikel 42: Waar in een gemeente meer dan één dienaar des Woords is, mogen zij die niet volgens het voorgaande artikel afgevaardigd zijn, met adviserende stem op de classicale vergadering verschijnen.

In het ”voorgaande artikel” (art. 41) wordt de kwestie van de afvaardiging naar meerdere vergaderingen geregeld. Een belangrijk principe daarbij is dat de meerdere vergaderingen bestaan uit kerken. De kerken van een bepaald ressort komen bijeen om met elkander over verschillende zaken te beraadslagen. En daarbij is een kwestie van het beginsel, dat iedere kerk op gelijke wijze vertegenwoordigd is. Dat betekent dat een kleine kerk evenveel afgevaardigden mag zenden als een grote kerk. In onze ”democratische” tijd met allerlei ”democratiserende” tendenzen stuit dit wel eens op bevreemding: mag een kleine kerk evenveel afgevaardigden zenden als een grotere ? Maar bestaat dan niet het gevaar dat een kleine kerk, of enkele kleinere kerken bij elkander gaan heerschappij voeren over een grote kerk ? Zo wordt wel eens gevraagd, en zo is al tijden lang gevraagd. Maar die vraagstelling gaat uit van een geheel verkeerde gedachte, n.l. als zouden op een meerdere vergadering de kerken heersen. Integendeel. Zij zijn daar bijeengekomen om te dienen. En de enige die heerst is de Koning zelf, Jezus Christus. Hij doet dat door zijn Woord. En allen zijn (daar wordt tenminste in het kerkelijke leven van uitgegaan) gewillig om zich aan zijn regiment te onderwerpen. Op een kerkelijke vergadering regeert het Woord van God. En daarbij komt het niet aan op het getal, maar op het inzicht in het Woord. Met het oog daarop heeft de Kerkorde ook de afvaardiging op deze wijze geregeld.

Dat we nü deze zijde van de afvaardiging naar meerdere vergaderingen onderstrepen geschiedt met geen andere bedoeling dan om duidelijk te maken, wat de zin van artikel 42 is. Daar wordt voortgeborduurd op hetzelfde thema. Want, wanneer er nu in een gemeente meerdere dienaren zijn, die, omdat de vertegenwoordiging van iedere gemeente op de classis slechts door één dienaar met een ouderling geschiedt (of ook een diaken), niet afgevaardigd kunnen worden met een ”keurstem”, met een beslissende stem dus, hoe is dan de positie van die dienaren ?

Reeds op de Dordtse synode kreeg men met de vraag te maken. Blijkens de Post-Acta van deze synode werd de vraag gesteld of meer predikanten uit één kerk tot de classis komende ieder in de vergadering een eigen stem zou hebben. De achtergrond van deze vraag laten wij hier nu rusten. Slechts interesseert ons het antwoord van Dordt. Daarin werd duidelijk uitgesproken, dat alle predikanten op de classis zouden komen. Maar dat zij er niet alle met gelijke stem zouden zijn. In de zestiende eeuw was het een zeer begrijpelijke gedachte, om alle predikanten bij het classicale werk te betrekken. Er waren in het begin slechts weinig predikanten, en onder hen waren velen onbekwaam. Om zo te zeggen: alle hens moesten aan dek komen. Juist de predikanten uit de wat grotere plaatsen waren dikwijls ook degenen die aan het kerkelijke leven leiding zouden kunnen geven. Met het oog daarop was de aanwezigheid van alle predikanten op de classis wel zeer gewenst. Maar het zou strijden met het gereformeerde beginsel wanneer men verder ging en nu ook aan al die tegenwoordige predikanten een beslissende stem zou toekennen. Daarom sprak Dordt van een adviserende stem. Men zou kunnen zeggen, dat misschien op de achtergrond de overweging wel meespeelde, dat alle kerken wel gelijk staan, maar dat waar het gaat om de invloed op de gang van zaken een grotere kerk wat meer invloed zou kunnen hebben, niet omdat zij groter is, of omdat juist dat groter zijn iets meer zou betekenen, maar omdat het voor de hand ligt dat juist in zulk een grotere gemeente ook misschien wel meer wijsheid is. Dit laatste is een veronderstelling van Rutgers, die we nu niet verder willen bespreken. Wel moet het duidelijk zijn, dat het verlenen van een adviserende stem nimmer mag betekenen, dat in feite op deze manier een grotere macht verleend zou kunnen worden aan een grotere gemeente.

Het ligt voor de hand, dat aan het beleid van een voorzitter van zulk een vergadering veel afhangt. Hij moet tenslotte gebruik maken van advies. Hij kan dat vragen. Hij kan daartoe het woord verlenen. Hij kan, maar dat zal nergens geschieden, indien het mocht komen te gebeuren dat sommige mensen met een adviserende stem zich kwamen te misgaan, door een soort morele pressie uit te oefenen op een vergadering, de zaak weer tot de juiste proporties herleiden. En met het oog daarop is het ook zo begrijpelijk, dat men in Friesland tijdens de grote synode de bepaling had, dat een praeses de stemmen van de aanwezige predikanten met adviserende stemmen moest ”pondereren en niet numereren, opdat de meeste stemmen de beste niet overwinnen”. De praeses had, met andere woorden niet zozeer te letten op het getal, maar op het gewicht der argumenten. Het zou dwaas zijn, wanneer een meerdere vergadering geen gebruik zou weten te maken van de gaven en krachten die in haar midden aanwezig zijn. Maar het zou even dwaas zijn wanneer een vergadering zich aan handen en voeten zou laten binden door degenen, die met adviserende stem aanwezig zijn. Terecht is opgemerkt, dat predikanten die geen keurstem bezitten grote invloed kunnen uitoefenen op een vergadering. ”Een persoon kan door zijn woord veel groter invloed uitoefenen, dan hij door een stem zou vermogen te doen”.

Juist daarom zou een classis dwaas handelen, en een particuliere synode evenzo, wanneer zij in hun vergadering geen gebruik zouden maken van door God gegeven mogelijkheden, en tevens niet een open oog zouden hebben voor de menselijke gevaren die hier dreigen.

Met het oog daarop lijkt het al evenmin verstandig om iemand met een adviserende stem in het moderamen van een vergadering te verkiezen, of daarvan zelfs voorzitter te maken. Al te veel zou daarmee het beginsel van het voorgaande artikel in gedrang komen. De adviserende stem wordt daarmee misschien ongemerkt tot een beslissende stem. En dat is de bedoeling niet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1973

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Met adviserende stem

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1973

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's