Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terug naar de Hoge Molen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terug naar de Hoge Molen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als achttienjarige liet Els Stam de Hoge Molen achter zich, met de gedachte er alleen nog te komen voor familiebezoek. Sinds oktober 2014 woont ze weer achter de wieken. Ze wil er nooit meer weg.

Aan de flanken wordt het molengebied bij Kinderdijk ontsierd door fabriekshallen en de oprukkende bebouwing van Alblasserdam, maar als je daar even de ogen voor sluit, voel je je hier een slijkgeus in griendland. De auto heb ik achtergelaten op het minuscule parkeerplaatsje onder aan de dijk. Daarvandaan moeten bezoekers van de twee molens aan de Boezemkade te voet verder, te midden van riet, water en wilgen.
Langs het smalle zijpad dat naar de achtkantige Hoge Molen voert, staan fruitboompjes. Een lichte wind doet de wieken van de molen traag draaien. De luchtverplaatsing door de zeilen zorgt voor een monotoon gezoef. Rood-witte kettingen tussen ijzeren paaltjes moeten voorkomen dat de argeloze passant een klap van de molen krijgt. Op de kade tussen de lage en de hoge boezem grazen schapen.
Tegen de gepotdekselde molenschuur hangt een palingfuik die herinnert aan oud-bewoner Arie Stam, die jarenlang als machinist op de Kinderdijkse gemalen werkte. „Ai Stam”, zeiden de dorpelingen. Afgezien van de zondag liep hij de hele week in ketelpak en op klompen. Als hij in het dorp een onbekende ontmoette, vroeg hij steevast: „Van wie ben jij er een?”

Onkruid wieden
Dochter Els was tien toen ze van een rijtjeshuis in Nieuw-Lekkerland naar de molen verhuisde. Haar beste vriendin liet ze in Nieuw-Lekkerland achter. Aan de Boezemkade had ze behalve de huisgenoten alleen de familie Verhaar van de Lage Molen, een paar honderd meter verderop. Met het volk van de Kinderdijkse molens aan de Overwaard en de Nederwaard had ze geen contact. „Deze molens vallen onder Nieuw-Lekkerland. Daar bleef ik ook naar school gaan.”
Ai verwachtte van zijn kinderen dat ze meehielpen met het werk rond de molen. Ze assisteerden hem bij het voorleggen van de zeilen, het verwijderen van het gras in de naden van het stenen trapje naast de molenschuur, het spoelen van de palingnetten en het onkruid wieden in de moestuin. Tegenover de verplichtingen stonden de geneugten van het wonen in de vrije natuur. „Mijn broers hadden op een rietschouw een mast met een zeil gemaakt. Als er flink wat wind stond, gingen we zeilen. In een oude boom bouwden we een hut. M’n moeder vond het hier heerlijk. Na haar trouwen betrok ze met mijn vader een ark. Daar hebben ze de eerste drie kinderen gekregen. Het waren eigenlijk geen mensen voor een rijtjeshuis.”

Korenmolen
Na haar achttiende verjaardag verwisselde de molenaarsdochter Kinderdijk voor Rotterdam. In het dorpje van scheepsbouwers aan de Lek had ze het wel gezien. „De beslotenheid benauwde me een beetje. Tegen familie en vrienden zei ik: Hier kom ik nooit meer terug.”
In de havenstad leerde ze freelance fotograaf Peter Paul Klapwijk kennen. Ze betrokken een huisje in Delfshaven, niet ver van de korenmolen waar Peter Paul zich later op zaterdag het molenaarsvak eigen maakte. „Verhuis je van Kinderdijk naar Rotterdam, loop je daar een aankomende molenaar tegen het lijf.”
Vanaf het eerste bezoek aan zijn schoonouders was Peter Paul gefascineerd door de molen. „Heel mijn familie heeft de kost verdiend in de haven en op zee. Varen en malen op een molen hebben veel gemeen: de zeilen, het buitenleven, het omgaan met de elementen. Ik vergeet nooit dat ik voor het eerst de zeilen voorlegde. Ai heeft me de eerste beginselen bijgebracht.”
In 2001 betrokken ze een rijtjeswoning in Kinderdijk. „In gesprekken met Ai en Sjaan waren we tot de conclusie gekomen dat het mooi zou zijn als wij de volgende bewoners van de Hoge Molen zouden worden. Voor de kinderen leek het ons wenselijk om hier alvast te gaan wonen.” Ook Els vond dat prima. „Destijds zocht ik de anonimiteit van een grote stad, maar bij het ouder worden ging ik er de schaduwkanten van zien.”

