Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambtsgeheim

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambtsgeheim

In goede orde

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er werden enkele vragen gesteld met betrekking tot het ambtsgeheim. Het is nuttig over dit belangrijke onderwerp na te denken en ons erop te bezinnen. Voor ambtsdragers is het een belangrijk punt: wanneer moet je ergens over zwijgen? Het kan echter ook wel eens zijn dat je ergens niet over mag zwijgen. Het is ook van belang voor gemeenteleden. Soms mag men immers de vraag stellen: Kan ik er van op aan dat het besprokene strikt vertrouwelijk wordt gehanteerd? Enkele jaren geleden is door mij over dit onderwerp ook geschreven. Een aantal zaken nog eens onder de aandacht brengen, kan vast geen kwaad. Voor ons allen, en zeker voor nieuwe ambtsdragers.

Ambtsgeheim en zwijgplicht
Wat valt er onder het ambtsgeheim? De vraag lijkt misschien gemakkelijk te beantwoorden, maar de praktijk is echter niet zo eenduidig. Je zou kunnen stellen dat in principe alles wat met het kerkenraadswerk te maken heeft onder het ambtsgeheim valt. Maar zo simpel is dat niet. Want als de scriba bericht krijgt van een ziekenhuisopname of een verlovingskaartje ontvangt, zullen we niet verwachten dat hij over deze berichten zwijgen moet. Toch is het ook weer niet stichtend dat allerlei details omtrent de ziekte van een gemeentelid via ambtsdragers of hun familieleden de gemeente in gaan. Hier hebben we meteen een kernpunt: er is wijsheid, kiesheid, voorzichtigheid, zorgvuldigheid nodig bij de ambtsdrager en toch ook bij de andere leden van zijn gezin en zeker bij zijn echtgenote. In alle gevallen. Daarom is de huiselijke en zeker de huwelijkssituatie ook van gewichtig belang bij de vraag of iemand ambtsdrager kan zijn. Uiteraard is daarenboven de ambtsdrager zelf de verantwoordelijke persoon die zwijgplicht heeft in heel wat specifieke kerkenraadzaken. Over de rapporten van huisbezoeken, de bespreking rondom kandidaatstelling voor de ambten, tuchtsituaties, mag de ambtsdrager eenvoudigweg met niemand spreken. Heeft hij er behoefte aan er toch met iemand over door te praten dan zal dat met een ambtsbroeder moeten zijn. Soms zijn er (delen van) pastorale gesprekken waarvan duidelijk uitgesproken wordt: ‘Dit mag niemand anders weten’. Dan moet ieder er ook volstrekt van op aan kunnen dat er met niemand anders over gesproken wordt. Er moet alleszins ruimte zijn voor zulke vertrouwelijke gesprekken met ambtsdragers. Van de inhoud van zulke gesprekken zal men dus ook niet de volledige kerkenraad op de hoogte stellen. Wanneer zulke vertrouwelijke gesprekken plaats hebben, is het goed met nadruk af te spreken dat er in het geheel geen melding van gemaakt wordt of eventueel wat er wel en wat niet verder besproken wordt. Van gewone huisbezoeken wordt natuurlijk wel verslag gedaan. Maar ook dat is gewoonlijk kort en betreft alleen enkele hoofdlijnen. En uiteraard die zaken waarvan afgesproken is dat ze op de kerkenraad gemeld zullen worden. Wanneer er gesprekken plaatsvinden waar eventueel kerkelijk vermaan of kerkelijke tucht aan verbonden kan zijn, dan is verslag aan de gehele kerkenraad, of bij grotere kerkenraden soms alleen aan de ouderlingen, uiteraard wel noodzakelijk.

Wezenlijke verantwoordelijkheid
Overigens kan er zich ook wel eens iets voordoen waarover een ambtsdrager niet zwijgen mag. Hij zal dit dan ook tegenover de betreffende persoon meteen, of korte tijd later aangeven en ook meedelen waarom en met wie hij hierover toch moet spreken. Van strikt ambtelijke zaken en van de inhoud van ambtelijke gesprekken mogen mede gezinsleden van de ambtsdrager niets weten. Soms wordt tijdens de kerkenraadvergadering door de voorzitter nadrukkelijk gezegd dat over deze zaak absoluut gezwegen moet worden. Maar ook als dat niet met nadruk gezegd wordt, geldt dat de ambtsdragers zwijgplicht hebben ten aanzien van het kerkenraadswerk en de ambtelijke zaken. De ambtsdrager zal vaak zelf moeten invoelen waarover hij in het geheel niet mag spreken of waarover hij wel mag spreken. Zoals bijvoorbeeld het aanstaande huwelijk van enkele jonge mensen, de te verwachten zendingsavond met een spreker van overzee, enzovoort. Het kan wel eens zijn dat een ambtsdrager iets tegen zijn vrouw vertelt, wetend dat zijn vrouw absoluut zwijgen zal. Daarin moet grote voorzichtigheid betracht worden en de betreffende echtgenote zal nooit mogen laten merken iets te weten. Daarom is beter dat een ambtsdrager zijn vrouw niet belast en niet eventueel in verlegenheid brengt. Komt via de echtgenote iets naar buiten dan heeft de ambtsdrager foutief gehandeld en is hij vermaningwaardig. Het schenden van het ambtsgeheim door een kerkenraadlid is ernstig. De Generale Synode van 1959 van onze gemeenten sprak uit ‘dat de zwijgplicht door ambtsdragers in acht dient te worden genomen en dat, als zulks niet geschiedt, daartegen kerkrechtelijk dient te worden opgetreden’.

