Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DOMINEE JEAN CLAUDE VAN CHARENTON (I619-1687)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DOMINEE JEAN CLAUDE VAN CHARENTON (I619-1687)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Wij protesteren er vooral tegen dat men nu in Frankrijk de godsdienst laat afhangen van de wil van een sterfelijke en omkoopbare koning, en dat men volharding in het geloof wil behandelen als een misdrijf tegen de Staat, wat betekent dat men van een mens een afgod maakt'. (J. C. 1686)

Drie honderd jaar geleden overleed te Den Haag de uit Frankrijk verdreven predikant Jean Claude. Onder de vele voortreffelijke figuren die het Franse protestantisme heeft voortgebracht, neemt hij een belangrijke plaats in.

Claude kwam uit een predikantsgezin. Hij werd geboren in 1619 te La-Salvetat-du-Dropt bij Agen, 650 km. ten Z.W. van Parijs. Hij studeerde theologie aan de (protestantse) academie van Montauban, waarvan hij later zelf docent werd. Een zijner oud-leerlingen is de Utrechtse Waalse predikant en Bijbelvertaler David Martin geweest (18de eeuw).

Claude diende o.a. de kerkgemeente van Nîmes het 'protestantse Rome'. Moedig en welsprekend, verdedigde hij de bij het Edict van Nantes (1598) door Hendrik IV aan de Franse hervormden verleende rechten en vrijheden. Dat zou hem in scherp conflict brengen met het episcopaat. Ondanks zijn gerechtvaardigde protesten bij de regering moest hij Nîmes verlaten.

In 1666 nam Claude een beroep aan naar Charenton aan de Marne 3 km. ten O. van Parijs. Daar het de hervormden niet toegestaan was om een kerk in Parijs te hebben, hielden zij hun diensten te Charenton. Daar hadden zij een groot kerkgebouw dat onmiddellijk na de herroeping van het Edict van Nantes gesloopt is! (1685) Claude maakte naam als een geducht controversist. Destijds was gebruikelijk dat bekende hervormden die - vaak uit pure berekening - rooms wilden worden, in hun woonhuizen priesters en predikanten lieten discuteren over de geloofsverschillen tussen Rome en de Reformatie. Nadat in 1670 maarschalk Turenne, onder invloed van de gezaghebbende bisschop Bossuet, r.k. was geworden, wilde zijn nicht Mademoiselle Duras eventueel wel het voorbeeld van haar oom volgen. Maar eerst liet zij in haar Parijse salon Bossuet en Claude een geloofsdebat houden, voor haar en haar vrienden. Uiteindelijk werd de dame rooms, maar achteraf verklaarde Bossuet dat hij 'gebeefd' had, voor de geloofstrouw van de bij zijn discussie met Claude aanwezige r.k. toehoorders.

Doch niet alleen op zuiver theologisch gebied was Claude zeer deskundig, hij was ook alert waar het de kerkelijke politiek van de koning betrof. In 1681 bepaalde Lodewijk XIV dat protestantse kinderen vanaf 7 jaar, zonder toestemming van hun ouders r.k. konden worden. Deze moesten betalen voor de opvoeding van hun zoons en dochters, die in kloosters waren opgenomen. In een rekest aan de koning gaf Claude op welsprekende wijze uiting aan de wanhoop van de ouders, wier kinderen hun ontnomen werden. Op Claude's schrijven dat in de archieven bewaard gebleven is, staat in grote letters het woord: 'Néant' (niets, geen antwoord). Ondertussen sloopte de koning wat er nog over was van de waarborgen, die Hendrik IV in 1598 aan zijn hervormde onderdanen had verleend. Door de beruchte 'dragonnades' - dwangbekeringen met militair geweld - kwam er een nieuwe bedreiging voor de rechten van de protestanten, (zie P.N. van jan. tot mrt. '81) Claude schreef in een brief aan zijn zoon die reeds in Nederland was: 'Er wordt gewerkt aan een herroeping, dat is zeker'.

