Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAT IS LITURGIE?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT IS LITURGIE?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reformatie en Liturgie

Daar men tijdens de godsdienstige bijeenkomsten in het begin van de Christelijke kerk qua orde van dienst zich vast hield aan de Oudtestamentische offerdienst vergeleken de ambtsdragers zich met de priesters en werden zij liturgen genoemd. Hun handelingen in deze samenkomst vormden de „liturgie". De Oosterse kerken geven deze naam aan de viering van de eucharistie — het offerlijden van Christus. De Reformatoren verstonden daaronder de orde van de kerkdienst en legden meer de nadruk op het eerherstel van de prediking (in tegenstelling tot het offerkarakter van de R.K. mis). Handhaafde Luther nog meerdere Middeleeuws-liturgische gebruiken en - woorden, Calvijn en Zwingli braken ermee en vervingen het altaar door een tafel. Hun invloed liet zich in ons land gelden door Datheen. De Gereformeerde vaderen gaven meer aandacht aan de inhoud van de gebeden en de woorden, dan aan de opeenvolging in de eredienst. Zij kantten zich tegen het woord „eredienst", omdat zij meer de nadruk wensten te leggen op het verkondigen van Gods Woord aan zondaren, dan aan „verering" van God.

Voor de orde van dienst zijn er veel ontwerpen gemaakt, niet alleen afhankelijk van een bepaald land of volk (Afrikaans, Spaans, Gallisch, Syrisch of Romeins = „westers"), maar ook naar de voorkeur van bepaalde predikers. De Ned. Iierv. kerk heeft er een Dienstboek voor uitgegeven en liet er in sommige gevallen het kerkgebouw aan aanpassen.

Liturgie nù

In onze gemeenten was men tot voor kort vrij in het samenstellen van de orde van dienst. Dit bracht sommigen — van elders ingekomenen — wel eens in verwarring. Het moderamen van de Synode is op verzoek gekomen met een voorstel tot eenheid in de liturgie. Alle kerkeraden hebben hiervan richtlijnen ontvangen om zich daarbij aan te passen in hun inrichting van de kerkdienst.

Evenals iedere kerkganger zich dient voor te bereiden op de dienst en dat niet alleen in uiterlijk vertoon, maar zeker ook naar de geest, is dit ook een vereiste voor de kerkeraad. In de consistoriekamer zullen de ouderlingen bij toerbeurt om een zegen vragen en de noden van de voorganger aan de Heere opdragen. Zo'n aan de beurt zijnde ouderling heet „dienstdoende" ouderling en hij heeft ook tot taak de voorganger naar de preekstoel te geleiden.

Met een handdruk wenst hij de predikant Gods zegen toe en machtigt hem, namens de kerkeraad, de dienst te leiden. Zelf verzorgt deze ouderling dan de voorlezing(en).

Ook in het gedane voorstel wordt gesuggereerd dat het toch wel aanbeveling verdient als de gehele gemeente met de binnengekomen kerkeraad deelneemt aan het „stille gebed", om een zegen voor de dienst te vragen. Dit hoeft niet lang te duren, thuis had men er ook de gelegenheid voor, maar samen in het bedehuis is het niet overbodig, voorkomt wel opstoppingen en bevordert de stichtelijkheid, en zonder orgelspel kan men zich beter concentreren.

Na genoemde voorbereiding begint dan de eigenlijke „dienst des Woords”. De

predikant spreekt het VOTUM — wijdingswoord — uit: „Onze hulp is in de Naam des Heeren " en de GROET: „Genade zij u en vrede van God de Vader " Vervolgens geeft hij het eerste vers op en kondigt na het zingen ervan het voorlezen van de Wet of van de Twaalf Artikelen aan en het te lezen Schriftgedeelte: de VOORLEZING, uit te voeren door de dienstdoende ouderling.

In het nu volgende openbare of gemeenschappelijke GEBED doet de voorganger schuldbelijdenis, stelt hij vragen, doet hij de voorbeden (soms voor met name genoemde noden en of personen). De lofprijzing kan vooraan of achteraan worden geplaatst.

