Verzegeld met de Heilige Geest

BIJBELSTUDIE

, , In Welke ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welke gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte". (Efeze 1 : 13)

O ver de , , verzegehng met de Heihge Geest" is de eeuwen door al heel wat te doen geweest. Is deze verzegeling nu met het geloof gegeven, óf is het een soort tweede genade, een , , second blessing", een extra iets, dat ons korter of langer tijd nadat wij tot geloof gekomen zijn geschonken wordt? Beide opvattingen komen we in de theologiegeschiedenis en zo ook in allerlei meditatieve lectuur tegen. Het noopt ons om nauwkeurig te luisteren naar wat Paulus, of liever: naar wat de Geest in het bovenstaande vers tot ons zegt.

Het Woord der waarheid

Nog altijd staat Paulus' betoog in het kader van Gods grote einddoel: alles één in Christus (vs. 10). In Hem zijn de gelovigen te Efeze verkoren (vs. 4 en 11). In Hem zijn ze geworden tot Gods onvervreemdbaar eigendom en erfdeel (vs. 11). In het voorafgaande heeft de apostel op allerlei wijze beklemtoond het grote voorrecht van het , , in Christus-zijn"! Een voorrecht, waar ook de Efezen in mogen delen: , , In Welke ook gij zijt..."! Ook zij zijn , , in Christus"! Door Gods Geest ingelijfd in Hem. Door het geloof op het allernauwst met Hem verenigd. In Zijn verkiezende liefde nam God de rank van hun leven en entte die in de Wijnstok Christus. Ook voor u en mij geldt: er is geen groter voorrecht denkbaar dan dat ook van ons getuigd mag worden: , , In Welke ook gij zijt... "!

Hoe is dat in Efeze toegegaan? Zijn daar allerlei mysterieuze krachten aan te pas ge- komen? Oncontroleerbare gebeurtenissen, zoals bij de Griekse mysteriegodsdiensten? Nee, het Wóórd is tot hen gekomen. De apostel schrijft: , , Nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt". Ook van Gods gemeente te Efeze geldt: , , Het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods" (Romeinen 10 : 17). Hoe nietig ook, hoe weinig in trek ook, toch is dit ook vandaag nog altijd de koninklijke weg, waarlangs God zondaren opzoekt. Tot geloof en bekering brengt. Christus verheerlijkt in hun hart.

Dat Woord wordt hier door Paulus omschreven als , , het woord der waarheid". Dat betekent allereerst, dat de inhoud van het Woord enkel waarheid is. Het is immers het Woord van de Gód der waarheid. Dit Woord openbaart ons de waarheid over God, over onszelf, over de zonde, over Christus, over de weg des heils, over onze eeuwige toekomst, over de weg waarin we hebben te wandelen enz., enz. In de tweede plaats betekent het ook, dat dit Woord absoluut betrouwbaar is. Waar en waarachtig. Je kunt er staat op maken. Je kunt je er met een gerust hart op verlaten. Het bedriegt je nooit. Want het is het Woord der „waarheid". Door Paulus tegelijk gekenschetst als , , het Evangelie uwer zaligheid". Omdat het vol is van die blijde boodschap, dat er in Christus redding, behoud en eeuwige , , zaligheid" is voor schuldige mensen.

Horen en geloven

Om daarin te delen komt het echter niet alleen aan op, , horen ", maar ook op, , geloven". Dat is: dat we van heler harte , , amen" op dat Evangelie zeggen. Ons van heler harte toevertrouwen aan Hem, van Wie het Evangehe vol is, de gekruisigde en opgestane Zaligmaker. , , Geloven"! Het is jezelf veroordelen en God rechtvaardigen. Het is temidden van schuld en zonde aan jouw kant je nochtans verlaten op Christus als de vaste Rots van het behoud. Het is als een goddeloze in jezelf schuilen in het bloed van het Lam. Als een mens die zelf niets heeft, waarmee hij voor God kan bestaan roemen in de gerechtigheid van Christus alleen.

