Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gids - twee wegen ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gids - twee wegen ?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

door prof. dr. C. Graafland,

• SYMPOSION

Er is onlangs een Symposion gehouden van een aantal prominente figuren uit de wereld van de theologie en het onderwijs om met elkaar te spreken over de weg, die moet worden bewandeld in het heden met betrekking tot het christelijk onderwijs. Dit symposion was georganiseerd door de Stichting Unie "School en Evangelie", waarvan drs. T.M. Gilhuis de bekwame en bezielende voorzitter is. Hij zal ook wel de man geweest zijn, die het hoofdaandeel heeft gehad in het tot stand komen van genoemd symposion.

De bedoeling van dit symposion was om een gedachtenwisseling te houden over een boek, dat vlak ervoor verschenen was, en waarin dezelfde personen, die aan het symposion deelnamen, een bijdrage hadden geleverd. Het boek heet: Eén Gids - twéé wegen? (Uitg. J.H. Kok, Kampen, z.j.; prijs ƒ 22, 50).

De keuze van deze auteurs was, naar ik aanneem, eveneens van Gilhuis. En dat was een zeer bepaalde keuze. Hij heeft namelijk mensen bij elkaar zien te krijgen, die allen overtuigd christen zijn en die toch op ingrijpende punten, die de wereld van vandaag beroeren, sterk verschillende opvattingen huldigen en in bepaalde opzichten zelfs lijnrecht tegenover elkaar staan.

Ook op het genoemde symposion is dat duidelijk aan het licht getreden, toen op een gegeven ogenblik dr. J.J. Buskes een harde confrontatie aanging met Prof. B.Siertsema. Beiden hadden in de bundel een bijdrage geleverd over het vraagstuk van Blank en zwart. Maar niet alleen op dit punt waren de bijdragen oppositioneel. Maar ook op het punt van oorlog en vrede (J.de Graaf tegenover A. Troost) en van rijk en arm (C.H. Koetsier tegenover C.P.van Dijk). U ziet: de hete hangijzers zijn in deze bundel open en bloot te voorschijn gehaald.

• HET IDEAAL VAN GILHUIS

Het opmerkelijke is echter, dat Gilhuis deze oppositionele vraagstukken op tafel heeft laten komen vanuit de gedachte, dat de Bijbel als onze ene Gids toch uitkomst moet kunnen brengen en uiteindelijk ons de weg moet kunnen aangeven, waarop deze tegenvoeters elkaar kunnen vinden. Van dat geloof legt Gilhuis in een inleidend artikel ("Aan gene zijde") getuigenis af. Hij ziet namelijk de oplossing in een nieuw lezen en verstaan van de Heilige Schrift aan gene zijde van de tegenstelling, waardoor het mogelijk is, dat de oude posities worden prijsgegeven en een nieuwe, bijbelse positie kan worden betrokken.

Gilhuis heeft daar grote verwachtingen van en ziet vooral de rijke vrucht daarvan bestemd voor de komende generatie, aan wie momenteel het christelijk onderwijs moet worden gegeven.

Het heeft iets aantrekkelijks om Gilhuis te lezen. Niet alleen vanwege de literaire vorm, waarin hij zijn gedachten giet, maar vooral ook vanwege het ideaal, dat achter zijn visie brandt.

Ik kan Gilhuis hierin niet alleen begrijpen, maar ook waarderen. Er zit iets van een hunkering achter naar de openbaring van de enigheid des Geestes, waarom onze jonge generatie zo dringend verlegen is. Het zou zo'n machtige zegen inhouden, wanneer de spraakverwarring eens ophield en het elkaar bevechten van de standpunten veranderd werd in een gezamenlijk optrekken, vanuit de kracht van de Geest en in gehoorzaamheid aan de Schrift.

Daarnaar te verlangen, is niet af te keuren maar van harte toe te juichen. En zich daarvoor in te spannen is een zaak, die heel veel moeite meer dan waard is.

• EXEGESE EN HERMENEUTIEK

Des te pijnlijker is het echter voor mijzelf om te moeten konstateren, dat deze inzet van Gilhuis toch tot mislukking gedoemd is. De reden daarvan is, dat ze te naief is, te weinig ingesteld op de feitelijke gang van zaken. Ook dat wordt uit zijn bijdrage in deze bundel duidelijk. In de eerste plaats wijs ik dan op zijn simpele kwalificatie van het artikel van J. Verkuyl: Het zoeken naar de wil van God in deze tijd (blz. 211-221).

Gilhuis noemt dit het exegetisch hoofdstuk in deze bundel (blz. 24). Gaan wij nu dit artikel van Verkuyl lezen, dan blijkt, dat één bladzijde van de elf exegese bevat en de rest bestaat uit een weergave van Verkuyls hermenautische opvattingen over de Bijbel en het Bijbelverstaan. Wie dit het exegetische hoofdstuk van de bundel noemt, moet wel weinig weet hebben van wat exegese is. Of is het zo, dat Gilhuis' opvatting over exegese van de Bijbel inhoudelijk ook neerkomt op een eigentijdse visie geven op het verstaan van de Bijbel. Eén van de meest verlammende tendenzen van de theologie op dit moment is, dat de exegese (= verklaring van de Bijbeltekst) verward wordt met hermeneutiek (= praten over het verstaan van de Bijbel in deze tijd). Wie meent het tweede voor het eerste te kunnen laten doorgaan, begaat een fundamentele vergissing. Een vergissing, die daarom zo fundamenteel is, omdat hij denkt met de Gids zelf te maken te hebben, terwijl hij bezig is om een andere gids te raadplegen, die over de eerstgenoemde Gids zijn gedachten bezig is uit te spreken. Het is duidelijk, dat we dan al niet meer van één Gids kunnen spreken, maar van vele gidsen, die ieder op hun eigen manier dè Gids raadplegen en naar hun hand zetten.

