Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buiten onze grenzen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buiten onze grenzen

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

SURINAME

In het licht van de huidige ontwikkehngen in Suriname komt rond de jaarwisseUng zeker voor dit land sterk de vraag op: Wat zal het komende jaar brengen? Zal Bouterse erin slagen om zijn greep op de situatie te behouden of zal de guerillastrijd van het junglecommando zich verder uitbreiden en zo tot een machtswisseling leiden? En komt er zicht op een herstel van de democratische rechtsstaat?

Dat het hier gaat om een ex-kolonie van Nederland betekent voor ons een extra stuk betrokkenheid, ja zelfs een stuk mede-verantwoordelijkheid! Ik denk ook aan de 180.000 ex-Surinamers in ons land die met bijzondere aandacht de gang van zaken volgen en aan de ongeveer zeszuidend Nederlandse paspoorthouders die nog in Suriname verkeren.

Voorlopig lijkt de strijd in Suriname in een impasse terecht gekomen te zijn. Desi Bouterse mist de kracht om de guerillastrijders van Brunswijk echt te kunnen uitschakelen, terwijl het junglecommando van Brunswijk de wapens mist om effectief partij te kunnen bieden aan het „Nationale leger" van Bouterse. Toch hebben het optreden van het junglecommando en de reacties daarop van Bouterse wel gezorgd voor het intreden van weer een nieuwe fase in de moeizame betrekkingen tussen Nederland en Suriname sinds de coup van Bouterse in 1980.

Het leek de laatste tijd immers langzaam maar zeker de kant op te gaan van groeiende contacten met Bouterse, die regelmatig beloofde te zullen werken aan de terugkeer naar een democratische rechtsstaat. De „decembermoorden" uit 1982 raakten wat op de achtergrond en er werden steeds meer stemmen vernomen die pleitten voor het opnieuw inzetten van de stopgezette ontwikkelingshulp om zo een extra „hefboom" te hebben ter „stimulering" van de „gang naar democratie" in Suriname. Het brute optreden van het „Nationale leger" van Bouterse onder de bosnegers in de strijd tegen het junglecommando hebben Bouterse en Suriname weer ster­ ker dan ooit teruggebracht in het isolement.

Zoals in het bovenstaande op verschillende plaatsen al naar voren komt, is het om tot een goed zicht op de situtie in Suriname te komen noodzakelijk om eerst een kijkje in het recente verleden te nemen.

EEN OVERHAASTE ZELFSTANDIGWORDING

Eigenlijk was bij de zelfstandigwording van Suriname in 1975 al duidelijk dat het land te kampen zou krijgen met grote problemen. Het eerste wat in het oog sprong, en springt! was de veelheid aan rassen. De oorspronkelijke inwoners, de Indianen, vormden nog slechts zo'n kleine drie procent van de bevolking. De creolen en bosnegers, als groepen ontstaan via de negerslavernij, vormden met elkaar zo'n veertig procent van de bevolking. Na afschaffing van de negerslavernij in 1863 werden vooral arbeidskrachten geworven in Brits-Indië en in Nederlands-Indië. De Hindoestanen maken nu zo'n zevenendertig procent van de bevolking uit en de Javanen om en nabij de vijftien procent. De scheidslijnen tussen de verschillende bevolkingsgroepen waren op alle maatschappelijke terreinen zichtbaar. Zo sprak men rond de zelfstandigwording wel heel idealistisch van , , het bouwen van één volk en één natie", maar de realiteit was er een van scherpe etnische tegenstellingen. Zo ook in de politiek, waar de creolen stemden op de „Creoolse Partij Nationalistische Republiek" (PNR) of op de „Creoolse katholieke Progressieve Surinaamse Volkspartij" (PSV) en de Hindoestanen op de „Verenigde Hindoestaanse Partij", die later werd omgedoopt in „Vooruitstrevende Hervormings Partij" (VHP). Deze laatste partij, onder leiding van Lachmon, heeft er nooit een geheim van gemaakt tegen de snelle onafhankelijkheid te zijn. Maar bij de verkiezingen van 1973 behaalde een Creools blok onder leiding van de katholieke bankemployé Arron een grote overwinning. De Nationale Partij Kombinatie behaalde 22 van de 39 zetels tegenover 17 voor de VHP van Lachmon. Eén van de leuzen waarmee de NPK de verkiezingen was ingegaan, luidde , , onafhankelijkheid nu". Na de verkiezingen rolde er tot veler verrassing de datum van 25 november 1975 uit. Vanaf dat moment is men zowel vanuit Suriname als vanuit Nederland gaan aanwerken op die datum, waardoor dus het hele streven naar onafhankelijkheid in een sfeer van haast terecht kwam. Treffend was bijvoorbeeld dat er tot zeer kort voor de onafhankelijkheid nog steeds geen grondwet was!

