Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toezicht op de prediking

In 'De Wekker' is de Chr. Geref. predikant ds. G. Bilkes bezig aan een serie artikelen over 'Het functioneren van het toezicht op de prediking'. In het nummer van 30 mei j.1. geeft hij eerst aandacht aan het beroepingswerk. De kerkeraad moet goed weten wie hij de prediking ter plaatse toevertrouwt. Beroepingswerk is een diep ingrijpende en verantwoordelijke bezigheid. Niet elke predikant past zomaar in elke gemeente. In het beroepingswerk gaat het er om aan iemand de prediking toe te vertrouwen en daarmee een zeer belangrijk stuk geestelijke leiding. „Om dat te kunnen doen is meer nodig dan een vluchtige kennismaking... Roeping is echter niet hetzelfde als willekeur. Beantwoordt betrokkenen aan wat men zoekt voor de gemeente? Heeft hij begrip voor de situatie van de gemeente? Is er een gesprek over de prediking mogelijk... Er hangt te veel van af om zo maar een gooi te doen...", aldus ds. Bilkes.

Hij gaat dan verder over de prediking zelf. Ook over het toezicht houden van de kerkeraad over de prediking van zijn predikant. We citeren nu de rest van het artikel.

Gesprek in de kerkeraad over de prediking

Ds. Bilkes schrijft: „Ik heb het vermoeden dat er in de kerkeraadsvergaderingen weinig gesproken wordt over de prediking.

De vergaderingen zijn te bezet met allerlei. Het wordt meestal laat. Tenslotte moeten wij afbreken. Wij komen helemaal niet toe aan een goed gesprek over de prediking. Daarvoor moet tijd genomen werden.

Na de kerkdiensten moet het niet moeilijk zijn in te haken op het grote van Gods genade, het werk van Christus, de ernst van het leven, de roeping van de kerk.

Instemming met de prediking doet stellig goed, als die maar niet moet worden opgemaakt uit een extra stevige handdruk of wat tranen. Want als die er de volgende keer niet zijn, dan lijkt het alsof er geen instemming is. Is er een concreet punt, waarop men meent te moeten ingaan, misschien in corrigerende zin, dan is het beter een gesprek onder vier ogen te hebben. Helemaal fout is het de prediker meteen na de dienst op zijn prediking aan te vallen en anderen tot getuigen te roepen.

De prediker is ongetwijfeld wat gespannen en zou ongewild scherp kunnen reageren. Of hij slaat dicht en trekt zich terug, met het trieste gevoel van niet begrepen te worden.

Er kunnen klachten zijn. De prediking is te vlak, te eenzijdig. Er is geen diepgang. Of bij het wijzen op de zonde en de zondige aard van de mens, ontbreekt teveel verkondiging van genade. Er wordt wel een arme zondaar gepreekt, maar daartegenover geen rijke Christus. De prediking van de Drieënige God en Zijn werk komt niet tot haar recht.

In het algemeen genomen zal een predikant het waarderen wanneer de prediking alle aandacht heeft van de kerkeraad. Als men er over wil praten, dan moet dat wat spontaan kunnen gebeuren. Is men niet gewend om van tijd tot tijd een gesprek te hebben over de prediking, dan krijgt het als een speciaal agendapunt in de vergadering gauw iets geforceerds.

Als er iets fouts is, dan moet er gesproken worden. Het beste en meest eenvoudige lijkt toch de prediking enige keren per jaar tot een punt van bespreking te maken in de vergadering van de kerkeraad. Uitgangspunt moet zijn de leiding en opbouw van de gemeente.

Dat is het motief voor het betrachten van je verantwoordelijkheid als ambtsdrager. Wij moeten met wijsheid te werk gaan. In de regel horen de ouderlingen in de gemeente meer over de prediking dan de predikant zelf. Uiteraard wordt er ook op huisbezoek over gesproken.

Geestelijke leiding vraagt een gezamenlijk dienen van de ambtsdragers. Dat kan stellig als de verhoudingen goed zijn. Dan kunnen wij op de prediking aansluiten. En wij kunnen elkaar helpen, opdat de prediking voldoende rekening houdt met de situatie van het leven van de gemeente en

er echt leiding van uitga. De predikant moet goed contact met de gemeente hebben, om de gemeente te kennen. En hij moet goed contact met de kerkeraad hebben, om samen 7.0 goed mogelijk te kunnen dienen.

