Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aangenomen:

naar Barneveld: G. M. de Leeuw, kandidaat te Rotterdam, die bedankte voor de overige beroepen; naar Nieuw-Beijerland; P. Melis, kandidaat te 's-Gravenzande, die bedankte voor de overige beroepen.

Beroepen:

te Nieuwerkerk: ds. Th. van Stuyvenberg te Terwolde.

VERSLAG van de begrafenis van Ds. C. Wisse

Op 20 juni 1989 werd te Nijkerk aan de schoot der aarde toebetrouwd, om aldaar te rusten tot de dag der wederopstanding: Ds. Cornelis Wisse (geb. 12 febr. 1915, Terneuzen - overl. 15 juni 1989, Nijkerkerveen). Hoewel deze emerituspredikant de laatste jaren van zijn leven een wat afgezonderd stil leven leidde, getuigde de grote belangstelling bij zijn begrafenis ervan, dat hij een plaats had in het midden der gemeenten, in de harten van Gods kinderen.

Nadat de familie, vele ambtsdragers, vrienden en bekenden - waaronder 23 predikanten, 1 kandidaat en 4 studenten uit onze gemeenten - waren samengekomen in het oude kerkgebouw van de plaatselijke Hervormde Gemeente, opende Ds. E. Venema de rouwdienst met het laten zingen van Psalm 43 vers 4:

Dan ga ik op tol Gods altaren. Tot God. mijn God. de hron van vreugd.

Hierna las de Elspeetse predikant Psalm 73 en ging voor in gebed.

Ds. Venema wees de aanwezigen vervolgens erop, dat dit sterven het Woord van God heeft bevestigd: de mens gaat naar zijn eeuwig huis. Maar welk een dag van vreugde - ja. eindeloze verheuging - toen God Zijn kind en knecht tot Zich nam. Thuisgehaald, 'na een moeitevol leven ' (zoals de rouwkaart bericht).

In Asafs ervaring van Psalm 73 lag ook het deel van onze overleden broeder getekend. De dichter had het moeilijk met de goddelozen niet alleen, maar niet minder met Gods leiding in eigen leven; met God zelf. met de zaligheid, met het Woord der belofte. Ondanks de wetenschap, dat God Israƫl goed is, deed dit alles Asaf wankelen, totdat. . . Totdat de Heere zijn raadselen ging oplossen en hem leidde in Zijn heiligdommen. In Gods heiligdommen werd hem als een arm mens geleerd in beginsel en bij de voortgang, dat er in de eeuwigheid geen raadsels meer zullen zijn; dat die alle zijn opgelost in de Zoon van Gods eeuwige liefde! Toen gewerd Asaf dat zoete zalige leven bij voorbaat, ziende dat alles reeds pasklaar is gemaakt door Hem, Die voor de Zijnen Zijn bloed sprengde op Golgotha; door Hem, Die daar plaatsbekledend ervoer van God verlaten te zijn. Dit te zien, deed Asaf vertrouwend uitroepen: 'Gij zult mij leiden door Uw raad. en daarna opnemen in Uw heerlijkheid', vers 24 (ook deze woorden staan op de rouwkaart).

Was zo ook niet de gang van ds. Wisse? Omstandigheden en duisternissen bezorgden hem zovele vragen in de ziel en deden hem wankelen. Het scheen hem menigmaal, dat God niet meer waar was, zijn bekering en roeping niet meer waar waren. Desondanks mocht hij op de kansel tot troost van menigeen spreken. Zijn prediking mocht vrucht dragen.

Doch ook het preken nam God hem af In de vier emeritaatsjaren bleven slingeringen hem niet bespaard. Wat hij anderen had gepreekt, moest hij nu zichzelf voorhouden. Op zijn ziek-en sterfbed sprak hij mij ervan - aldus Ds. Venema - hoe de doodsure hem benauwde, gelet de openstaande schuld. Het zwaard van Gods gerechtigheid hing hem boven het hoofd, zodat het hem een eeuwig wonder was nog binnen te zullen gaan. Zo was broeder Wisse, wat hij zijn gehele leven was geweest: een bedelaar. Inzonderheid de laatste dagen van zijn leven behaagde het de Heere - zoals bij Asaf - de raadsels op te lossen tot roem van Zijn Naam en tot troost van de achtergeblevenen.

