Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGEN ROND HET HUISBEZOEK (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN ROND HET HUISBEZOEK (6)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kunst van het luisteren - daar schreef ik de vorige keer over. Luisteren, een belangrijke en tegelijkertijd moeilijke vaardigheid bij het brengen van huisbezoek. Want luisteren veronderstelt belangstelling voor de ander, meeleven met en echte betrokkenheid op hem of haar. Luisteren is meer dan een houding, het is een gezindheid van het hart dat verlangt te horen wat die ander beweegt en wat er in het hart van de ander omgaat.

Aan luisteren gaat nog iets vooraf: vragen, informeren.

Ik meen dat vooral daarmee het eerste doel van het huisbezoek aan te geven is: informeren, namelijk naarde welstand van degenen die bezocht worden. En dan met name naar de geestelijke welstand. Voordat ik daarop inga, wil ik eerst benadrukken dat de geestelijke welstand niet los staat van de dagelijkse dingen van het leven. Informeren en luisteren zijn nodig ook met betrekking tot de gewone en huiselijke welstand van de gemeenteleden. Echte belangstelling van de zijde van de ambtsdragers zal ook tot uitdrukking moeten komen in het hartelijke meeleven aangaande de dagelijkse dingen: de zorgen in het gezin, de studie van de kinderen, de problemen op het werk, de verhoudingen in de familie, de plaats in de gemeente. En zeker wanneer er korter of langer geleden zorgen waren, bijvoorbeeld betreffende de gezondheid, dan is het meer dan attent om te vragen hoe het er nu mee staat. Echt meeleven komt uit in de kleine dingen. Aan de andere kant zullen de gemeenteleden er ook begrip voor moeten hebben dat de broeders ouderlingen niet alle gegevens van iedereen paraat hebben. Belangrijk is vooral wanneer gemerkt mag worden dat er echte gemeende belangstelling is.

... daarna het geestelijke

De geestelijke welstand noemde ik. Weliswaar schrijft de apostel Paulus dat het geestelijke niet eerst is, maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke. Maar na het natuurlijke moet op het huisbezoek wel het geestelijke aan de orde komen. Het moet zelfs het zwaartepunt krijgen. Het is immers van groter gewicht dan al het andere. Ook hierin geldt het gebod om het Koninkrijk van God boven alles te zoeken. De belofte is dat al het andere bovendien ontvangen zal worden.

Daarom zal vooral naar het geestelijke bevinden geïnformeerd moeten worden. Bewust gevraagd moeten worden. Ik zeg dat op deze wijze, omdat de ervaring leert, dat er ook doelbewust naar gevraagd dient te worden. Op de meeste adressen zal de ambtsdrager zelf naar een diepere laag moeten afsteken. Veel jongeren en vooral ouderen zullen dit onderwerp eerder mijden dan zelf aansnijden, zo is de ervaring. Daarom is het de taak van de broeders om het gesprek zo te leiden dat de geestelijke aspecten van het leven concreet ter sprake komen. Sommige ervaren broeders zijn in staat om dat met tact en voorzichtigheid te doen, door het gesprek langzaam maar zeker om te buigen naar de diepere vragen. Anderen zijn hier wat doortastender in en leggen de geestelijke vragen op een gegeven ogenblik concreet in het midden. Een standaardmethode geldt hier niet. Wel zal steeds de bewogenheid met en de liefde tot de ander leidraad moeten zijn. Eerlijkheid en mildheid zullen samen op moeten gaan.

De vraag naar de geestelijke welstand dus. Met name gericht op de actuele situatie. Niet hoe het vroeger was, maar hoe het nu is. Het zal veelal een jaar of nog langer geleden zijn dat het laatste huisbezoek werd ontvangen. Inmiddels is geruime tijd verstreken. Sindsdien is het leven verder gegaan. Het kan zijn dat er zorgen zijn geweest, moeiten, ziekte, misschien wel rouw. Maar ook de zegeningen van de Heere kunnen opgemerkt worden. Zijn sparende en bewarende trouw. Zijn dagelijkse zorg over ons leven. De middelen van bestaan die Hij ons verschafte. Het feit dat er na elke dag een nacht en na elke nacht weer een nieuwe dag ontvangen werd. Tot heden toe was Zijn ontferming en Zijn geduld over ons groot. Het wijst allemaal op de Heere, die ons niet alleen het leven gaf, maar dat leven van ons ook onderhield. En dat ondanks onze zonde en de afkerigheid van ons boze hart.

En wat is er sindsdien niet allemaal nog meer gepasseerd... Het Woord van de Heere werd ons verkondigd. Elke zondag weer opnieuw. Het middel bij uitstek dat de Heere uitgekozen heeft om Zijn kerk te vergaderen en in stand te houden, om zondaren te roepen en om zalig te maken degenen die geloven. Het heeft God behaagd om dat met name te doen door de prediking van Zijn Evangelie. Daarnaast waren er de andere activiteiten in de gemeente die de prediking bedoelen te ondersteunen, zoals de catechese en het verenigings- en eventueel het kringwerk. Telkens weer is er de geopende Bijbel, het Woord waarin de Heere tot ons spreekt.

welke vrucht?

Welnu, dit alles en nog meer zal op het huisbezoek ter sprake komen. Ik noemde het huisbezoek eerder ‘zielenonderzoek’. Naar de vrucht van al die bemoeienissen van de Heere zal geïnformeerd moeten worden. Elke zondag weer heeft de Heere door Zijn dienaren het goede zaad van Zijn Woord laten zaaien. Is er vrucht? En zo ja, welke vrucht? Is het zaad in een goede en toebereide akker ontvangen? Of stuitte het op ons harde hart af? Of zijn er misschien de symptomen van het zaad dat viel tussen de doornen en distels of op de rotsgrond? Het lijkt in eerste instantie wel wat, maar van vrucht, echte vrucht, Godverheerlijkende vrucht, is niets te bespeuren. Me dunkt dat met name hierover het gesprek op huisbezoek zal moeten gaan. Over de inhoud van de preken die beluisterd werden, over de wijze waarop deze ontvangen en verwerkt zijn en over de vrucht die ze opleverden - of misschien wel niet opleverden.

Natuurlijk zal het alles voorzichtig en met mildheid moeten gebeuren. De herder die zijn schapen kent, zal ook op het huisbezoek rekening houden met de persoon die hij voor zich heeft. Niet alles kan tot iedereen op dezelfde manier gezegd worden. Ook hier geldt dat het hart eens wijzen tijd en wijze weten zal. Maar boven alles zal de huisbezoekende pastor, of hij nu predikant of ouderling is, eerlijk met zijn schapen willen omgaan. En daar is bij tijden een bepaalde mate van doortastendheid voor nodig. Door middel van de vragen die hij stelt, en wellicht bij herhaling stelt, zal hij iets vanuit het hart willen horen. Om de legering van dit schaap te kennen. Met als uiteindelijke doel van daaruit geestelijke leiding te geven.

De volgende keer wil ik een antwoord zoeken op de vraag hoe deze geestelijke leiding gegeven kan worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 2005

Bewaar het pand | 12 Pagina's

VRAGEN ROND HET HUISBEZOEK (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 2005

Bewaar het pand | 12 Pagina's