Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"Die overwinning staat vast" (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"Die overwinning staat vast" (2)

25 jaar geleden overleed ir. CN.van Dis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij vervolgen op deze pagina's de korte levensbeschrijving van de 'oude Van Dis'. Ir. CN.van Dis was lid van het Hoofdbestuur, partijsecretaris, (hoofd)redacteur van 'De Banier', directeur van de gelijknamige drukkerij, lid van de Tweede Kamer en later van de Eerste Kamer, enz. enz. Maar bij en boven dit alles, een eenvoudig mens v\raarvan wij mogen geloven dat het, uit enkel genade, zijn lust v^as om de HEERE te vrezen. Waarvan hij ook tijdens zijn leven in het openbaar getuigenis mocht geven. In het volgende nummer hopen we deze serie af te sluiten.

RIJK GETUIGENIS

In de Eerste Kamer gaf Van Dis er later getuigenis van, toen hij zei "dat op iedere overheid, ook al bestaat zij uit leden van de Partij van de Arbeid, D'óó, PPR of CPN, evenals in het geval dat zij bestaat uit leden van de ARP CHU, KVP VVD, DS'70 of SGP, de verplichting rust, in hoor beleid Gods Woord en Wet tot richtsnoer te nemen. Er kan niets van die eis worden afgedaan, want in Romeinen 2 kan men lezen, dat allen die onder de Wet gezondigd hebben, door die Wet eenmaal geoordeeld zullen worden. Niemand zal zich ontslagen kunnen achten van die eis. leder zal het straks, wanneer hij op zijn sterfbed ligt, ondervinden, wanneer hij voor God gedagvaard wordt. Wanneer ik dit zo zeg, mijnheer de Voorzitter, spreek ik uit eigen ervaring. Ik weet dat voor de zonde vergeving mogelijk is door het geloof in Christus, maar dan moet er toch eerst heel wat gebeuren. Er staat in de Schrift, dat de hele wereld verdoemelijk zij voor God. Wanneer men hiervan iets mag ondervinden en mag onderschrijven, wanneer men zich leert kennen als hellewaardig, dan komt de verlossing.

Dat heb ik op de vroege morgen van 29 januari 1939 mogen ondervinden, toen Christus mij werd geopenbaard en ik Hem mocht omhelzen: in Zijn lijden, sterven en op­ standing, waardoor Hij een eeuwige overwinning heeft aangebracht. Die overwinning staat vast. De wereld kan nog zoveel in beweging zijn, er kunnen nog zoveel oorlogen plaatshebben en de Kerk kan nog zozeer verdrukt worden, de overwinning is aan de Heere Jezus Christus en in en door Hem aan de Kerk. Ik heb gezegd."

Tijdens een onvergetelijk gesprek met een van zijn dochters is het eens gebeurd dat Van Dis schuldenaar voor God mocht worden. "Wat ben ik toch een ongelovige Thomas, " zei hij, en tijdens het gebed: "Och Heere, kom toch eens over, over al die bergen van Bether"

(Hoogl. 2 : 17). En toen kwam de Heere over met de woorden: "Want Ik, de HEERE, word niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jacobs, niet verteerd" (Mal. 3 : ó).

Van Dis kreeg ook gebed voor zijn kinderen. "In het dal van verootmoediging, daar ontmoeten we de Heere, " zei hij weleens.

Van gezelschappen in Zeist is de herinnering bewaard gebleven dat Van Dis er geestelijk onderwijs kreeg van een man met een rode baard. Het kan ds. D.C.Overduin geweest zijn, en anders was het een ander. In Rotterdam maakte Van Dis het gezelschap bij Pleun Kleijn mee. Ook in de Ermelose periode bezocht hij gezelschappen, bij het la­ tere statenlid J. Mulder (in Putten), bij de weduwe Staal of de weduwe Panhuis. Laatstgenoemde haalde later nog weleens aan dat Van Dis altijd terugverwees naar Gods Woord. Gemoedsbewegingen kunnen soms allerlei kanten uitgaan, maar ze moeten gegrond zijn op het Woord. Veel contact had Van Dis met zijn zielevriend prof. G. Wisse. Regelmatig voerden ze briefwisseling.

NAAR ERMELO

Na het overlijden van mevrouw Van Dis werd haar gezin tot juni 1 938 verzorgd door Van Dis' ongetrouwde zus, daarna door een huishoudster en na de verhuizing naar Ermelo door de oudste dochter. Na de bange meidagen van 1940 bleef het onrustig in Rotterdam. Regelmatig was er 's nachts luchtalarm en de Engelse bommen vielen soms dicht in de buurt. De familie Van Dis had de koffers ingepakt klaarstaan voor het geval ze plotseling zouden moeten vluchten.

Van Dis' zus, die als huishoudster in Harderwijk werkte, drong erop aan dat het gezin naar de Veluwe zou komen: het was er rustiger, het leven was er goedkoper en in tijden van voedseltekort zouden ze midden tussen de boeren zitten. Van Dis durfde het aanvankelijk echter niet aan. Op een morgen waren er zoveel bommen gevallen, dat het huis van Van Dis het enige in de straat was waarvan de ruiten nog heel waren. De bewoners waren niet naar bed geweest. Gekleed en wel zaten de meeste gezinsleden op de trap te luisteren hoe de bommen in de buurt vielen. Van Dis en zijn zoon Cor waren elders in de stad de portiek van een apotheek ingevlucht en waren daar ooggetuige van het bombardement.

Die morgen besloot Van Dis zijn twee jongste dochters naar Harderwijk te brengen en tegelijk een huis in Ermelo te gaan bekijken dat te huur stond. In juli 1940 is het gezin vervolgens naar Ermelo verhuisd. Daar kerkten ze bij ds. H. van Leeuwen, die in dat jaar de eerste predikant van de plaatselijke Christelijke Gereformeerde Kerk werd. Hij bleef tot 1946. Daarna stond van 1948- 1958 ds. J. van Doorn in Ermelo. Tv^ee zoons van Van Dis (onder v/\e het latere kamerlid) zaten tijdens de laatste oorlogswinter ondergedoken bij een bakker in Hellendoorn. Hoewel het politieke werk stillag, was niet al het contact weg. Zo kwam ds. P. Zandt op bezoek als hij met zijn vrouw in het Ermelose hotel Peter logeerde.

OPNIEUW KAMERLID

Na de oorlog leefde de partij weer op. Merkwaardig was het dat niet ir. Van Dis (nummer 3 op de SGPlijst), maar J. van Bochove in de jaren 1945-1946 in plaats van ds. Kersten zitting kreeg in het Noodparlement. Pas na de verkiezingen in 1946 kwam Van Dis weer in de Kamer.

Hij hertrouwde met mevrouw A.B.C. (Betsie) Polsbroek, een vrouw van Surinaamse afkomst, die in Paramaribo lerares Frans was geweest. Van huisuit was ze Hervormd. In het najaar van 1 949 vertrokken ze naar Den Haag, omdat Van Dis daar zijn werk had. De huizen waren schaars, maar door woningruil met een hoofdonderwijzer wist het kamerlid toch een plaats in de residentie te bemachtigen.

In de Tweede Kamer werkte Van Dis jarenlang samen met ds. Kersten en nog langer met ds. Zandt. Heel vaak ging hij naar ds. Zandt toe om hem te helpen met het opstellen van de redevoeringen, vooral toen de predikant ouder werd. Na de oor­ log maakte Van Dis ook verscheidene andere kamerleden mee. Met name met de collega's Kodde en Van Rossum kon hij goed overweg.

Na het overlijden van ds. Zandt kwam ds. M.A. Mieras in de Tweede Kamer. Als fractieleider werd ds. Zandt opgevolgd door de 67-jarige ir. Van Dis. Tot die tijd had deze altijd in de schaduw van anderen geopereerd. Ds. H.G. Abma typeerde hem als een "bescheiden man, die gaarne onopvallend zijns weegs gaat." Van Dis was samenbindend. Hij had een barre hekel aan ruzie, al kwam hij recht door zee voor zijn mening uit.

JUBILEUM

"De 23e augustus hoopt onze fractievoorzitter en partijsecretaris Ir. C.N. van Dis 70 jaar te worden, " schreef ds. Abma in 1 963 in een artikel dat hij buiten medeweten van hoofdredacteur Van Dis in De Banier plaatste. "De Heere stelle hem bij het klimmen van zijn jaren tot zegen voor land en volk."

Op deze verjaardag kreeg Van Dis de Zuid-Hollandse commissaris der Koningin, mr. J. Klaasesz, en griffier mr. dr. F.A. Helmstrijd op bezoek. Tegelijkertijd gedacht Van Dis zijn 25-jarig jubileum als Kamerlid.

Ondertussen vroegen zijn kinderen: "Zou u nu maar niet ophouden? " Maar dat ging niet door. "Ik voel me nog zo fit. Ik kan toch niet zomaar gaan zitten en niets meer doen? " zei hij. Nog steeds stond hij 's morgens om vijf uur op, omdat de redevoeringen dan het vlotst uit zijn pen vloeiden. Na het eten sliep hij even in zijn stoel en daarna ging hij weer door tot 's avonds laat.

In 1971 verliet Van Dis, die in augustus 78 jaar werd, de Tweede Kamer. Hij werd opgevolgd door zijn zoon en naamgenoot. Beiden hebben de partij lange jaren gediend; beiden zijn "in het harnas" gestorven; beiden hebben (mondeling of schriftelijk) in een afscheidswoord aan hun collega-politici getuigenis mogen geven van Gods werk in hun ziel, dat hen ten diepste bewoog om op moeilijke posten voor Zijn Naam en zaak uit te komen.

Elspeet, L.Vogelaar

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 1998

De Banier | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 januari 1998

De Banier | 20 Pagina's