De bedoeling was dat Ai op zijn zeventigste plaats zou maken voor de nieuwe generatie. Toen het zo ver was, keek hij daar wat anders tegenaan. Hij zou nog zeven jaar doorgaan. Pas in 2010 verhuisde hij met Sjaan naar het Waardhuis, een monumentaal pand van het waterschap. „Ze hebben nooit geld gehad, maar altijd op de mooiste plekken gewoond”, lacht Els.
De in 1740 gebouwde Hoge Molen was binnen dringend aan een opknapbeurt toe. „M’n ouders hebben er 35 jaar niets aan gedaan. Gasleiding ligt hier niet, dus ze verwarmden de kamer met elektrische kachels. Die werkten nauwelijks meer. Elke winter zaten ze in de kou.”
Het kostte vier jaar van strijd en leren omgaan met ambtelijke molens eer de plannen voor de verbouwing door alle betrokken diensten en organen waren goedgekeurd. Ai maakte dat niet meer mee. In december 2013 ging hij de weg van alle vlees. De wieken van alle watermolens van Kinderdijk en Nieuw-Lekkerland en de wipmolen van Alblasserdam stonden op de dag van de begrafenis in de rouwstand, als postuum eerbetoon aan de markante molenaar. De Hoge Molen nam traditiegetrouw een periode van een jaar en zes weken rouw in acht.

Relatie
In oktober 2014 trokken de nieuwe bewoners in de molen. Die is gemoderniseerd, geïsoleerd en tegelijk zo veel mogelijk in de oude staat teruggebracht. De zus van Peter Paul, binnenhuisarchitect van professie, maakte het plan voor de nieuwe indeling. Van de begane grond tot de kapzolder zijn de eeuwenoude gebinten weer zichtbaar. Op de immense balken zijn nog altijd de eigendomstekens van de houthandelaren en de door de molenmakers aangebrachte nummers te zien. „Toen we na de eerste nacht wakker werden en boven ons de balken zagen, dachten we dat we droomden”, zegt Peter Paul, die na zijn loopbaan als fotograaf vier jaar molenmaker was. „Hier hebben we bijna twintig jaar op gewacht. Een molen is veel meer dan een woning. Je krijgt er een relatie mee.”
Ook de drie nog thuis wonende kinderen genieten van hun nieuwe onderkomen. Door alle logeerpartijen bij opa en oma voelde het vanaf de eerste dag vertrouwd. De twaalfjarige Donna, volgens haar vader „een echt molenkind”, vindt niets mooier dan het bevestigen en verwijderen van de zeilen. Als een aap klimt ze in de wieken.

Gezond
Door zijn huidige baan als communicatiemedewerker van de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk en coach van de pakweg tweehonderd vrijwilligers beweegt Peter Paul zich de hele week in het molengebied. Els bleef drie dagen per week in Rotterdam werken, maar haar hart ligt in Kinderdijk. Als ze na een dag tussen jongeren met een hulpvraag naar huis fietst, blijft ze een poosje op de dijk staan. Om haar molen te bewonderen. „Zeker als de wieken draaien. Daar kun je naar blijven kijken.”
Op haar vrije dagen werkt ze vaak in de moestuin. „Dan zie ik mijn vader voor me. Zo nu en dan verwijder ik met een aardappelschilmesje het onkruid uit het stenen trapje, zoals hij het ons voordeed. ‘Wees blij dat je gezond bent en het kán doen’, zei hij meer dan eens. Dat vond ik onzin. Nu zeg ik hetzelfde.”


Els Stam
• werd in 1968 geboren in Nieuw-Lekkerland.
• trad in 1992 in het huwelijk met Peter Paul Klapwijk; ze kregen vier kinderen.
• werkt als coördinator in het jongereninformatiepunt (JIP) in Rotterdam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 september 2015

Terdege | 91 Pagina's

Terug naar de Hoge Molen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 9 september 2015

Terdege | 91 Pagina's