Een bedelaar is van ons heengegaan. broeders. Voor hem geldt thans: 'En de zee was niet meer'. Die zee van verdriet, gemis, zonde en schuld nam een emde. De tranen zijn van zijn ogen afgewist. Met de gezaligden zingt hij nu van de heerlijkheid Gods. zo.lis niemand dat op aarde doen kan Toch: we zijn hem kwijt. Dat geldt ook u, weduwe en familie. De Heere ondersteune u tesamen. Sta ernaar, wat uw geliefde u voorhield. Zullen wij eens Gods heiligdom ingaan, toehoorders, dan zal dit reeds in dit leven in beginsel moeten geschieden. Zijt ge er nog vreemdeling van, dan doe de Heere u vragen om Zijn genade.

Na het dankgebed werd het stoffelijk overschot de kerk uitgedragen. Nu werd de droeve gang naar de dodenakker gemaakt. De vele belangstellenden vormden een lange stoet.

Op het graf sprak als eerste ds. P. Blok van Kootwijkerbroek. Hij gewaagde van de verbondenheid vanaf de tijd dat hij en zijn nu overleden ambtsbroeder de Theologische School te Rotterdam bezochten.

Door God bekwaamd, mocht ds. C. Wisse de gangen van het onderwerpelijke leven tot troost van Gods strijdende kerk verklaren. Zelf heeft hij het stervensleven en bedelaarsleven ook de laatste tijd van zijn leven diep doorleefd. Toch mocht hij op het einde van zijn leven als een arme en naakte zondaar door het geloof getuigen van Hem, Die van God geschonken is tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en volkomen verlossing. De klederen des heils en de mantel der gerechtigheid zijn hem omgedaan. De Heere mocht onze gemeenten bewaren bij de beproefde waarheid en betone de weduwe, kinderen en kleinkinderen een hulp in benauwdheden te zijn. Hij bereide voor en toe op de grote eeuwigheid.

Na hem sprak ds. G. Mouw van Genemuiden een enkel woord. Hij wees erop dat de dood een vruchtgevolg is van onze diepe val in Adam. Hoe noodzakelijk is toch de wedergeboorte en bekering van de gevallen mens.

Onvergetelijk heeft de Heere de bediening van ds. C. Wisse voor hem willen gebruiken. Wonderlijk zijn de wegen des Heeren geweest, ook in dagen van grote droefheid. Nadat hij een ernstig woord gericht had tot de vele belangstellenden, besloot hij met de wens dat de Heere de achter- geblevenen zou troosten en sterken.

Een slotwoord werd gesproken door student Hogchem uit Kootwijkerbroek. Ook zijn gedachten vermenigvuldigden en grote weemoed bezette het hart. De Heere heeft verbondenheid gewerkt, bestendigd en bevestigd. Onvergetelijk waren de laatste dagen. De droeve klacht was veranderd in een blijde rei. Onbevattelijk was het voor hem dat Christus Zijn kerk van eeuwigheid heeft aanvaard en Zich daarin verlustigd. Nu was er een uitzien om bij de Heere te zijn. Hij heeft zijn wens verkregen en mag nu eeuwig God prijzen 'naar Zijn lieflijk gebod bekwaam'. En zij begonnen vrolijk te zijn. Dat de weduwe daarop zou mogen zien en dat haar verwachting en van haar kinderen en de hunnen zou zijn van Hem, Die de weduwen en wezen staande houdt.

Namens de familie sprak hij nog een dankwoord, waarna de begraafplaats op ordelijke wijze verlaten werd. "En de troon Gods en des Lams zal daarin zijn, en Zijn knechten zullen Hem dienen; en zij zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn. En aldaar zal geen nacht zijn." (Openb. 21).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1989

De Saambinder | 12 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1989

De Saambinder | 12 Pagina's