Vergeet nooit dat de kerkeraad medeverantwoordelijk is voor de prediking en voor het welzijn van de gemeente.

Er wordt gelukkig iets van de predikanten verwacht; van hun bezig zijn met het Woord van God; van hun inzet om dat Woord uit te leggen en voor de gegeven situatie te concretiseren.

Een goede preek geeft wat mee. Het is een zegen als het gehoorde dringt tot bezinning. Wat doet men er mee? Hoe wordt de prediking in de gezinnen verwerkt? De preek alleen doet het niet. Als er geen weerklank is, vervaagt het gauw. De Heere Jezus heeft het in de gelijkenis van de zaaier over het zaad dat bij de weg valt. De vogels komen en eten het op. Nader verklaard: de satan komt terstond, en neemt het Woord weg, hetwelk in de harten gezaaid is.

Uiteraard heeft de kerkeraad grondig na te gaan of er vrucht is op de prediking. Bij kerkvisitatie wordt hiernaar ook gevraagd door de visitatoren. Het is een kleine vraag, die echter veel inhoudt. En rond die vraag voltrekt zich de dagelijkse arbeid van predikant, kerkeraad en gemeente. Het is niet allemaal grijpbaar. Ieder staat voor eigen taak en samen zijn wij dienstbaar voor de Heere en Zijn kerk. Op vastgestelde tijden komt de kerkeraad samen. Het wordt de gemeente van te voren medegedeeld. Men kan op de aangegeven tijd terecht, als men iets heeft voor de kerkeraad. Mijn ervaring in Canada was, dat leden daar gemakkelijker bij de kerkeraad kwamen om dingen van hun leven of van de kerk te bespreken. Hier komt men er niet toe. De gedachte is, dat de kerkeraad druk genoeg is met allerlei zaken. Dat vindt de kerkeraad zelf ook. Toch is er een waardevol element in, waardoor het contact met de ambtsdragers der gemeente verlevendigd, verstevigd wordt.

De consistoriekamer is wel de werkplaats van de kerkeraad genoemd. Er wordt gewerkt aan de onderlinge opbouw, waarbij de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de predikant extra samenbindt. Bespreking van afgelegde bezoeken biedt voldoende stof tot bezinning. Het is enorm jammer, dat dit lang niet altijd wordt uitgebuit. Er is onderling te veel afstand. Men tobt alleen verder, terwijl men samen veel verder zou komen. De lasten worden verlicht. Er komt meer vreugde in het werk. Dat komt de gemeente ten goede. Ook het kerkelijk leven als geheel. De kerk heeft alleen baat bij een goed functioneren van het ambtelijk toezicht op de prediking. Geen toezicht alleen van bovenaf, maar toezicht in het samen dienen van onze roeping voor het welzijn van de gemeente.

Er valt nog veel te verbeteren. Ook in de oefening tot zelfverloochening." Tot zover ds. Bilkes. Ik denk dat ds. Bilkes een aangelegen punt aansnijdt. Predikanten (en candidaten) zijn weieens teleurgesteld over de geringe respons op de prediking na de dienst. Zelf stond ik in een gerenommeerde gemeente eens na de dienst binnen drie minuten alleen in de consistorie de toga nog aan. De kerkeraad was al op weg naar de koffie thuis. Soms is er een gespannen stilzwijgen of luid worden de kollektezakken in blikken op de kerkeraadstafel geleegd. Gelukkig komt het ook anders voor. Laten we eerlijk zijn: niet altijd is een gesprek mogelijk direct na de dienst. Het hart is vol en daarom zwijgt de mond maar stil. Wie net gepreekt heeft, heeft lang niet altijd lust in een stevig nagesprek, laat staan in een theologische discussie over geschilpunten. Trouwens, kerkeraden zijn soms bevreesd aan een gesprek te beginnen. Domineestenen kunnen weieens heel erg lang zijn. Ze stonden er al eens op en waken daar in de toekomst voor. Vandaar veel zwijgen wellicht. Toch dient het gesprek tussen predikant en kerkeraad over de inhoud van de prediking open te blijven en op gang gehouden te worden. Misschien tijdens een consistorievergadering of in de voltallige kerkeraad. Het gaat om de geestelijke bearbeiding van de gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1986

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's