Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reactie op pastorale brief kernwapens

Het was te verwachten. Vele reacties kwamen en komen er nog steeds los op de pastorale brief die de Hervormde Synode d.d. 10 december 1980 deed uitgaan over de Kernbewapening aan de kerkeraden en predikanten. Deze brief was in de synode van 21 november 1980 aanvaard met 39 stemmen voor en 13 tegen. De synode besloot daarmee in te stemmen met diegenen die pleiten voor eenzijdige afschaffing van kernwapens. Eigenlijk de lijn waarop het IKV al jaren staat en waarvoor ze al jaren actie voert. Deze brief riep instemming op. Maar niet minder afwijzing. Vorige week verscheen in De Waarheidsvriend een brief van het Hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond aan de generale synode van de Hervormde kerk. Ik geef u hier de samenvatting van de brief zoals „Trouw" van 8 januari die op haar 'Kerk'-pagina bood. Trouw: Gereformeerde Bond verwerpt pastorale brief kernwapens.

Het hoofdbestuur van de gereformeerde bond in de hervormde kerk verwerpt de pastorale brief van de hervormde synode over de kernbewapening. De in deze brief voorkomende oproep tot eenzijdige ontwapening acht het hoofdbestuur van de bond, „juist ook gezien de roeping van de overheid, in het licht der Schrift onverantwoord".

Dit staat in een brief van het hoofdbestuur van de gereformeerde bond aan de generale synode der hervormde kerk en deze brief is vandaag te vinden in De Waarheidsvriend, het officiële blad van de bond.

In het begin van zijn brief wijst het hoofdbestuur van de gereformeerde bond er op dat „nogal wat" hervormden wegens de pastorale brief voor de kerk bedankt hebben. Niet voor hen die innerlijk al afscheid van de kerk hadden genomen, wil de gereformeerde bond het opnemen, maar voor degenen die in gewetensnood gekomen zijn. Voorts wijst de brief er op dat „politici uit partijpolitieke motieven gebruik of misbruik maken van uw brief". Zulke dingen behoeven een kerk niet te beletten, profetisch te spreken, maar is hier sprake van een profetisch getuigenis?

U weet, aldus de brief van de bond van de synode, niet „namens allen" in de hervormde kerk te spreken". Namens wie spreekt u dan eigenlijk wel, zo luidt onze vraag. Want het recht der Waarheid wordt in de kerk toch niet uitgemaakt bij meerderheid van stemmen? Wanneer u als ambachtelijke vergadering doordrongen bent van het „Zo spreekt de Heere" behoeft u zich niet te verontschuldigen dat u niet namens allen spreekt.

Dan bent u als ambtelijke vergadering van eigen rechte."

Cultuurcrisis

De gereformeerde bond betreurt dat de pastorale brief de wortel van de huidige cultuurcrisis niet duidelijker bloot legt: . „Nu richt u zich op één aspect, de kernbewapening als zodanig. U maakt de cultuurcrisis manifest aan de hand van één afschuwelijke realiteit. Maar zouden in het kader van uw brief niet vele symptomen gesignaleerd hebben moeten worden? Is de worteloorzaak niet de toenemende vervreemding van God, de om zich heengrijpende secularisatie en daarmee gepaard gaande ontkerkelijking, de eigenmachtigheid van de mens en de toenemende wetteloosheid terzake van alle geboden Gods? In onze tijd is er doorgaans een selectieve benadering van de cultuurcrisis. Wij menen dat uw brief daaraan ook lijdt."

Voorts brengt de gereformeerde bond naar voren dat de pastorale brief geheel zwijgt over de wederkomst des Heeren en onze verwachting daarvan.

Andere weg

Het hoofdbezwaar van de gereformeerde bond richt zich tegen de „andere weg" die de synode blijkens haar brief wil gaan. Dit is, zo stelt de

gereformeerde bond vast, een politieke en geen kerkelijke weg.

Hierop ingaande, schrijft het hoofdbestuur van de gereformeerde bond aan de synode:

„U zegt dat u zich op een 'andere weg' begeeft. U moet er zich niet over verbazen als velen in de kerk achter deze 'andere weg' een andere theologie vermoeden. Die theologie namelijk, die zo fel het 'Getuigenis' in 1971 afwees, toen dit zich keerde tegen 'een onschriftuurlijke werkheiligheid, die het christelijk geloof vereenzelvigt met een bepaalde maatschappelijke en politieke betrokkenheid'. In die maatschappij-kritische theologie is sprake van een marxistische besmetting, waardoor de weerbaarheid van ons volk tegen de valse ideologie van het marxisme en het daarop gebaseerde politieke systeem van het communisme wordt ondermijnd."

„In de brief wordt weliswaar beleden, dat u zich geen illusies maakt 'over politieke systemen, waarvan wij gevrijwaard willen blijven en die wij vrezen'. Waarom wordt u hier" echter niet concreet en spreekt u over systemen (meervoud)? In het Oost-West dilemma gaat het maar om één systeem, dat ons — en met ons bedoelen we dan met name ook kerk en christenheid — bedreigt, te weten, het communisme. Zo concreet als de brief is over de kernwapens en de afschrikwekkende mogelijkheden daarvan, zo vaag is de brief over de demonie van het communistisch systeem. Waarom toch? "

Een van de slotopmerkingen van de brief luidt: „Wij beseffen dat de kerk inderdaad onder welk systeem dan ook veilig is (vergelijk Openbaring 13 vers 9b), maar dat mag ons niet lijdelijk maken".

Kerkblaadje

In het „Kerkblaadje" (Orgaan van de Stichting Vrienden van dr. H. F. Kohlbrugge) van 26 december 1980 staat een reactie van dr. W. Aalders en ds. D. van Heyst te lezen die er niet om liegt. Een deel eryan geven we aan u door ter lezing. De uitspraak van de hervormde synode over de kernwapens

Van verscheidene lezers bereikten ons vragen en ingezonden stukken over bovengenoemde uitspraak van de. synode. Wij hebebn ons afgevraagd, of wij die reacties in het Kerkblaadje zouden opnemen. In ieder geval verstaan wij de verontwaardiging, die in al die brieven tot uitdrukking komt. Wij delen haar. Toch houden wij ons liever verre van de verhitte discussies, die over de synode-uitspraak zijn losgebarsten.

Dat betekent echter geenszins, dat wij ons liever „op de vlakte" houden. De reden is, dat deze uitspraak de onvermijdelijke en logische consequentie is van een koers, die de hervormde synode al sinds jaar en dag vaart en waartegen wij sinds de OPEN BRIEF in 1967 en sinds het GETUIGENIS in 1971 voortdurend gewaarschuwd hebben. In hoeveel artikelen in het Kerkblaadje hebben wij onze bezwaren tegen die koers niet kenbaar gemaakt! Het laatst nog de afgelopen winter in de stukken, die getiteld waren: Evangelisch radikaüsme en reformatorisch, geloof en: Nog eens: de evangelisch radikalen.

Het lust ons niet deel te nemen aan het debat over het bezit en het gebruik van kernwapens en over de leus van het IKV: „Help de kernwapens de wereld uit, te beginnen met Nederland!" Wij achten dat ongeoorloofde grensoverschrijding van kerkelijke instanties. Het uiterste, waartoe een synode bij de vervulling van haar profetische taak tegenover overheid en volk mag gaan, is „een roep uit de diepten" (Psalm 130). Gaat zij echter verder, dan komt zij onherroepelijk op het veld van de casuïstiek; zij spreekt dan niet meer vanuit een geprangd gemoed over een noodsituatie, waarin wij afhankelijk zijn van Gods verlossingen, zoals dat in Psalm 130 gebeurt. Neen, zij gaat concrete aanwijzingen geven op politiek en strategisch terrein en bemoeit zich met de praktische

