Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN HET Zendingsveld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN HET Zendingsveld

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(8.)

Dc kerstening van Noord Europa (II.)

Ansgar ging nu ijverig studeren als monnik in het klooster Korvey in Westfalen. Hij wacht tot de Heere de weg baant om als zendeling te gaan arbeiden. En die tijd komt. Hoor maar.

De Deense koning, Harald Klak, is niet gezien bij zijn volk. Hij wordt verjaagd en daarom zoekt hij hulp bij Lodewijk de Vrome, de opvolger van Karei de Grote. Met zijn familie en een groot gevolg komt hij aan in Ingelheim, een plaats aan de Rijn, de toenmalige residentie van keizer Lodewijk. Aan dit hof komt hij vanzelfsprekend in aanraking met het Christendom. Het gevolg is, dat Harald en zijn vrouw plechtig gedoopt worden in de kathedraal te Mainz. JNa zal de Deense vorst zeker wel hulp van Lodewijk ontvangen. Men mag haast voor zeker aannemen dat dit laatste de grootste doorslag wel gaf om tot het Christendom over te gaan. Het dopen was vorm en geen behoefte.

Er wordt tenminste verteld, dat van die tijd het een gewoonte was, dat vele Denen zich tegen Pasen naar het hof van de keizer begaven om gedoopt te worden. Het gebruik was, dat elke dopeling een wit kleed ontving bij de plechtigheid. Op zekere keer kwamen zoveel dopelingen, dat er geen witte kleren genoeg waren, zodat er doopkleren moesten uitgereikt, die lang niet zo mooi en van veel minder kwaliteit waren. Nu was er een aanzienlijke Deen die tot de groep behoorde, die een kleed van zulk minder allooi ontving. Dat was helemaal niet naar de zin van de Deen. Boos riep hij uit: „Twintigmaal ben ik hier al geweest en steeds heb ik mooie kleren gekregen. Zulk een zak is geen kleed voor een krijgsman, maar wel voor een zwijnenhoeder. Als ik mij niet om mijn naaktheid schaamde, dan zóu ik u die zak met uw Christus voor de voeten werpen."

Als dit voorval zo precies heeft plaats gevonden dan merken we er wel uit hoe er met de doop werd gesold.

We kunnen licht begrijpen, dat Lodewijk de Vrome wel verheugd is dat Harald en diens vrouw gedoopt zijn, maar dat hij bevreesd is dat ze, in Denemarken terug gekeerd, weer spoedig tot het heidendom zullen vervallen. Daarom zocht de keizer naar iemand, die met Harald zou meegaan naar de woeste Denen.

Nu woi'dt do weg gebaand voor Ansgar orn zijn zendingswerk te beginnen. Voorwaar, het was geen kleinigheid. Ansgar is pas 25 jaar oud en dan naar die woeste heidenen in Denemarken. Niemand durft besluiten om met Ansgar mee te trekken, dan na veel moeite zijn boezemvriend Autbert.

De Deense koning is er helemaal niet over te spreken dat twee zendelingen met hem mee' reizen. Hij behandelt ze koel, totdat er in Keulen iets gebeurt. Daar woont bisschop Hadebold, die zeer ingenomen is met het reisplan van Ansgar en Autbert. Hij vindt het zo'n voortreffelijk werk dat beide mannen gaan doen, dat hij een nieuw schip gereed laat maken om de zendelingen naar Denemarken te brengen. Koning Harald ziet spoedig dat dit schip beter is dan het zijne en daarom vraagt hij of hij en zijn gevolg met Ansgar mee mogen varen. Daartegen hebben de mannen niet het minste bezwaar en het gevolg is, dat van die tijd de verhouding tussen de Deense vorst en de zendelingen uitmuntend was.

Vanaf Keulen wordt de Rijn nu afgevaren langs het voorname Dorestad (Wijk bij Duurstede) en vandaar komen ze zonder ongelukken in het gebied van koning Harald. De moedige zendelingen bouwen een school en prediken in de omgeving het Evangelie des kruises. Ze zien kans om krijgsgevangenen, die het Christendom hadden aangenomen, te verlossen, en zo scheen het werk zeer voorspoedig te gaan. Toch konden de ijverige mannen riïet lang op hun standplaats Habebij in Sleeswijk blijven. - Koning Harald werd weer verjaagd, met het gevolg dat ook Ansgar en Autbert moesten vluchten. Ze werden uit Denemarken verdreven en tot overmaat van ramp voor Ansgar stierf zijn trouwe metgezel Autbert (829). Wat moest Ansgar beginnen? De Heere wist het en zou de weg voor de zendeling wel banen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1948

Daniel | 8 Pagina's

VAN HET Zendingsveld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1948

Daniel | 8 Pagina's