En we vragen elkaar: u, die misschien van kindsbeen af het , , Woord der waarheid, namelijk het Evangehe uwer zahgheid" gehoord hebt, hebt u het ook geloofd? Zodat ook van u mag gelden, waar Mc Cheyne van zingt: , , Ik boog me en geloofde en mijn God sprak mij vrij"? Werd Christus ook uw enige Hoop en Roem? Zo ja, dan geldt: , , Drieënig God, U zij al de eer". Maar anderzijds, hoe erg als dat niet zo is. Als van ons gezegd moet worden, wat de Hebreënbrief getuigt van het oude Israël: , , Maar het woord der prediking deed hun geen nut, omdat het met het geloof niet gemengd was" (Hebreen 4:1). Die houding noopt tot het dringende vermaan: , , Zie dan toe, hoe ge hoort"! Immers, hoe zullen we ontvUeden, indien we op zo'n grote zaligheid geen acht geven!

Verzegeld met de Heilige Geest

De Efezen zijn echter niet alleen Christus deelachtig geworden, maar ook Zijn Geest! Paulus vervolgt: , , In Welke gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte"! In het Grieks wordt voor , , verzegelen" een woord gebruikt, dat zoveel betekent als: van een zegel voorzien. Nog preciezer: van een eigendomsmerk voorzien. Een beeld, ontleend aan de oude gewoonte om waardevolle bezittingen en eigendommen te merken. Mensen met enig vermogen Heten bijv. hun wapen afdrukken in zilveren bekers en andere kostbare erfstukken. Zodat iedereen wist, dat het betreffende stuk hen toebehoorde. Welnu, uit wat Paulus hier schrijft blijkt: Christus merkt de Zijnen ook. Voorziet Zijn gelovigen ook van een eigendomsmerk. En dat eigendomsmerk is niets en niemand minder dan Zijn Geest, Die geschonken wordt in het hart. Waar mensen tot geloof komen in Hem, verzegelt Christus hen , , met de Heilige Geest der belofte". Dat is: met de Geest, Die beloofd is aan allen, die Hem vrezen.

Wanneer vindt deze verzegeling plaats? Op grond van wat Paulus hier zegt, alsook andere Schriftgedeelten, mogen we zeggen: zodra het geloof in Christus doorbreekt in het hart! Weliswaar zou je op grond van de Statenvertahng tot de gedachte kunnen komen, dat er een zekere tijdsafstand zit tussen het tot geloof komen en het verzegeld worden met de Geest, maar zo hebben onze Statenvertalers dat niet bedoeld. In de kanttekeningen lezen we dan ook: , , Deze verzegeling geschiedt door het geloof en op het geloof". Vanuit het Grieks kan namelijk met evenveel recht vertaald worden met: , , Als gij geloofd hebt". Of: , , Toen u gelovig geworden bent". De tijdsvorm geeft als zodanig een zekere gelijktijdigheid aan. Gods handelen kenmerkt zich dus door een heilige orde. Hij werkt door Zijn Geest het geloof in ons hart, zodat we met Christus verenigd worden. Echter niet zodra behoren we Christus toe, of Hij merkt ons ook als Zijn persoonlijk eigendom. Hoe? Door Zijn Geest nu ook daadwerkelijk te doen wonen in ons hart: , , In Welke gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte". De verzegehng met de Heihge Geest geeft dus aan, dat Christus Zijn zegel. Zijn eigendomsmerk indrukt in het hart van de Zijnen. Daarin betuigt Hij: u bent van Mij! Ik heb u gekocht met Mijn dierbaar bloed en nu bent u Mijn wettig eigendom. U behoort niet langer uzelf toe, u behoort niet langer de boze toe, maar Mij. Het is de bevestiging van wat in Zondag 1 van onze Catechismus beleden wordt: , , Dat ik niet mijns, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben"!

