Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis  Art. 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis Art. 30

Van de regering der kerk door dienaars van God ingesteld

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de laatste jaren is op het kerkelijk erf het vraagstuk aan de orde gesteld in welke verhouding de diakenen tot de kerkeraad staan. Deze vraag is ontstaan als oorzaak dat de uitspraken van de Ned. Geloofsbelijdenis, de Dordtse Kerkorde en het Bevestigingsformulier verschillend zijn.

In bovengenoemd artikel 30 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis staat: Dat er ook opzieners en diakenen zijn, om met de herders te zijn als de raad der kerk. In de Dordtse K.O. art. 38 lezen we: Daar 't getal van de ouderlingen zeer klein is, zullen de diakenen mede tot de kerkeraad mogen genomen worden. In het bevestigingsformulier van ouderlingen en diakenen lezen we: En alzo maken de dienaren des Woords en de ouderlingen samen een college of gezelschap, zijnde als een raad der kerk, vertegenwoordigende de gehele gemeente.

Het bevestigingsformulier en de kerkorde rekenen de diakenen niet tot de kerkeraad, hoewel volgens art. 38 van de Kerkorde alleen in kleine gemeenten, wanneer het getal der ouderlingen zeer klein is, de diakenen tot de kerkeraad mogen behoren, als hulpouderlingen kunnen optreden. Artikel 30 van de Ned. Geloofsbelijdenis rekent de diakenen wel tot de kerkeraad.

De vraag is thans gesteld hoe het mogelijk is, dat er op de Dordtse Synode van 1618—1619, waar toch de geloofsbelijdenis herzien is en de Kerkorde opgesteld is, men deze tegenstrijdigheid of schijnbare tegenstrijdigheid niet voorkomen heeft. Hierover zijn in de laatste jaren brochures uitgegeven; zowel van de Geref. Kerk art. 31 (prof. D. Deddens), van de Geref. Kerken (prof. Dr K. Dijk), van de Chr. Geref. Kerken (prof. J. Hovius), terwijl volgens de nieuwe kerkorde van de Ned. Herv. Kerk de diakenen leden zijn van de kerkeraad, en volgens esn bepaald rooster afgevaardigd worden naar de meerdere vergaderingen. Zo staat prof. Deddens (art. 31) aan de zijde van de kerkenordening en rekent de diakenen niet tot de kerkeraad en wil zelfs de Belijdenis daarom wijzigen. Prof. Dijk (Geref. Kerken) en prof. Hovius (Chr. Geref.) rekenen de diakenen wel tot de kerkeraad. De laatste wil de kerkorde op dit punt wijzigen, echter nog niet dadelijk, maar zodra de tijd er rijp voor is, om geen onnodige spanningen en tegenstellingen in het kerkelijk leven op te roepen.

Zonder een nadere verklaring te kunnen geven is het in de practijk toch zo, dat de diakenen in onze gemeenten tot de kerkeraad gerekend worden. Er is dan wel een taakverdeling, waarbij de dienaren des Woords en de ouderlingen het werk doen van de herderlijke zorg, toezicht en tucht; de diakenen de armenzorg behartigen. Doch zodanig dat beide groepen kerkeraadsleden elkaar aanvullen en elkaar van advies dienen. In kleine kerkeraden verrichten diakenen diensten als hulpouderlingen en bespreken de diakenen hun zaken met de ouderlingen. Terwijl in de grote kerkeraden men een smalle en brede kerkeraad heeft, alsmede ook wel apart te vergaderingen van de diakenen. De smalle kerkeraad behandelt dan de zaken van herderlijke zorg en tucht, op de brede kerkeraad regelen de diakenen ook zaken mede als candidaatstellingen en benoeming van ambtsdragers, beslissen zowel ouderlingen als diakenen samen over finanicële zaken betreffende de gemeente in haai geheel. Alhoewel niet naar meerdere vergaderingen worden ook in kleinere kerkeraden diakenen als hulpouderlingen naar de classisvergadering gezonden, die dart van de classis zelf keurstem op hun vergadering ontvangen. We kunnen als bijzonderheid daarbij nog opmerken dat vóór de Dordtse Synode ook wel classen diakenen verkozen om naar een provinciale Synode te gaan en dat op de grote Synode van Dordt ook een diaken afgevaardigd was.

Verder willen we nog vermelden dat bijv. op de eerste Synode van de Nederlandse kerken in 1571, die wegens de vervolgingen van Alva niet op Nederlandse bodem, maar te Emden is gehouden, artikel 6 van de Acta luidt: In iedere kerk zal men tezamenkomsten of consistoriën der dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen hebben, die ten minste alle weken eenmaal gehouden zullen worden, ter plaatse en tijd, die elke gemeente zal achten bekwaam en gelegenste te wezen (Kerkelijk Handboekje blz. 42). Dus werden de diakenen tezamen met predikanten en ouderlingen ook tot de kerkeraad gerekend.

Zo vestigen we tenslotte ook nog de aandacht op, het feit, dat in de Dordtse Kerkenordening 1618—1619, of-1 schoon artikel 38 de diakenen alleen in kleine kerken] tot de kerkeraad rekent, echter de artikelen 4, 5 en 10 i er van spreken dat kerkeraad plus diakenen bij het beroepen en vertrekken van een predikant moeten samen- i werken, alsmede in artikelen 22 en 24 bij de verkiezing J van ouderlingen en diakenen. In artikel 81 wordt gezegd ; dat dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen zullen onder hen de christelijke censuur oefenen, en elkaar van de bediening huns ambts vriendelijk vermanen. We i zien dus hier weer dat, hoewel de kerkorde letterlijk i onderscheid maakt tussen kerkeraad en diakenen, aan ; de andere zijde de diakenen toch weer ingeschakeld worden om te samen als raad der kerk beslissingen te nemen ' en aan de regering der kerk deel te nemen.

We besluiten deze toelichting op artikel 30 met de laatste woorden van dat artikel: En door dit middel (de raad der kerk) de ware religie te onderhouden en , te maken, dat de ware leer haar loop hebben dat ook de overtreders op geestelijke wijze gestraft worden en in de toom gehouden; dat ook de armen en bedrukten , geholpen en getroost worden, naardat zij van node hebben. Door dit middel zullen alle dingen in de kerk ; wel en ordelijk toegaan, wanneer zulke personen ver- \ kozen worden, die getrouw zijn, en naar de regel, die de heilige Paulus daarvoor geeft in de brief van Timotheüs.

Lisse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1953

De Saambinder | 4 Pagina's

Toelichting op de Nederlandse Geloofsbelijdenis  Art. 30

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1953

De Saambinder | 4 Pagina's