Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De arme en kleine Gidéon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De arme en kleine Gidéon

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(3)

Wie meent dat Gideon nu aanstonds de roeping aanvaardt, vergist zich. De aanstaande richter oppert bezwaren. Hij ziet geen mogelijkheid om de opdracht uit te voeren. Het gaat hem net als weleer Mozes die met ontschoeide voeten bij het doornbos stond.

Als Gods volk op zichzelf ziet kan het niet. Waarmee zal Gideon Israël verlossen? Om de strijd met de Midianieten aan te gaan zal er een leger moeten zijn, en er is geen leger. Er zullen ook wapenen moeten zijn en die zijn er evenmin.

In de dagen van Saul was het al niet veel beter gesteld. Er werd in het ganse land van Israël geen smid gevonden want de Filistijnen hadden gezegd: "Opdat de Hebreen geen zwaard nog spies maken". Gideon kon ook niet rekenen op zijn geslacht. Zijn duizend was het armste in Manasse en hij was de kleinste in zijns vaders huis.

De stammen van Israël waren gedeeld in geslachten van duizend, van honderd enz. Van al die geslachten van Manasse was het geslacht van Joas het minst vermogend en het minst in aanzien. In het huis van zijn vader was Israels toekomstige verlosser de kleinste. Hoe aantrekkelijk is Gideon hier voor ons. De dichter van Psalm 138 zingt:

Hij slaat toch, schoon oneindig hoog Op hen het oog Die need'rig knielen.

God wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade. We horen helaas ook wel eens andere geluiden. Er zijn mensen die veel met hun ellebogen werken. Zij treden graag op de voorgrond en horen zichzelf graag praten. Het zijn mensen die op willen vallen en zichzelf het meest geschikt achten om onder anderen een ambt te bekleden.

Zie hier het wijs beleid des Heeren, opdat geen vlees zal roemen dan van Hem. De Heere heeft het kleine en verachte uitverkoren om daarmee het wijze te beschamen.

Gideon is arm en klein. Hij is in eigen ogen de minst geschikte man om Israël te verlossen. Wat zal de Heere daarop zeggen? Heel eenvoudig klinkt het uit 's Heeren mond: "Omdat Ik met u zal zijn, zo zult gij de Midianieten slaan, als een enigen man". Alleen op deze wijze kan het. O, hoe groot is het als de Heere mee optrekt. De aartsvaders hadden dat in hun leven ondervonden. Tot Jakob zegt de Heere: "Vrees niet van af te trekken naar Egypte, want Ik zal u aldaar tot een groot volk zetten. Ik zal met u optrekken naar Egypte, en Ik zal u doen wederoptrekken, mede optrekkende". Toen Jeremia in het voorhof der bewaring besloten was, kreeg hij van de Heere een aparte boodschap die bestemd was voor Ebed-Melech de Moorman.

De bedroefde en zuchtende Baruch werd door de Heere liefelijk vertroost. Hij zou zijn ziel tot een buit hebben in alle plaatsen waar hij zou heentrekken.

Het is de oprechten van hart om God te doen. Zijn gunst sterkt meer dan de uitgezochtste spijzen. Welk een wonderlijke vrede kan er afdalen in de harten van Gods volk als de Heere Iaat blijken van hen af te weten.

Van Mozes lezen we dat hij niet lang behoefde na te denken toen de Heere zei: "Zou Mijn aangezicht moeten medegaan om u gerust te stellen? " Spontaan klinkt het uit Mozes' mond: "Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken".

De Heere beloofde met Gideon te zijn, maar nu wil de aanstaande verlosser van Israël zekerheid hebben. Hij zegt in vers 17: "Indien ik nu genade gevonden heb in Uw ogen, zo doe mij een teken, dat Gij het zijt. Die met mij spreekt". Gideon begeert een teken, hij wil bevestigd worden in zijn geloof dat het de Heere is die tot hem spreekt.

Het begeren van een teken kan ook uit ongeloof voortkomen. De vijanden van Christus begeerden, toen Hij op aarde was, een teken van Hem. Dit was een ongelovig tarten van de Heere. Deed Hij niet vele tekenen? De blinden werden ziende, de doven hoorden, de melaatsen werden gereinigd en de doden werden opgewekt. Ondanks dat alles was er bij de vijanden ergernis. Ze wilden een teken van God uit de hemel waaruit bleek dat Hij de beloofde Messias was. Degenen die op deze wijze een teken begeerden worden door Christus een boos en overspelig geslacht genoemd. Hun zal geen teken gegeven worden dan het teken van Jona de profeet.

Verder moeten wij oog hebben voor de bedeling waarin Gideon leefde. Het gaat niet aan om nu in alles van de Heere een teken te begeren. De Heere verschijnt niet meer zoals Hij aan Gideon verscheen; Hij gaf ons Zijn Woord. Op dat Woord hebben wij gestadig te letten.

In de tijd waarin Gideon leefde was er nog geen geschreven Woord van God. Dit neemt niet weg dat ook nu wel eens een teken van de Heere wordt begeerd en dat Hij dat geeft. Gods gewone weg is echter dat Hij Zijn volk bekeert en leidt door Zijn Geest en Woord.

Welk is het teken dat Gideon van de Heere begeert? We lezen in vers 18: "Wijk toch niet van hier, totdat ik tot U kome, en mijn geschenk uitbrenge, en U voorzette". Dat geschenk moest bereid worden, en dat vergde tijd.

Er is onderscheid tussen de verschijning des Heeren aan Abraham en er is ook overeenkomst. Aan de vader der gelovigen verschenen drie mannen en van het overvloedige maal dat hun werd voorgezet hebben zij gegeten.

Van de broers van Jozef lezen we: "En zij bereidden het geschenk, totdat Jozef kwam op de middag; want zij hadden gehoord, dat zij aldaar brood eten zouden".

Zo nederbuigend goed is de Heere dat Hij toezegt te willen blijven totdat Gideon zijn geschenk uitbrengt. Dit geschenk bestond in een geitenbokje en ongezuurde koeken. Het gebraden vlees werd door Gideon in een korf gedaan, en het sop (de saus) deed hij in een pot. En zo zien wij Israels toekomstige richter als gastheer met de maaltijd gaan tot de eik waar­ onder de Engel des Heeren zat. Zijn Naam is Wonderlijk. Wat de een wordt toegestaan, wordt de ander onthouden. Was het niet Simsons vader die ook voor de Engel des Heeren een geitenbokje wilde bereiden? Maar de Engel zeide tot Manóach: "Indien gij Mij zult ophouden. Ik zal van uw brood niet eten". Ook van Gideons geschenk werd niet gegeten.

Aalburg,

Ds. A. Hofman.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1987

De Saambinder | 8 Pagina's

De arme en kleine Gidéon

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1987

De Saambinder | 8 Pagina's