Toch koesterden velen nog de stille hoop dat het niet tot het uiterste zou komen. In januari 1685 richtte Claude een laatste verzoekschrift tot de koning namens de Franse protestanten: 'Dernière requête au roi des protestants de France'. Eerbiedig somt Claude alle rechtsverkrachtingen op, die men het Edict van Nantes heeft doen ondergaan. De vrijheid van godsdienst, aldus Claude, is wettelijk gefundeerd. Wordt zij opgeheven dan schendt men de wetten, en worden veel trouwe onderdanen van de koning ernstig benadeeld. Bovendien is religie onafhankelijk van 's mensen wil, zodat dwangmaatregelen leiden tot huichelarij en ongeloof. Ten sterkste ontkent Claude dat zijn geloofsgenoten ketters zouden zijn. Zij aanvaarden immers de hoofdzaken van het christelijk geloof. Uit hun naam vraagt Claude tenslotte aan de koning, om de bepalingen van het Edict van Nantes opnieuw ten volle te doen uitvoeren.

Er werd geen rekening gehouden met dit waardige protest! Nu vele kerken gesloten waren, vestigden tal van hervormden zich in Parijs, en gingen ter kerke in het naburige Charenton. Met Pasen en Pinksteren 1685 telde men respectievelijk 3000 en 4000 Avondmaalsgangers. Omdat het spoedig gedaan zou zijn met de hervormde eredienst, wilde men tot het laatste toe trouw ter kerke gaan. In een van zijn laatste preken zei Claude tot zijn geloofsbroeders: 'Gij zult ons woord niet meer horen, maar gij zult het Woord des Heren horen. Gij zult geen kerken meer hebben, maakt daarom, verenigd in het geloof, van uw harten een heiligdom naar de geest'. (Edouard Gaujoux in zijn biografie van Jean Claude).

Eindelijk was het Herroepingsedict van Fontainebleau door de bejaarde kanselier Le Tellier opgesteld. Lodewijk XIV tekende het op 17 oktober 1685. Een dag later werd het voorzien van het groene zegel van de Staat. Men wilde wachten tot de 22ste met de registratie van het stuk door het parlement (hoogste rechtscollege). Voor zondag 21 oktober was n.1. een stout stukje gepland. Onder militaire bescherming zouden huurlingen de afscheidsdienst van dominee Claude verstoren, door luidkeels te roepen: 'Réunion, réunion' (hereniging met Rome). Twee 'toevallig' aanwezige bisschoppen zouden dan de aanwezigen, die zo luide hun wens te kennen gaven om r.k. te worden, opnemen in de brede schoot der roomse kerk.

Maar Claude die een en ander vernomen had, het de dienst afgelasten. Hij zocht toevlucht in de ambtswoning van zijn vriend von Spanheim, zaakgelastigde van Friedrich Wilhelm de keurvorst van Brandenburg. Deze vijand van Lodewijk XIV was een groot beschermer van de Franse protestanten. (Zie P.N. van juni/juli '86). De politie van de koning had Claude al vlug gevonden. Terwijl alle predikanten een respijt van 14 dagen hadden om, met achterlating van hun kinderen boven de 7 jaar. Frankrijk te verlaten, moest Claude binnen 24 uur vertrekken. Een koninklijke kamerdienaar bracht hem, via Kamerijk, naar de grens met de Zuidelijke Nederlanden.

Claude ging naar ons land en nam zijn intrek bij zijn zoon, die Waals predikant in Den Haag was. Daar schreef de oude, maar strijdvaardige dominee, in 1686, een laatste protest tegen het machtsmisbruik van de autocraat Lodewijk XIV: 'Les plaintes des protestants Français cruellement opprimés dans le royaume de France'. (Klachten over de wrede onderdrukking van de protestanten in het koninkrijk Frankrijk). Na op Kerstdag nog gepreekt te hebben werd Claude ernstig ziek. Deze onverschrokken strijder voor protestantisme en gewetensvrijheid overleed, op 13 januari 1687, in Den Haag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Protestants Nederland | 8 Pagina's

DOMINEE JEAN CLAUDE VAN CHARENTON (I619-1687)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Protestants Nederland | 8 Pagina's