Vertrouwelijkheid en verschoningsrecht
Er is ook een ander facet aan het vertrouwelijk karakter van het ambt verbonden. Het zou kunnen voorkomen dat een ambtsdrager door een gemeentelid in vertrouwen genomen wordt over iets wat volgens de burgerlijke wet strafbaar is. Moet, mag de ambtsdrager dan zwijgen of moet hij juist niet zwijgen en van het gehoorde mededeling dan wel aangifte doen bij de overheid? Deze vraag is niet zomaar eenduidig te beantwoorden. Is er sprake van iets heel ernstigs, dan mag de ambtsdrager uiteraard zich niet achter zijn zwijgplicht verschuilen. Als er bijvoorbeeld sprake zou zijn van levensbedreiging, of is er seksueel misbruik gaande, dan mag een ambtsdrager uiteraard niet zwijgen. Dan zal hij zelfs actie moeten ondernemen met geëigende middelen en ter bevoegder plaatse. Indien dit enigszins verantwoord is, zal hij dit ook aan het betreffende gemeentelid dat hem in vertrouwen te spreken vroeg, laten weten. Maar het kan ook zijn dat een ambtsdrager in vertrouwen is genomen over andere zaken die veel minder ernstig zijn. In dat geval moet er in de vertrouwelijkheid van het ambt een en ander gezegd kunnen worden. Natuurlijk mag een ambtsdrager niemand in het kwade steunen. Integendeel, hij moet gerechtigheid voorstaan en het kwade zoeken in te dammen en te verhinderen en waar mogelijk bijvoorbeeld verootmoediging en herstel bevorderen. Maar voor vertrouwelijkheid moet nadrukkelijk ruimte zijn. Dat moet het gemeentelid ook weten. Het Wetboek van Strafrecht in artikel 137 en het Wetboek van Strafvordering in artikel 217 spreken in dit verband van het verschoningsrecht voor de zielzorger. De zielzorger kan (in minder zware gevallen dus) zich vanwege de ambtelijke zwijgplicht op dit verschoningsrecht beroepen. Het is duidelijk dat de predikant en zeer waarschijnlijk ook de ouderling in bepaalde gevallen vanwege het ambtsgeheim zich ook tegenover justitie op dit verschoningsrecht zal kunnen beroepen. Wie over dit verschoningsrecht meer wil weten raadplege het boek van ds. W. Silfhout, ”Gereformeerd kerkrecht in kort bestek”, blz. 73-78. In zaken rondom zwijgplicht en vertrouwelijkheid luistert het nauw. Kerkenraad en gemeenteleden moeten volstrekt aankunnen op de betrouwbaarheid en het zorgvuldig hanteren van hun zwijgplicht door alle ambtsdragers. Tevens mag van gemeenteleden verwacht worden dat ze zorgvuldig omgaan met de ambten. Het mag dus niet zo zijn dat iets wat onder ambtelijke vertrouwelijkheid ligt (een maatregel van stille censuur bijvoorbeeld), door het gemeentelid dat ermee te maken heeft naar buiten gebracht wordt. De vereiste zwijgplicht van de ambtsdrager(s) wordt dan in een onmogelijke positie gebracht. Dan maakt een gemeentelid zich vermaningwaardig. Ambtsdragers zullen steeds zorgvuldig en getrouw om moeten gaan met hetgeen binnen de kerkenraad besproken en meegedeeld wordt. Daarbij gaat het niet om nieuwtjes uit te wisselen, maar om hetgeen voor het gemeentelid of voor de gemeente als geheel dienstig is. Zo zal er bij de kandidaatstelling voor de ambten toch wel enige zorgvuldige en eerlijke bespreking plaats moeten vinden. Maar wel met volstrekte zwijgplicht naar buiten en ook op een volstrekt integere wijze. We mogen allemaal - niet alleen ambtsdragers maar ook gemeenteleden - niet alleen omtrent ambtelijke zaken maar omtrent al onze gesprekken wel vragen:
‘Zet, Heer’, een wacht voor mijne lippen;
behoedt de deuren van mijn mond,
opdat ik mij tot genen stond,
iets onbedachtzaams laat ontglippen’..

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 2011

De Saambinder | 20 Pagina's

Ambtsgeheim

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 maart 2011

De Saambinder | 20 Pagina's