Tijdens, voor of na de zogenaamde MIDDENZANG vindt de INZAMELING DER GAVEN plaats, bestemd voor het instandhouden van de kerkdiensten, voor de diakonie en eventueel voor bijzondere doeleinden. Voor deze laatste collecte(n) heeft de kerkeraad meestal een collecterooster opgesteld.

Veelal zal nu een half uur verstreken zijn en gaat de predikant over tot de BEDIE-NING VAN HET WOORD, die hij laat onderbreken door de TUSSENZANG. Na de prediking komt het DANKGEBED en zingt de gemeente de opgegeven SLOTZANG. Op dat moment verdient het aanbeveling dat de gemeente rustig het naspel van het orgel zittend aanhoort om eerst na uitnodiging van de predikant: „Ontvangt nu des Heeren zegen en gaat heen in vrede" te gaan staan. Hij spreekt dan de ZEGEN uit en verlaat de preekstoel, wordt opgehaald door de dienstdoende ouderling en geeft hem door een handdruk de machtiging voor zijn dienstwerk terug aan de kerkeraad. In het orgespel, dat nu volgt, maar ook reeds voor de dienst, kan de organist aansluiten bij het gehoorde of ernaar toe spelen, zodat de gemeente ordelijk het kerkgebouw verlaat en ook binnenkomt. Of er dan nog eens wordt gecollecteeerd hangt af van plaatselijke afspraken.

Voor bijzondere diensten, bijvoorbeeld als tijdens de diensten de sacramenten worden bediend, handelt men volgens een andere liturgische orde. Dit geldt ook ten aanzien van leesdiensten. In de Saambinder van 24 april 1975 heeft Ds. J. van Iiaaren hierover geschreven en het voert ons hier te ver om daar nader op in te gaan.

Liturgische verschillen

Wel wil ik nog even wijzen op enkele liturgische verschillen tussen onze orde van dienst en die in enige andere kerken.

Zo kent de Anglicaanse kerk in het geheel niet de „voorbereiding" en houden de priesters in de Roomskatholieke kerk deze aan de voet van het altaar.

De Roomskatholieke diensten kennen geen „votum" en „groet", maar hebben dan „liederen": zoals het intochtslied „Introïtus", het smeekgebed „Kyrie eleison", de lofzang: „Gloria in excelsis Deo”.

De Anglicaanse kerken geven op dat moment een samenvatting van de Tien Geboden, die door de gemeente zingend worden beantwoord: „Heer, ontferm U onzer en schrijf al deze geboden in onze harten, smeken wij U", gevolgd door een apart gebed voor de koning(in)!

In dit verband mag wel even worden opgemerkt dat er ook onder ons predikanten zijn die de gemeente verzoeken na het voorlezen van de Wet het laatste vers te zingen van „de Tien Geboden": „Och of wij Uw geboön volbrachten, gena, o Hoogste Majesteit”.

Na het voorlezen van de Wet bidt de voorganger van de Hervormde Kerk om de verlichting met de Heilige Geest, om opening van het Woord.

De Schriftlezing wordt soms verdeeld in een lezing uit het Oude Testament, de lezing vanuit een „epistel" (een der brieven van de apostelen) en vanuit een evangelie, terwijl de prediking met de geloofsbelijdenis wordt besloten. In de Evangelisch Lutherse kerk volgt op de epistellezing en het zondagslied (het lied van de week] de evangelielezing en de gezongen (of voorgelezen) geloofsbelijdenis, ook kent mer een lied voor de preek en een kanselgroet. Na de preek de afkondiging van de kanselzegen, het lied na de preek en de dienst der offerande en dan eerst het kerkgebed en de voorbeden.

Moge een en ander wat duidelijker zijn geworden en zeker dit: alles dient in Godi Huis met orde te geschieden en als het kan door Gods genade tot stichting van d< bijeengekomen gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1976

Daniel | 22 Pagina's

WAT IS LITURGIE?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1976

Daniel | 22 Pagina's