Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vier beschrijvingen van het  éne evangelie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vier beschrijvingen van het éne evangelie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(VI)

MARCUS

In ons vorig artikel wezen we U op cle nauwe verbondenheid tussen de evan-< rr> list Marcus en de apostel Petrus.

Die nauwe verbondenheid komt in het evangelie van Marcus openbaar, want dit evangelie is cle neerslag van cle prediking van Petrus. Wij weten dit uit een geschrift van Papias, cle leerling van de apostel Johannes. Deze Papias deelt namelijk mee, clat Marcus het Evangelie te boek heeft gesteld, zoals hij het van zijn geestelijke vader Petrus had gehoord.

Dat het evangelie van Marcus een weergave is van cle prediking van Petrus, komt trouwens in heel het boek duidelijk naar voren. Er is namelijk niet één evangeliebeschrijving, waarin zoveel over Petrus wordt gesproken als in die van Marcus. Maar dan is het opmerkelijk, clat juist cle minder gunstige zijde van Petrus belicht wjordt, terwijl datgene, wat Petrus in een goed daglicht stelt, wordt verzwegen.

Zo schrijft Marcus over Petrus' blindheid, clat hij cle Heere Jezus ging bestraffen, toen Deze sprak over cle noodzakelijkheid van Zijn lijden en sterven. Ook verhaalt hij hoe Petrus (al kwam het bij hem voort uit cle liefde), in zondige zelfverheffing zich boven de andere discipelen stelde toen hij sprak: „Of zij ook allen geërgerd werden, zo zal ik toch niet geërgerd worden, " terwijl Marcus ook de geschiedenis van Petrus van zijn verloochening van cle Heere Jezus uitvoerig mededeelt.

Zo wordt dus de minder gunstige zijde van Petrus uitvoerig belicht. Maar daartegenover, als Petrus in Marcus « : zv, op cle vraag van cle Ileere Jezus, wie de discipelen zeggen, clat Ilij is, Hem belijdt als de Christus, clan spreekt Marcus met geen woord over cle zaligspreking van Petrus door cle Ileere Jezus, clie Mattheiis laat volgen op Petrus' belijdenis.

„Zalig zijt Gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft U clat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. En Ik zeg U, dat Gij zijt Petrus, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen." Hiervan lezen we bij Marcus geen enkel woord, terwijl deze juist wel in genoemd hoofdstuk 8 : 33 de bestraffing van Petrus door cle Heere jezus meedeelt: Maar Ilij, Zich omkerende, en Zijn discipelen aanziende, bestrafte Petrus, zeggende: a heen, achter Mij, satanas, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn."

Zowel Mattheüs als Marcus beschrijven het wonder, clat cle Heere Jezus des nachts, terwijl de discipelen met storm hadden te kampen, over cle zee hun tegemoet komt wandelen. Maar clan lezen we bij Mattheüs hoe Petrus in de kracht des geloofs over cle golven cle Heere Jezus tegemoet wandelt. Van cleze geloofsdaad van Petrus vinden we echter bij Marcus met geen woord gerept.

We zagen dus, dat Marcus meer dan cle andere evangelisten over Petrus spreekt, maar dan juist over het verkeerde, het zondige van Petrus. Dit wordt ons volkomen duidelijk, als we ons voor ogen houden dat het Evangelie van Marcus een weergave van de prediking van Petrus is.

Immers Petrus had over zijn diepe val in cle verloochening van de Heere Jezus zulk een les geleerd.

Voorheen stond hij nog zo hoog met zichzelf, had weinig ontdekking aan cle verdorvenheid van zijn bestaan en leefde nog zo uit zijn bekering. Maar na zijn diepe val is dit zo veranderd.

Petrus had geen hoge gedachten van zichzelf, hij zal het Paulus wel bestreden hebben als deze zich de minste van al de heiligen en cle minste van cle apostelen noemde en daarom heeft hij in zijn prediking niet gesproken over datgene, waarom de mensen hem zouden kunnen eren en h , og achten, maar heeft hij juist zijn dwaasheid en blindheid en zonde benadrukt opdat daardoor te meer de heerlijkheid der genade, aan hem, onwaardige bewezen en de trouw en liefde van Christus zou uitblinken.

Een hierover vinden we cle neerslag in het Evangelie van Marcus.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1957

Daniel | 8 Pagina's

De vier beschrijvingen van het  éne evangelie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1957

Daniel | 8 Pagina's