Een ander probleem toen, en nu!, was de onevenwichtigheid van de Surinaamse economie. Meer dan negentig procent van alle uitvoer was van het buitenlands bedrijfsleven afkomstig en dan weer voornamelijk via de monocultuur bauxiet. En meer dan de helft van het voedsel en vrijwel alle industrieprodukten moesten worden ingevoerd. Al in 1975 was het dus maar zeer de vraag of Suriname met deze economie, zonder buitenlandse hulp, wel een bestaanbaar land zou kunnen zijn. Als we dit gegeven zetten naast de problematiek van de raciale tegenstellingen, die een gevaar betekenden voor de nog prille parlementaire democratie, wordt duidelijk dat Suriname in 1975 niet klaar was om zelf- standig te worden. Toch heelt het kabinet Den Uyl met grote gretigheid meegewerkt aan deze zelfstandigwording en in het Parlement stemden alleen de fracties van SGP en GPV tegen!

OP WEG NAAR EEN COUP

Zo begon Suriname in 1975 aan een zelfstandigheid terwijl het nauwelijks „een volk" was en onder niet erg rooskleurige economische vooruitzichten. Een merkwardig landje in het grote Zuid-Amerikaanse werelddeel. Met een „automatisch" van het moederland overgenomen staatsvorm, de parlementaire democratie, en officiële taal: het Nederlands. Vanaf het begin werd de democratie doorkruist door de etnische tegenstellingen. Zo was er al direkt vanuit de Hindoestaanse bevolkingsgroep veel kritiek op het feit dat de Creolen in de nieuwe krijgsmacht de beste posities hadden gekregen. Bovendien werd door corruptie de parlementaire democratie nog verder uitgehold. Ontwikkelingsgelden verdwenen soms op duistere wijze, woningbouwprojekten voor de bevolking bleken soms , , luchtkastelen" en bij verkiezingsuitslagen werd vooral in het binnenland nogal eens gemanipuleerd.

Hoewel Nederland zich bij de zelfstandigwording had vastgelegd op het mooie bedrag van 2, 7 miljard gulden aan steun, verliep de investering hiervan ook niet vlekkeloos. Het ging in hoofdzaak naar grote projekten als bijvoorbeeld het , , West-Surinaamse projekt" en het projekt voor een gigantisch stuwmeer ter opwekking van elektriciteit. Hierbij stond vooral de verwachte bauxietwinning in het Bakhuysgebergte centraal, maar de diverse plannen waren te weinig op elkaar afgestemd en Suriname verloor terrein op de wereldmarkt voor bauxiet.

Ondertussen konden de vele werklozen amper worden uitbetaald en lag de regering Arron vlak voor haar val in 1980 jaren achterop bij de uitbetaling van de kinderbijslag en de ouderdomsuitkering! Geen wonder dat er ook na de zelfstandigwording opnieuw een enorme stroom van emigranten naar Nederland op gang kwam. In het Surinaamse parlement leidde dit alles vaak tot heftige taferelen, waarbij het voorkwam dat de oppositie met stoelen ging smijten.

In het leger groeide de ontevredenheid met de bestaande situatie ook, vooral onder de onderofficieren. In februari 1980 pleegden zij een coup, waarbij ze een aantal belangrijke gebouwen in Paramaribo bezetten en leden van de regering arresteerden. Er werd een Nationale Militaire Raad gevormd, waarbij Desi Bouterse steeds meer naar voren kwam als de , , sterke man". Hiermee was het eerste , , hoofdstuk" van Suriname's zelfstandigheid afgesloten en het leek er toen op dat het nieuwe bewind kon rekenen op royale steun vanuit de bevolking. Het eerste bulletin van de Militaire Raad klonk ook zeer gematigd: „De Nationale Militaire Raad heeft deze onvermijdelijke stap moeten nemen doordrongen van het feit dat de politieke machthebbers in Suriname op de meest kritieke momenten gefaald hebben om beslissingen te nemen en afdoende oplossingen te vinden voor allerhande problemen. . . De Nationale Mihtaire Raad verklaart plechtig verdragen die met de Republiek Suriname gesloten zijn te eerbiedigen en onderschrijft de doelstelingen van de Verenigde Naties ... Uitdrukkelijk erkent de raad alle fundamentele rechten van de mens, zoals vervat in het verdrag van Rome. . . De belangen van de buitenlandse investeerders zullen ongemoeid worden gelaten. . ."

Ai snel werd een , , burgerraad" inge­ steld en al spoedig ook een „regering" bestaande uit deskundigen die geen nauwe banden hadden met het oude politieke systeem. De grondwet bleef gewoon in werking en president Ferner Dehield zijn functie. De internist Chin A Sen werd de nieuwe regerings­ leider. In zijn regeringsverklaring merkte hij over de staatsgreep op: , , ze was het resultaat van een afglijdende, ontredderde en zieke maatschappij." Als doel stond Chin A Sen voor ogen weer te komen tot een democratisch stelsel, maar dan aangepast aan de situatie in Suriname en met een sterk gezag voor de president. Het probleem was echter dat de Militaire Raad onderling sterk verdeeld was over de te volgen politieke koers. Duidelijk kwam dit aan het licht door de overhaaste vlucht van één van haar leden M. van Rey. Voorlopig wilde een meerderheid de zaken in Suriname niet volledig op z'n kop zetten, maar een groeiend deel had als ideaal een Suriname naar Cubaans model.

Via een aantal affiches werd de noodtoestand afgekondigd en daarna het Parlement volledig buitenspel gezet. Ook de grondwet werd buiten werking gesteld en president Ferrier nam de boot naar Nederland.

Na een mislukte tegencoup in 1981 sprak ook leider Bouterse duidelijk zijn voorkeur uit voor een nieuwe, socialistische koers van de revolutie. Hierdoor kwam hij in conflict met Chin A Sen, die daarop eveneens de wijk moest nemen naar het buitenland. In december 1982 ging Bouterse over tot bloedige zuiveringen vooral om het verzet tegen zijn koers in vakbondskringen te elimineren, als reactie op deze , , december moorden" zette de Nederlandse regering alle ontwikkehngshulp aan Suriname stop. Ondertussen was Chin A Sen in Nederland de spil geworden van het verzet tegen Bouterse in de Raad voor de bevrijding van Suriname.

Vervolg op pagina 12 Vervolg van pagina 11

De steeds radicalere koers van Houterse werd nog eens duidelijk zichtbaar in het voorjaar van 1985. lïen Surinaamse delegatie onder leiding van Bouterse reisde toen naar Libië om besprekingen te voeren met kolonel Gadaffi. Ook premier Udenhout en Herrenberg, kabinetschef van Bouterse, maakten deel uit van de delegatie. Er werd gesproken over mogelijkheden om te komen tot politieke, militaire, economische en financiële samenwerking. Verder kwam militaire steun van Libië aan de Surinaamse strijdkrachten ter sprake. Hierdoor kwam Bouterse en met hem Suriname nog veel sterker in het isolement en door zijn overeenkomst met Libië begaf hij zich in een gevaarlijk politiek krachtenspel. Op de achtergrond dreigde voor hem nu zelfs een mogelijke, eventueel krachtdadige, bemoeienis van de Verenigde Staten met Suriname. Door dit alles zag Bouterse ook onder de bevolking zijn aanhang steeds meer afnemen. Dat hij dit besefte, blijkt wel uit het feit dat hij toch weer probeerde tot samenwerking te komen met de leiders van de „oude" politieke partijen Arron en Lachmon.

Hierbij deed hij regelmatig beloftes over in de toekomst te houden verkiezingen. Zoals op 12 december jongstleden, toen hij toezegde dat in Suriname uiterlijk 31 maart 1988 verkiezingen gehouden zullen worden. Zijn geloofwaardigheid is er echter niet groter op geworden en zijn eigen persoon vormt steeds meer een struikelblok voor een echte oplossing. En ondertussen heeft hij dus te maken gekregen met een militaire tegenmacht in de vorm van het junglecommando van Brunswijk.

IMPASSE

Er is de laatste maanden heel wat gebeurd in Suriname. In november viel het junglecommando Albina en Moengo aan, waardoor de bauxietmijn van Moengo moest sluiten. Er werd toen door sommigen al gesproken over een „Mars op Paramaribo". Chin a Sen reisde via Frans Guyana naar het gebied dat onder controle stond van Brunswijk. Het Nationale leger ging echter tot de tegenaanval over en ver­ dreef hel junglecommando bij de stadjes Moengo en Albina. Daarbij werd melding gedaan van moordpartijen onder de bosnegers. De vlucht van bosnegers naar Frans Guyana heeft ondertussen een grote omvang aangenomen. Zoals in de inleiding al opgemerkt zit de situatie militair gezien in een impasse.

Naast het verkrijgen van wapens zit Brunswijk ook voor de opgave om steun te verkrijgen uit de andere bevolkingsgroepen. Want ook hier tekenen zich de etnische scheidslijnen duidelijk af! Zo is in het overwegend Hindoestaanse rijstdistrict Nickerie, waar vroeger wel eens gesproken werd over afscheiding, alles tot nu toe rustig gebleven. Van een mars op Paramaribo is dan ook voorlopig geen sprake.

Verder is niet helemaal duidelijk wat Brunswijk en degenen die achter hem staan nu precies voor ogen staat. Hoewel de uitlatingen in interviews van de tweede „sterke man" van het junglecommando luitnant Van Rey wel hoopvol klinken. Van Rey behoorde in 1980 tot de groep van zestien die de coup pleegden. Spoedig daarna vluchtte hij uit Suriname omdat hij zich niet kon verenigen met de koers van Bouterse. Vorig jaar studeerde Van Rey af als socioloog aan de univer­ siteit van Nijmegen en monientecl is hij dus met Brunswijk de leider van het junglecommando.

In een interview met een verslaggever van Elseviers magazine merkte hij o.a. op: „Als wij Moengo en Albina hebben ingenomen, zal er wel zoiets als een Marcos-en Duvalier-model op tafel moeten komen. Andere landen, bijvoorbeeld Nederland, Amerika of Frankrijk, zullen een draaiboek voor de dag moeten toveren dat een veilige aftocht voor Bouterse garandeert, zo mogelijk met zijn trawanten."

De militaire werkelijkheid lijkt momenteel echter anders te zijn. Het nationale leger van Bouterse heeft het initiatief hernomen en bovendien lijkt Bouterse onder druk bezig om snel een gematigde koers in te slaan. Berichten in de pers dat hij zich aan het ontdoen is van zijn Libische adviseurs passen zeer wel in dit beeld. Het probleem is echter dat Bouterse bij veranderde omstandigheden al zijn beloftes weer in kan trekken en bovendien lijkt na alles wat gebeurd is een oplossing voor Suriname via en met Bouterse wel haast niet meer tot de mogelijkheden te behoren. En zo gaat Suriname onder moeilijke en onzekere omstandigheden het nieuwe jaar in.

Leusden

H. Lenselink

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 januari 1987

De Banier | 20 Pagina's

Buiten onze grenzen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 januari 1987

De Banier | 20 Pagina's