Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Maarten Luther

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maarten Luther

(Slot).

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog geen maand duurt het of door heel Duitsland worden de stellingen van Luther gelezen. 7 Augustus 1518 moet de Hervormer binnen 60 dagen te Rome verschijnen. Maar Luther gaat niet. In Duitsland zal over hem geoordeeld moeten worden. Een pauselijke gezant, Cajetanus, wordt naar Augsburg gestuurd om met Luther te praten. Luther geeft echter niet toe om te herroepen. Boos zegt Cajetenus: „Ego nolo amplis cum hac bestia colloqui". (Ik wil niet langer met dit beest spreken).

Het gevolg is, dat de Paus Luther in de ban doet. In 't openbaar verbrandt de Hervormer echter de Pauselijke bul (1520), zodat hij zich daardoor van de Roomse kerk afscheidt. Nu volgt in 1521 het zich verantwoorden op de Rijksdag te Worms, waar de jonge keizer Karel V aanwezig is, met nog wel meer dan 200 Duitse vorsten, graven, edelen, baronnen, kerkvorsten en kardinaal Alexander, de gezant van paus Leo X.

Luthers vrienden raden hem aan niet te gaan, maar de stoere monnik antwoordt: „Al waren er te Worms zoveel duivels als pannen op de daken, ik ga naar Worms". Waarschijnlijk heeft hij tijdens die reis naar de Rijksdag het bekende lied gedicht: „Ein fester Burg ist unser Gott".

Over de zitting van de Rijksdag zou heel veel te zeggen zijn, maar laat ik de bekende woorden slechts aanhalen, die Luther sprak, in het Duits en in 't Latijn: „Ik kan en wil niet herroepen, omdat het noch veilig, noch raadzaam is, iets tegen het geweten te doen. Als ik niet door de Heilige Schrift overtuigd wordt, zo mag en wil ik niets herroepen. Hier sta ik, ik kan niet anders. God helpe mij, Amen!"

Luther mag vrij vertrekken en is tien dagen onder de hoede van den keizer, maar enkele weken later volgt de uitspraak van de Rijksdag:

„Gij zult Maarten Luther in uw huis niet opnemen, hem niet spijzen, drenken of herbergen; waar ge hem betrappen moogt, zult ge hem gevangen nemen en ge zult voor zulk een heilig werk rijkelijk beloond worden."

De Hervormer is dus vogelvrij verklaard, maar de Heere waakt over Zijn knecht. Vermomde ruiters nemen hem gevangen en brengen hem naar de Wartburg, een fraai kasteel in het Thüringer Woud. Een maand of 10 is Luther hier „ondergedoken" als ridder George. Hij studeert en schrijft en niemand kan hem vinden. Hij begint aan de vertaling van het Nieuwe Testament in het Duits, waarmee hij in 1522 gereed komt.

Na zijn verblijf op de Wartburg komt hij weer in Wittenberg terug. Hij geeft weer les aan de hogeschool en preekt weer in de Slotkerk.

Drie jaren later (13 Juni 1525) treedt de monnik in het huwelijk met Catharina van Bora, een gewezen non. Wat een verandering in Luthers leven! Nu hoeft de professor zelf zijn was niet meer te doen en zijn kleren te verstellen. Catharina is een flinke huisvrouw, die haar man de oude monnikengewoonten wel afleert, zodat Luther haar prijst met deze woorden: „Kaatje, ik zou je niet willen ruilen voor Frankrijk of voor Venetië."

In 1534 is de hele Bijbel in het Duits vertaald en helder schijnt het Evangelielicht in de Duitse landen.

In ons land treedt de keizer streng op tegen de ketters. Hetzelfde zou hij ook gaarne in Duitsland doen, maar hij vreest de Duitse vorsten. Op de Rijksdag te Spiers (1526) moet hij vrijheid van godsdienst toe staan. Na drie jaren wordt dit weer ingetrokken, met het gevolg, dat vijf Duitse vorsten en veertien Duitse steden een protest opstellen tegen deze eis des keizers. Vanaf die tijd worden de aanhangers van de Reformatie Protestanten (naar dit protest) genoemd.

Maar genoeg hiervan. We keren nog even terug naar Luther. Half November 1545 geeft hij zijn laatste les. Het eerste boek van Mozes heeft hij juist nog kunnen behandelen. De Bijbel wordt gesloten en dan spreekt de hoogleraar: „Dat is nu de lieve Genesis. Geve de Heere, onze God, dat men het na mij beter zal doen. Ik ben zwak, ik kan niet meer. Bidt God, dat Hij mij een zalig sterven schenke."

Hij brengt het jaar nog ten einde, maar half Februari 1546 (dit jaar 400 jaar geleden) zal het sterven worden. In de nacht van 18 op 19 Februari zegt hij zacht in het Latijn: „Alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe."

Een vriend van hem vraagt: „Eerwaarde vader, blijft gij volstandig vertrouwen op Christus en sterft gij in 't geloof, dat gij hebt onderwezen?"

Met duidelijke stem antwoordt de grote Hervormer: „Ja, in dat geloof sterf ik gerust."

Een ogenblik later is hij niet meer.

„Let op den vrome, en zie naar den oprechte, want het einde van dien man zal vrede zijn."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1946

Daniel | 8 Pagina's

Maarten Luther

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1946

Daniel | 8 Pagina's