uitwerking en toepassing van haar „roep uit de diepten" in de uiterst gecompliceerde en ondoorzichtige wereldsituatie. Met andere woorden: e profeet, de synode gaat op de stoel van de overheid zitten. En daarmee ontkracht zij niet alleen haar profetische roeping, maar zij hindert en stoort ook de overheid bij de vervulling van haar roeping. Want vanouds is het toch een oer-reformatorische notie, dat de overheid Gods dienares is (Rom. 13 : 4), en dat zij n i e t is de sterke arm van de kerk. De overheid is van eigen rechte!

Het is op dit punt, dat de hervormde synode hoe langer hoe meer op een dwaalweg is geraakt. Het is de dwaalweg van de apostolaatstheologie, waarin het Evangelie steeds verder politiek, sociaal en economisch vertaald wordt, tegen die fatale ontwikkeling, waarbij het Evangelie verwereldlijkt en ontgeestelijkt wordt en de kerk wordt tot een politieke en maatschappelijke pressiegroep, hebben wij ons in de OPEN BRIEF en in het GETUIGENIS nadrukkelijk verzet. Wij karakteriseerden dat als messianisme en dweperij, waarbij de hervormde kerk haar reformatorische oorsprong verloochende en een mixtum, een mengsel werd van dopers radikalisme en rooms-katholieke theocratie.

Hoe weinig reformatorisch besef en hoe geringe kennis van de reformatoren en de reformatorische belijdenisgeschriften er in de kerk nog is, treedt wel het duidelijkst aan het daglicht in het feit dat ook leden van de synode, die gerekend worden tot de Gereformeerde Bond, de uitspraak van de synode over de kernwapens hebben gesteund! Hun vrome woorden in de synode-vergadering mogen subjectief zuiver geweest zijn, — het reformatorisch gehalte ervan was nihil. En dat op een moment, dat sterker dan ooit tevoren de kerk behoefte had aan het zoutend zout van manmoedig gereformeerd belijden!

Nog eens Kerkbïaadje

In het nummer van 9 januari 1981 komt dr. W. Aalders nog eens terug op het bovenstaande. Weer licht ik een deel uit zijn artikel en wel het volgende:

In de pastorale brief die de synode heeft gezonden aan de gemeenten als toelichting op haar besluit om Nederland kernwapen-vrij te maken, staat een merkwaardige passage die aldus luidt: „Wij kunnen leven met onze Heer', ondanks welk politiek systeem ook". In een commentaar daarop schrijft NRC-Handelsblad: „Daarmee wordt aangegeven dat de kerk de kreet: Liever dood dan rood, een onchristelijke acht en dat christenen het leven en lijden onder een totalitair, atheïstisch regiem niet mogen afwijzen als erger dan een nucleaire vernietigingsoorlog" (22-ll-'80). Wanneer men zulk een uitspraak onder ogen krijgt, is voor de objectieve buitenstaander geen andere conclusie mogelijk dan dat de synode heel uitvoerig en diepgaand is ingelicht over de apokalyptische verschrikkingen van een mogelijke kernwapen-oorlog (en welk redelijk mens zou daarop ook maar iets willen afdingen!? ), maar dat haar nauwelijks concrete en exacte gegevens zijn verschaft over de overlevingskansen van geloof en vrijheid in totalitaire, atheïstische politieke systemen. Met andere woorden: zij is zózeer onder de suggestie geweest van de eenzijdige voorlichting van een pressie-groep (het IKV), dat zij niet bij machte was om in zulk een delikate en belangrijke materie tot een voorzichtige, evenwichtige uitspraak te komen. In haar kortzichtigheid en naïviteit heeft zij niet kerk en volk gediend, maar een fanatieke actiegroep. In hoeverre daarop van invloed geweest zijn de felle televisie-lampen en de massale aanwezigheid van de pers, is een vraag op zich. In ieder geval bevorderen zulke factoren de bezonkenheid en de wijsheid niet, die door menig gemeente-lid de synode zullen zijn toegebeden.

