Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De roeping van Gideon (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De roeping van Gideon (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen keerde Zich de HEERE tot hem en zeide: Ga heen in deze uw kracht, en gij zult Israël uit der Midianieten hand verlossen. Heb Ik u niet gezonden? Richteren 6:14

Er vinden allerlei onderzoeken plaats, ook onder het reformatorisch volksdeel. Straks vindt er een onderzoek plaats hoeveel bekeerde mensen er nog in Nederland zijn. Begrijpt u wel? Alles moet onderzocht worden, behalve het Woord des Heeren. Hoor des HEEREN woord! (Jer. 22:29). Dat is het werk wat deze profeet heeft mogen verrichten. Hij heeft dat volk gewezen hoe God Zijn weldaden heeft willen betonen. En dan staat er ineens het woordje ’Toen’. Eerst het woordje ’Maar’ en dan ’Toen’. Maar gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest. God is geen ledig Aanschouwer.
Hij ziet ook het hart, want daar zullen wellicht ook mensen geweest zijn, net als in de tijd van Elía, die hun knieën voor de Baäl niet gebogen hebben.
En dan komen we bij het woordje ’Toen’, want er staat: Toen kwam een Engel des HEEREN.
Dus op die wetsprediking, waarin een mens gewezen is op de ontzaglijke diepe staat van goddeloosheid waarin hij verkeert, en waarin hij als een wetsovertreder is weggezet, lezen we: Toen kwam een Engel des HEEREN. Dat was geen geschapen engel, maar deze Engel was de Zoon van God. Dat staat ook in de Kanttekeningen: ’Versta de Zone Gods’. Dus ook hieruit blijkt dat de Heere een ordelijke weg gaat: Wet en Evangelie, plaatsmakend voor de verlossing die God alleen maar van Zijn zijde heeft willen verheerlijken.
Toen kwam een Engel des HEEREN en zette Zich onder den eik die te Ofra is, welke Joas, den Abiëzriet, toekwam; en zijn zoon Gideon dorste tarwe bij de pers, om die te vluchten voor het aangezicht der Midianieten. We komen hier bij Gideon. Wie is Gideon? Zijn naam betekent verbreken of verbrijzelen. Het zal later in zijn leven openbaar komen wat dat woord werkelijk voor hem inhoudt. Het had ook nu al in het leven van deze Gideon mogen plaatsvinden: verbreken, verbrijzelen. God heeft in het leven van deze Gideon dat Goddelijke werk willen verheerlijken. Hij was een man die zijn knieën voor de Baäl niet gebogen had. Nee, dat heeft hij echt niet uit zichzelf gedaan, maar dat is het Goddelijke werk dat ook in zijn leven gewrocht was. De Heere heeft Zijn oog op deze Gideon geslagen.
Deze Gideon was een zoon van Joas de Abiëzriet. Deze persoon was een afstammeling van Manasse. Manasse had verzuimd, toen men Kanaän introk, om al de vijanden van het volk van Israël te verdelgen. Die vijanden hadden zich vermeerderd; zij hadden ook hun godsdienst meegebracht. Nu was Gideon de enige uit heel dat gezin die de Heere diende en vreesde. Daar moet u eens over nadenken, mijn medereizigers, wat het betekent om als een eenling door deze wereld te moeten als men de vreze des Heeren mag bezitten. Kunt u ook begrijpen hoe deze jonge man zich menigmaal gevoeld heeft? Deze man werd niet begrepen. Ach, hij was maar een buitenstaander. Wellicht hebben ze menigmaal met hem en met zijn godsdienst gespot.
In zijn eenzaamheid is hij tarwe aan het dorsen op een zeer vreemde plaats. We kunnen daar nu niet al te diep op ingaan. In ieder geval is hij op een voor de vijanden geheime plaats aan het werk om nog een weinig voedsel te kunnen overhouden. Dat staat er ook: en zijn zoon Gideon dorste tarwe bij de pers, om die te vluchten voor het aangezicht der Midianieten. Als hij daar zo in de eenzaamheid bezig was, zullen er ook vele gedachten in hem geweest zijn; een man die bedroefd was in en om de omstandigheden waar dat volk in verkeerde, en hoe hij nu die weg in zijn leven moest bewandelen.
Dan lezen we in vers 12: Toen verscheen hem de Engel des HEEREN, en zeide tot hem: De HEERE is met u, gij strijdbare held. In het leven van deze Gideon ging de HEERE spreken: gij strijdbare held. Als we de geschiedenis van Gideon lezen, dan zult u wellicht denken dat dit niet in overeenstemming is met hetgeen we gezegd hebben. Zou dan die Engel gespot hebben met Gideon? Nee, want de Heere heeft dat Goddelijke werk in het leven van deze Gideon willen verheerlijken. Gideon heeft dat ook niet van zichzelf gezegd, nee, natuurlijk niet. Dat zou hij van zichzelf ook nooit gezegd hebben, maar het is die Engel, weet u, Christus. Herkende hij Die dan? Nee, Die herkende hij niet. Dat is ook weer zo’n punt in onze dagen. U mag het natuurlijk allemaal niet meer gaan benoemen, maar toch benoem ik het; want ik lees het in Gods Woord. Hier zien we nu een Gideon die de Heere dient en vreest.
Ach, hij was ook maar een mens van vlees en bloed. Hoe menigmaal heeft hij angstig zijn weg moeten gaan, als een eenling, door iedereen tegengesproken; dan gaat men zwijgend over de wereld. Dan weet die man ook niet hoe het verder moet, echt niet. Nu heeft de Heere Zijn oog op deze man laten slaan, die wij helemaal niet geacht zouden hebben. Een man die wij zeker niet als predikant zouden beroepen, o nee, verre daarvan. Nu heeft de Heere Zijn oog op deze man laten vallen. Hij zegt: De HEERE is met u, gij strijdbare held.
Nu komt openbaar wat Gideon als antwoord daarop geeft. Nu raken we iets aan het binnenste van deze Gideon. Luister maar en lees maar eens mee: Maar Gideon zeide tot Hem: Och mijn heer, zo de HEERE met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? Dus Gideon herkende deze Persoon niet. Hij was voor hem een volslagen vreemde. Dus hij herkende Christus niet. Dan lees ik in het vervolg dat hij zegt: zo de HEERE met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? En waar zijn al Zijn wonderen, die onze vaders ons verteld hebben, zeggende: Heeft ons de HEERE niet uit Egypte opgevoerd? Doch nu heeft ons de HEERE verlaten en heeft ons in der Midianieten hand gegeven.
Wat beluister ik als ik goed luister naar deze bewoordingen van Gideon? Ik beluister vertwijfeling in zijn leven. Ik moet ook opmerken dat hij een klein geloof bezit. Hij grijpt terug - en laten we eens eerlijk wezen -, hebben wij die gedachten nu ook nooit eens? (Ik moet altijd maar bij mijzelf beginnen).
Die gedachte van vertwijfeling. En ik weet wel, wanneer we net als de broeders het land doorreizen, dan mogen wij echt niet klagen.
We behoeven niet te klagen over de opkomst en we mogen ook niet klagen over de bediening die de Heere ons nog geeft; dan mag je je woord nog wel eens kwijtraken op een rijke wijze. Maar er zijn toch ook in je eigen leven van die momenten dat je zegt: ’Heere, waar is het allemaal gebleven?’ Wees nu eens eerlijk. Ik heb mijn oude ambtsbroeder, onze leermeester dikwijls horen zeggen dat, toen hij student was, hij op verschillende plaatsen kwam om het woord ’s zondags uit te dragen, waar hij als het ware de kansel werd opgeduwd door het gebed. Dan kwam de Heere er zo in mee om water onder dat schip te geven. Hij kon die plaatsen aanwijzen: Hier zit er een en daar, allemaal van die doorgeleide, geoefende Christenen. Waar zijn ze gebleven?
Ze zijn afgereisd naar de eeuwigheid. Wat is er achtergebleven? We weten het, we leven in een tijd die zo bedroevend is. Er is nu een man aan het woord die soms ook bedroefd zijn weg moet bewandelen, omdat er zo weinig doorbraak van het leven der genade te vinden is. De Heere houdt Zijn kerk in stand en Hij bevestigt het nog wel eens door middel van de prediking, maar waar is nu dat geoefende volk? Waar is nu dat volk dat verder geleid is geworden, waar we ook eens onderwijs van mogen ontvangen?

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De roeping van Gideon (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 2013

De Wachter Sions | 8 Pagina's