Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

FEIT OF INTEEPEETATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FEIT OF INTEEPEETATIE

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. dr. B. J. Oosterhoff, FEIT OF INTEEPEETATIE, 34 blz., ƒ2, 50, J. H. Kok N.V., Kampen, 1967.

In deze rede - uitgesproken b^j de overdracht van het rectoraat aan de Theologische Hogeschool van de Chr. Geref. Kerken te Apeldoorn op 21 sept. 1967 - beliandelt de Apeldoornse oud-testamenticus een van de belangwekkendste vragen vau de hui-dige bijbelwetenschap, nl. de vraag naar de verhouding van kerygma en historie, anders gezegd: de kwestie van de bijbelse geschiedschrijving. De vraag die bij vele onderzoekers in het geding is, is deze: hebben we in de bijbel te maken met historische feitelijkheden, of met geloofsinterpretaties waarbij volledig in de mist blijft in hoeverre het meegedeelde ook werkelijk historisch zo gebeurd is.

Oosterhoff geeft een duidelijk overzicht van de opvattingen van Kuenen, Wellhausen, Gunkel, Weiser en vooral van G. von Bad. Volgens Von Bad wordt de heilsgeschiedenis gevormd door Israels geloof. In een interessante voetnoot laat de auteur dan zien hoe deze opvatting in min of meer gewijzigde vorm doorwerkt in de Nieuwe KatecMsmus en bij dr. Kuitert. Het is jammer dat hij hier slechts een enkele voetnoot aan wijdt. De zaak waarom het gaat verdient een bredere behandeling en we kunnen daarom enkel maar wensen dat de auteur zijn gedachten eens breder aan de orde stelt. Het zou een belangwekkende bijdrage betekenen in de huidige discussie rondom het Schriftgezag.

De schrijver geeft in het vervolg van zijn rede een bezonnen, maar scherpe critiek op de opvattingen van V'on Bad. Zijn grote bezwaar is dat b^j Von Bad de Schrift gemaakt wordt tot een getuigenis van het gelovig subject, terwijl het openbaringsfactum nagenoeg geëlimineerd wordt. Aan een aantal voorbeelden laat Oosterhoff zien hoe het beeld van de Schrift diametraal verschilt van de schets van Von Bad e.a. Niet Israels geloof interpreteert de geschiedenis, maar het Woord van de zich openbarende God. Het gaat in de heilsgeschiedenis om reële feiten. Dat de bijbelse geschiedschrijving een eigen aard vertoont, doet niets af van het karakter van de feitelijkheid. Men kan kerygma en feit niet scheiden, zonder dit kerygma in zijn wezen aan te tasten.

Wij zijn de schrijver dankbaar voor deze boeiende studie. Jammer is, dat hij bijna nergens ingaat op het boekje van zijn vakgenoot prof. Koole, Verhaal en feit in het Oude Testament. Trouwens wat de schrijver ons hier biedt doet verlangen naar een groter werk over dit onderwerp. Dan zou allerlei wat hier slechts aangeduid wordt beter tot zgn recht komen. Moge deze rede een ruime lezerskring vinden. De auteur verdient onze grote dank voor de heldere wijze waarop hij zyn onderwerp behandeld heeft. Ook de nietvakman en het belangstellende gemeente-Ikl zal er met vrucht kennis van kunnen nemen, dank zg de bijzonder heldere betoogtrant.

Obr.

A.N.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1968

Theologia Reformata | 64 Pagina's

FEIT OF INTEEPEETATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1968

Theologia Reformata | 64 Pagina's