Opdat nu straks de kerkeraden en gemeenten zich niet door dergelijke uitspraken in de synodale

pastorale brief in de luren zullen laten leggen en in slaap laten wiegen, wil ik hier enkele concrete feiten uit het nabije en verre verleden naar voren brengen, die ertoe kunnen medewerken dat op het grondvlak van de kerk men wijzer, evenwichtiger en voorzichtiger denkt en oordeelt dan in de synodale samenkomsten. Wie namelijk door de geschiedenis onderwezen wordt, overeenkomstig Groen van Prinsterer's adagium: „Er staat geschreven! Er is geschied!", kan en zal het de synode niet nazeggen dat „wij leven kunnen met onze Heer, ondanks welk politiek systeem ook". Men moet wel zeer kort van memorie zijn, als men er niet van op de hoogte is dat er politieke systemen zijn, die het geloof en de vrijheid niet overleven. Dr. Aalders geeft dan twee voorbeelden. Een uit het recente verleden van de bekende predikant Oskar Brüsewitz die op 22 augustus 1976 in Halle (DDR) overleed na zich enkele dagen tevoren in brand te hebben gestoken uit protest tegen de communistische overheersing van en druk op de kerk. Aalders ziet daarin duidelijk dat het niet mogelijk is om onder dat politieke systeem als christen te leven. We moeten ons maar geen illusies maken. Ook haalt hij een voorval aan uit vroeger eeuwen, uit de tijd van de Hugenoten. Zware geloofsvervolging viel deze Hugenoten ten deel. Hij citeert Saurin die schreef over de ondragelijke druk waaronder deze mensen moesten leven. Aalders schrijft dan:

Zó spreken zij, die uit de grote verdrukking komen (Openbaring 7 : 14). Hoe ver staat die taal af van het merendeel der woorden, die op de synode-vergadering gesproken zijn bij het debat over de kernwapens. Niet dat de voorstemmers van het synodale besluit niet óók bewogen waren. Geenszins! Het was evenwel een ontroering vanuit een andere grond en een andere wortel. Wat hen dreef was niet de nood, dat er politieke systemen zijn, die geloof en vrijheid niet overleven, — maar dat er wapens zijn, die de mensheid en de westerse cultuur niet overleven. De vraag dringt zich dan op: elke geestelijke ontroering is authentiek (echt) christelijk? Wat is belangrijker: et leven tot buit hebben öf de ziel?

Slot

Ik stem met dr. Aalders in als hij stelt dat de gemeente van Christus geen voet ruimte wordt gegund in een communistisch totalitair systeem. Daar moeten we maar niet van dromen en geestelijk over romantiseren. Maar ik denk niet dat de voorstemmers van de pastorale brief, zeker niet zij die uit de hoek van de Gereformeerde Bond komen, dat zullen doen. Zij zullen niet zeggen: liever rood dan dood. Wel vragen ze zich in alle ernst af: zijn we met de voortschrijdende bewapening op de goede weg? Hoe is ombuiging en afremming mogelijk. Opdat niet Gods aarde, Zijn schepping, zal verbranden en vergaan.

Ik vind de aanduiding 'vrome woorden' die dr. Aalders geeft aan wat door sommigen ter synode is gezegd insinuerend. Zo mogen we elkaar, hoe diep ons meningsverschil moge zijn, niet weg zetten.

Wat mij vooral verdriet van onze synode, zeker in de afgelopen jaren is dat men op sommige punten zo vreselijk genuanceerd te werk gaat. Als het gaat om een getuigenis vanuit het hart van het Evangelie van Jezus Christus naar ons volk toe, dan komt er zo weinig concreets uit. Terecht constateert het Hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond de vaagheid in de pastorale brief terzake de demonie van het communistisch systeem tegenover de concreetheid van de verschrikking van de kernwapens.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 januari 1981

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's