• BIJBEL EN SAMENLEVING

Dat laatste is dan maar niet een vergissing, maar is het resultaat van een bewust gekozen methode. Daarvan geeft Prof. G.Th. Rothuizen blijk in zijn bijdrage over Bijbel en samenleving (blz. 27 v.v.). Zijn inzichten wat betreft het verstaan van de Bijbel zijn kenmerkend voor de nieuwere theologie. Hij benadert de Schrift zelf ook als een produkt van de samenleving. Alleen dan van een samenleving uit een ver verleden, die in vele opzichten een verouderd beeld vertoont. In de Schrift vloeien de stem van God en de stem van de toenmalige en tijdgebonden samenleving samen tot één getuigenis. Dat is het getuigenis van de Schrift. Niet alleen God heeft zijn aandeel in de totstandkoming daarvan, ook de kultuurwereld uit die tijd heeft dat.

Maar om nu dit getuigenis in onze tijd verstaanbaar en geldig te doen zijn, is nodig, dat wij voor de oude samenleving onze huidige samenleving in de plaats stellen. En dan kan het zijn, dat wat in Paulus' dagen gangbare opinie was en dus ook Paulus' opinie was, nu vervangen moet worden door een heel andere opinie, namelijk die welke nu gangbaar is. Met name in ethische zaken moet dit duidelijk worden toegepast.

Rothuizen knoopt dit vooral aan bij de opmerking van Paulus in 1 Cor. 11 : 14, waar Paulus schrijft: eert de natuur u niet.. . ? ", en dit woord van Paulus dan gelijkstelt met de common sense, de publieke opinie uit Paulus' dagen. Het is niet de bedoeling om hierop nu breedvoerig in te gaan. Een minutieus exegetisch onderzoek zou echter duidelijk maken, dat Paulus hier niet aansluit bij de publieke opinie, maar bij de scheppingswil en - ordening van God, zoals dit ook het geval is in Rom.l, wanneer hij van de homosexuele omgang zegt, dat zij tegen nature is. Vgl. ook Rom.2, waar Paulus spreekt over de heidenen, die van nature de dingen doen, die der wet zijn, omdat zij het werk der wet geschreven hebben in hun harten (vss. 14, 15).

• EEN GROEIENDE KLOOF

Wat echter inhoudelijk uit Rothuizens verhaal duidelijk wordt, is, dat de contemporaine samenleving haar positief aandeel heeft in het verstaan van de Bijbel. Met als gevolg dat op de Inhoud van de Schrift wordt afgedongen en vanuit de common sense in het heden de ontstane leegte wordt opgevuld. Welnu, wie zo de Schrift nog als de ene Gids wil gaan gebruiken, moet erop rekenen, dat hij met een veelheid en variatie van gidsen te doen krijgt, die niet zozeer de weg van God als wel de weg van de betreffende theoloog aanwijzen. En dat is momenteel precies de oorzaak ervan, waarom de wegen uiteen gaan, en steeds verder van elkaar verwijderd raken. Deze kloof wordt niet zozeer gevoeld door hen, die ieder met hun eigen inbreng vanuit het eigentijdse denken de Schrift benaderen. Zij hebben wel op allerlei konkrete punten verschil van mening, maar in de wortel zijn zij allen één. Zij denken allen vanuit de tweeëenheid van Schrift en samenleving, waarvan de tendens overigens is, dat het eigen getuigenis van de Schrift steeds dieper onder de heerschappij van de huidige common sense doormoet.

Men verslijt ijskoud meningen, die duidelijk tegenovergesteld zijn aan het eigen getuigenis van de Schrift, als het goede verstaan van de Schrift. De Schrift wordt gaande meer gemuilkorfd en de gangbare mening krijgt steeds meer recht van spreken.

De grote kloof echter wordt gevoeld tussen hen die met de Schrift omgaan in bovengenoemde zin èn hen, die onvoorwaardeliik voor de Schrift willen buigen, en die diep ervan doordrongen zijn, dat de Schrift niet in het verlengde van de common sense ligt, maar haaks erop staat.

En dat daarom alleen dan de Schrift juist wordt verstaan als al onze gedachten gevangen gevoerd worden onder de heerschappij van Jezus Christus.

Hier gaat het om een fundamentele tegenstelling, die bezig is zo groot te worden, dat we moeten konstateren, dat wij met twee verschillende werelden te maken hebben.

Ik vind deze ontwikkeling zeer te betreuren.

En omdat ik er nogal eens mee word gekonfrxjnteerd, lijd ik eronder. Daarom hunker ik met Gilhuis naar de eenheid van het verstaan van de ene Gids. Maar de weg, die hij gaat, kan ik niet met hem meegaan. Hij laat (in deze bundel) samengaan, wat niet samen kan gaan. Ik zie een andere weg.

Dat is de weg van de bekering van ons allen, de metanoia tot God, waarin wij sterven aan onszelf, ook aan onze opvattingen en Inzichten èn aan de common sense van deze wereld en, door de Geest geleerd. God de ruimte geven om Hem het alleen te laten zeggen. Dan keren wij terug tot de Ene Gids.

En zal het ook blijken, dat er slechts één Weg is, die de Weg Is ten leven, voor de oude èn voor de jonge generatie, voor de Kerk èn voor de school.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1976

De Reformatorische School | 36 Pagina's

Een gids - twee wegen ?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 1976

De Reformatorische School | 36 Pagina's