Alle gelovigen

Uit alles blijkt: de verzegeling met de Geest is met het geloof gegeven. Het is niet iets extra's. Niet iets, wat mogelijk pas jaren later komt. Evenmin iets, wat alleen ontvangen wordt door mensen, die diep zijn ingeleid in de heilgeheimen van Gods Koninkrijk of reeds een bepaalde trap van geloof en verborgen omgang met God heb­ ben bereikt. Nee, elk die tot geloof komt, ontvangt de Heilige Geest in het hart. Wordt met die Geest verzegeld en daardoor gemerkt tot Christus eeuwig en onvervreemdbaar eigendom. Paulus maakt geen onderscheid. Het geldt al de Efezen, die waarachtig geloven. Het geloof mag nog zwak zijn, nog slechts in de knop, nog aarzelend en veel bestreden, het blijft toch staan: waar geloof is - als een wonderwerk van Gods Geest - daar is ook deze verzegeling.

Ook onze belijdenis spreekt wat dat betreft klare taal. In art. 27 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt van heel Christus' Kerk beleden: , , De ware Kerk is een heilige vergadering van ware christgelovigen, al hun zaligheid verwachtende in Jezus Christus, gewassen zijnde door Zijn bloed, geheiligd en verzegeld zijnde door de Heilige Geest". M.a.w.: alle ware gelovigen, allen die tot de ware kerk behoren - en dat zijn echt niet alleen de eikebomen der gerechtigheid, maar ook zij die nog maar o zo aanvankelijk op Christus leerden hopen - hebben deel aan deze verzegeling met de Geest. In de Dordtse Leerregels komen we precies dezelfde gedachte tegen (D.L.R.V. VIII).

Zijn verzegelend werk

Deze verzegeling is van grote betekenis voor het leven van het geloof. Over de werking van Gods Geest in het hart van de gelovigen zouden vele dingen gezegd kunnen worden. Maar gaat het in dit verband over de Geest als , , zegel", dan denken we natuurlijk in het bijzonder aan Zijn verzegelend werk. Waaronder we allereerst dit verstaan, dat Hij de waarachtigheid van Gods Woord bevestigt aan ons hart. Het Woord, dat in zichzelf levend en krachtig is, verzegelt Hij aan ons hart. Zodat we er ook van ganser harte , , amen" op zeggen. Het Woord niet langer in twijfel trekken en van allerlei jamaars voorzien, maar het gelóven, zowel in zijn veroordehng als in zijn vrijspraak. Vervolgens, tot het verzegelende werk van de Heilige Geest behoort ook dit, dat Hij ook de gelovigen zelf ervan overtuigt, dat ze het eigendom van Christus zijn. Dat hun geloof geen inbeelding is, maar echt. Dat ze niet tevergeefs op Christus hopen, maar dat hun vergeving van zonden, gerechtigheid en eeuwig leven om Christus' wil wis en zeker geschonken zullen worden. Kortom - en dat is een onpeilbare weldaad: Hij legt het voor het bewustzijn van de gelovige open: , , Och Heer', ik ben, o ja, ik ben Uw knecht/ Uws dienstmaagds zoon/ Gij slaaktet mijne banden"! Of, zoals Paulus schrijft in zijn brief aan de Romeinen: , , Die Geest getuigt met onze geest, dat we kinderen Gods zijn"!

Dankzij het verzegelende werk van de Geest is er zekerheid en vastheid. Klaarheid en helderheid. Samenvattend kunnen we dan ook met Calvijn zeggen: , , Zo dan de ware zekerheid, die de gelovigen hebben van het Woord Gods en van hun zaligheid en van de ganse godsdienst is niet uit het gevoelen van het vlees, noch uit menselijke of filosofische redenen, maar uit de verzegeling des Geestes, Die hun geweten zo verzekert, dat Hij alle twijfel wegneemt". U voelt: alles wat hier van de Geest getuigd wordt, doet ons in deze dagen voorafgaand aan Pinksteren vurig verlangen naar voortgaand werk in ons midden. Opdat ook vandaag die aloude Pinksterprofetie rijk in vervulling mag gaan: , , En deze zal zeggen: ik ben des HEEREN en die zal zich noemen met de naam van Jakob en gene zal met zijn hand schrijven: ik ben des HEEREN en zich toenoemen met de naam van Israël"

(Jesaja 44 : 5). L.W.Ch.R.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen