Een Overzicht.

In de maand October verrast ds Joh. Rauws, zendingsdirector te Oegstgeest, ieder jaar ons met een overzicht van het zendingswerk in Nederlandsch Oost-en West-Indië.

Hij vergeet dus den arbeid in West-Indië niet. Trouwens, ook dit deel van den zendingsakker is onze belangstelling waard, ja het heeft er

recht op. Eerst heeft de actie, met name onder onze Christelijke onderwijzers, voor het Christelijk onderwijs in Suriname den zendingsarbeid aldaar ons naderbij gebracht. En nu de Broedergemeente te Zeist het werk van de Duitsche Hernhutters heeft overgenomen, begint men algemeen in ons land' te gevoelen, dat West-Indië door Nederland niet vergeten mag worden; ook daar heeft God ons een taak gegeven.

Binnenkort zal er een handboek over Suriname verschijnen bij den boekhandel van den Zendingsstudie-Raad; en wij hopen, dat door kennisneming van dit boek meer clan tot dusver het werk onder de Boschnegers en de Britsch-Indiërs de aandacht ook der Gereformeerde kerken zal trekken.

De gegevens voor het Overzicht van de zending onzer kerken zijn door ds Rauws ontleend aan ons Zendingsblad; het spreekt dus van bekende dingen. Hij heeft echter deze gegevens zelfstandig verwerkt, waardoor ons in een kort bestek duidelijk wordt getoond, welke dingen God öp Soemba en Midden-Java ten' Zuiden gedaan heeft.

Op Soemba is het nog de tijd van zaaien. Van volksbewegingen naar het Christendom heen is geen sprake. Maar toch breidt het getal Christenen zich uit. Op West-Soemba kwamen er in 1927 135 nieuwe leden bij; op Midden-Soemba werden 34 kinderen en 23 volwassenen gedoopt; op Oost-Soemba werden slechts 5 personen gedoopt, waaronder geen enkele Soembanees.

Natuurlijk zeggen deze getallen niet genoeg; wat de Heere bezig is te werken in de harten, blijft voor ons verborgen.

'Het werk wordt met alle kracht verricht; de opleidingsschool te Karoeni geeft goeroes; het ziekenhuis groeit; er is een normaalcursus; er zijn 55 volks^cholen en 2 standaardscholen; de colportage-arbeid breidde zich zeer uit; er worden allerwege bijbellezingen gehouden enz. 'Ook op Soemba komt Gods Koninkrijk.

Op Midden-Java geeft de Heere veel zegen. Wij geven enkele dorre cijfers, - maar-zij geven toch veel te denken en te danken.

In 192^? werden 431> mannen en vrouwen gedoopt, en meer dan. 300 kinderen. Aan het begin van dit jaar waren er op ons zendingsterrein 6732 gedoopten, ouders en kinderen.

Wanneer wij deze gqtallen vergelijken met 'die uit vorige jaren, is er ülle reden, om dankbaar te zijn; de groei gaat in versneld tempo; onze arbeiders mogen zaaien en óók maaien. Toch geeft het woord van dr van. Andel in Solo te denken: „in totaal telt de Christelijke Gemeente hier thans 1710 leden; maar behalve djie wonen er op ons terrein nog 2i/t miüioen menschen"! Zeker, bijna 700Ü Christenen is groote gunst van God; maar zien we op de vele millioenen Mohammedanen, dan komt het woord „weinigen'' ons vanzelf op de lippen.

In de Buitengewesten vraagt allereerst Nieuw-Guinea onze aandacht, waar de Utrechtsche Zend. Ver. arbeidt.

„Er is nog steeds een toenemende belangstelling onder de bevolking merkbaar. Het is geen opwekking, ook geen welbewust vragen van het ' . Evangelie in alle deelen, maar toch wel een vragen om goeroes, teneinde in het Christendom onderwezen te worden en ook onderwijs voor dé kinderen te ontvangen". Het is alzoo een wolkje als eens mans hand.

De zendingsdirector, dr Brouwer, 'schrijft geestdriftig van zijn bezoek aan Nieuw-Guinea in .het Ned. Zend. blad van Maart 1928. , , 0p een vrij avontuurlijken tocht kom ik met zendeling Grondel in een heidensche kampong, Maboi. Van verre hebben wij gezien, dat er de vlag waait; en "daar wij wel reeds meer met dat feestelijk teeken zijn ontvangen, meenen wij eerst, dat onze komst reeds is opgemerkt. Het blijkt anders te zijn. 'Als wij straks op de voorgalerij zitten van het kamponghoofd, onthult hij ons het geheim: het is immers Zondag! Zij zijn nog heidenen, maar reeds vroegen zij meermalen een goeroe; en met trotsch wijzen zij den zendeling dien zij zoo ongedacht in hun midden kregen erop, dat zij reeds bezig zijn een gebouw voor school en kerk op te richten. En voor deze heidenen is de Zondag eendag om de vlag uit te stekenl"

Van Posso, pok onder ons bekend door den arbeid van wijlen dr Adriani, komen goede berichten. , , De arbeid aldaar vertoont vrijwel overal het beeld van een strijdperk, waar het pleit beslist is, en nu gaandeweg de gevolgen daarvan aan den dag komen; steeds meerderen doen den beslissenden stap eii spreken het openlijk uit. door den doop te vragen, dat zij breken willen met het oude en Christen wenschen te worden". Opmerkelijk is de mededeeling, dat droomen een groote rol spelen in de verandering van gezindheid, zoowel bij overgangen tot het Christendom als bij het doorwerken van Christelijke invloeden in cle adat.

Ook op Nias, van welk eiland wij hier reeds meemialen schreven, gaat de arbeid zeer voorspoe­ dig. Er zijn reeds 75.003 gedoopten; binnen weinige jaren zullen het er 100.000 zijn, en dan is Nias gechristianiseerd na 13 jaren zendingsarbeid.

Daarmee is de overwinning niet behaald op den vorst der duisternis; want juist nu wint de geest uit den afgrond aan kracht.

Met Nias kwamen wij in aanraking met de zendingsterreinen van de genootschappen uit het buitenland. Behalve op Nias werkt de Rijnsche zending, welke in September haar honderdjarig bestaan mocht vieren, vooral op Sumatra. Onder de Bataks heeft zij een volkskerk van 250.000 leden, vereenigd in bijna 500 gemeenten, en verzorgd door 23 Europeesche zendelingen en 50 inlandsche predikanten.

Het verslag klaagt over dit terrein: . „de kerkeraden hebben menigmaal meer begrip van hun rechten dan van hun plichten"; en ook: „het rijkwilJen-worden is veler doel geworden; de dingen van het tegenwoordige leven leggen op velen beslag".

In verband hiermee wijzen wij op de beteekenis van de Rijnsche zending. Den 23 Sept. 1828 werd zij gesticht in de pastorie van het kleine Mettmann bij Düsseldorf. Zij ontstond uit de samensmelting van de zendingsgenootschappen te Elberfeld, Barmen en Keulen. Bijna 550 zendelingen heeft zij reeds uitgezonden, en tegenwoordig is zij de grootste corporatie in Duitschland. Haar arbeidsterrein ligt, behalve in ons Oost-lndië, ook nog in Zuid-Afrika, China, en het vroegere Duitsch-Nieuw-Guinea. •

Behalve op Nias en Sumatra heeft de Rijnsche zending ook nog gewerkt op Borneo, maar in 1925 moest zij dien arbeid loslaten en overgeven aan de Basler Mission.

Van Borneo meldt het verslag: „soms is men geneigd te vragen, of hier en daar het oordeel der verharding over een . deel der bevolking is gekomen".

Van de politieke stroomingen in Indië bemerkte de zending op Borneo dit jaar niet veel meer. Alleen roerden de Jong-Dajaks zich sterk in een stadskerk, en verzetten zich tegen alle gezag. Toen dit verzet niets uitwerkte riepen zij de Adventisten van Java te hulp. Wat zou de zendeling doen? Ov eenvoudig: hij' organiseerde de betere elementenin de gemeente tegen deze beweging, en vond vooral steun bij de vrouwen. Om toen bij de ver-, kiezing van ouderl'.ngen de meerderheid der goede elementen te krijgen, gaf hij aan de vrouwen stemrecht, en „es kamen dann lauter ruhige, besonnene Leute ins Presbyterium". Om h? ieraan de woorden toe te voegen: , , Dit zij andere gemeenten ten voorbeeld", achten wij allesbehalve goed. En van een bestraffen der opróermakers lezen' wij nietsf is op Borneo geen tucht in de kerk?

AVij gaan niet verder het breede overzicht van ds Rauws, dat 50 hl. telt, na. Wie zich op de hoogte wil stellen, zal wellicht het verslag kunnen verkrijgen bij het Zendingsbureau te' Oegstgeest; oi het in den handel is, weten wij niet.

In ieder geval echter kan men koopen het Nederlandsch Zendingsjaarboek, uitgegeven door den Zendingsstudie-Raad, adres te Zeist. In dit jaarboek staan de vele gegevens, die ieder weten moet, die met de zending wil meeleven. .Het jaarboek telt bijna 250 blz. en. kost slechts f 1.75.

Wij willen even de inhoudsopgave overnemen, om velen op te wekken zich dit zendingsjaarboek . aan te schaffen.

Eerst wordt natuurlijk een overzicht gegeven van het zendingswerk in Ned. Oost-en West-Indië. Dan volgt een mooi artikel over het eeuwfeest van de „Rheinische Missionsgesellschaft". Vervolgens komen: jaarverslag van den Zendingsstudic-Raad; Internationale org, anisatie der zending; gegevens betreffende den arbeid in Oost en West; zending onder de joden; binnenlandsche propaganda; necrologie; alfabetische naam-en adreslijst en een register-van plaatsnamen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen