Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

LEICESTER IN DE NEDERLANDEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , Zo was reeds de val der Nederlanden nabij? " , , Neen", schrijft Groen. En wij willen zijn prachtige woorden verder citeren: „De Prins had een verbond gesloten met God en des stervenden uitroep was de vernieuwde aanbeveling van het arme Volk in de ontfermingen van deze onverwinbare Bondgenoot geweest.

De Heere had de bede gehoord. Zestig jaren nog van dikwerf hachelijke en altijd roemvolle strijd! Dan zou het machteloze Spanje zich geluk wensen met een schandelijk verdrag; dan zou deze omkering van zaken plaats gehad hebben, vooral onder de leiding van twee helden, de zeventien jarige jongeling en het pas geboren kind, door de Prins achtergelaten; dan zou het dankbaar Nederland, bij het terugzien op het nijpen des gevaars en bij het aanschouwen van de heerlijkheid der uitkomsten, gedachtig aan de laatste woorden van de Vader des Vaderlands, erkennen: de Heere heeft zich, naar de grootheid Zijner goedertierenheden, over Zijn ellendigen ontfermd."

Regeling van het Bestuur. Het was bij de dood van de Prins een gevaarlijk moment. Het had een paniek kunnen worden, tot grote schade van deze landen en tot groot voordeel van de vijand.

Dat de zaak niet hopeloos fout gelopen is, is vooral te danken aan het krachtig optreden van de Alg. Staten en de Staten van Holland, die, teneinde een regeling te treffen, dagelijks te Delft vergaderden.

Onder hen bevonden zich mannen, die reeds met de Prins samengewerkt hadden en dus geheel met de doelstelling van de grote overledene op de hoogte waren.

Wij noemen er een paar. Paulus Buys, de landsadvocaat, Oldenbamevelt, pensionaris van Rotterdam, de edelen Willem van Zuylen van Nyevelt en Jan van der Does, Corn. Aerssen, voorheen pensionaris van Brussel, nu griffier der Staten-Generaal en anderen meer.

Direct werd een schrijven gericht aan de voornaamste bevelhebbers van leger en vloot en aan de Staten der overige Unieprovincies om elkaar trouw te blijven en krachtig samen te werken.

Dat deze maatregel niet overbodig was, bleek wel hier uit, dat er een partij was, die verzoening met Spanje wilde. Zelfs Marnix was zo moedeloos, dat hij de raad gaf, om maar vrede te sluiten, indien men enige vrijheid van godsdienst kon verkrijgen.

Ook de talrijke Roomsen in onze Unieprovincies drongen aan op onderhandelen, ziende, dat hun geloofsgenoten in het Z. bij de overeenkomst met Parrna er zo gunstig waren afgekomen.

Met grote spoed namen daarom de Staten-Generaal de volgende maatregelen: Zij benoemden een nieuwe Raad van State, die de voorlopige regering zou vormen. Hierbij werd gevoegd de jonge Maurits als „eerste Raad." Holland en Zeeland benoemden nu Maurits tot gouverneur (met de titel geboren Prins van Oranje) en tot kapitein-generaal en admiraal van hun gewest .

Er zat behalve dankbaarheid jegens de overleden vader ook wel een beetje politiek achter. Men was nl. tegelijk bezig een nieuwe landsheer te zoeken en deze moest niet te machtig worden!

Oldenbamevelt werd door Holland als landsadvocaat aangesteld (Buys had wegens een kwestie ontslag genomen).

In Friesland werd Willem Lodewijk, de zoon van Jan van Nassau en dus de neef van Maurits, stadhouder; in Gelderland de graaf van Nieuweraar (want 's Prinsen zwager Van den Berg was naar de vijand overgegaan) ; in Utrecht De Villiers en na hem ook de gelderse stadhouder. Utrecht wenste namelijk niet met zijn buurman Holland onder dezelfde stadhouder te staan en koos daarom zijn eigen stadhouder.

De souvereiniteit. Ten spoedigste, dat begreep men wel, moest naar een nieuwe souverein(e) omgezien worden. Maar wie zou het zijn? De meningen waren verdeeld. Sommigen wilden zich tot de franse koning, Hendrik III, wenden.

In Holland, Friesland en Utrecht voelde men veel voor Elizabeth en Oldenbamevelt met anderen dachten aan Maurits. De goudse afgevaardigde, Francken, wilde tenminste niet de souvereiniteit aan vx'eemden opdragen.

Het eind van de deliberaties was dat de Staten-Generaal de souvereiniteit aanboden aan de zoeven genoemde Hendrik III. Zij zorgden er echter voor als goede hollandse kooplui de nodige bepalingen te stellen.

De koning moest met zijn handen afblijven van de gereformeerde religie, van de privilegiën van de verbonden in zake koophandel en scheepvaart, gesloten met Engeland, Denemarken en de Hanzesteden.

Het bleek al spoedig, dat op Hendrik niet viel te rekenen. Hij durfde niet vanwege de machtige roomse partij in zijn land, de Lique.

't Liep alles op niets uit. Paulus Buys, de landsadvocaat was zo boos geweest over die onderhandelingen met Frankrijk (hij was voor Engeland), dat hij zijn ontslag had genomen (zie boven.)

Dan zich maar tot Engeland gewend. Misschien hadden wij dat wel direct gedaan, als Elizabeth niet zoveel overleggingen des harten had gehad.

Het grote doel van Engeland was vanaf de bourgondische tijd altijd geweest te verhinderen dat de Nederlanden geheel in de macht óf van Frankrijk óf van Spanje kwamen. Dat zou voor het ketterse Engeland wel eens minder aangename gevolgen kunnen hebben. Zuiver eigenbelang dus.

Ook koningin Bess was zeer naijverig op Frankrijk en Spanje; maar daarbij zeer zuinig (of moeten we schrijven gierig? ) en niet van plan veel geldelijke bijdrage te geven, tenzij het belang van haar land zulks eiste.

Eén ding stond bij haar vast; geen oorlog met Spanje verwekken. In dit licht kunnen wij haar hulpactie het

best begrijpen-; wel enige hulp, maar toch zo, dat zij zich de vingers niet brandde; vooral ook, dat haar beurs geen schade leed.

Toch maakte het wel enige indruk op haar, toen Antwerpen viel. Heeft in later tijd Napoleon niet gezegd: Antwerpen is een pistool op de borst van Engeland en een koninkrijk waard?

Zo werd er dan onderhandeld; natuurlijk zeer politiek! De souvereiniteit wilde ook zij niet aanvaarden. Maar zij zond haar gunsteling Robert Dudley, graaf van Leicester hierheen met 5000 man voetvolk en 1000 ruiters. De kosten moesten terugbetaald worden en als onderpand daarvan dienden de plaatsen Vlissingen, Brielle en 't fort Rammekens, dat de haven van Middelburg bestreek.

In deze plaatsen kwam engels garnizoen en zo had Engeland onze riviermonden bezet.

Maar dat was nog niet genoeg. In de Raad van State zouden Leicester en 2 andere Engelsen zitting hebben. Bovendien kreeg onze landsheer van zijn superieure nog éen „werkprogram" mee.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1952

Daniel | 7 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1952

Daniel | 7 Pagina's