Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dominees onder het kruis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dominees onder het kruis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dominees onder Onder het kruis vandaan

Het wordt tijd, deze artikelenserie over de kruisdominees te gaan beëindigen. We doen dit niet, omdat de „voorraad" uitgeput is, maar wel, omdat de voor óns belangrijkste figuren besproken zijn. We hebben getracht een indruk te geven van enkele persoonlijkheden uit vroeger dagen, die ook voor ons kerkelijk bestaan-van-nu van grote invloed geweest zijn. We hopen dat we daar enigszins in geslaagd zijn. Rest ons nu in dit slotartikel het wedervaren van de Gereformeerde Kerk onder het Kruis, zij het zeer summier, tot 1869 te ver-

halen. We hebben er herhaaldelijk op gewehet kruis (sioo zen, dat de verstandhouding tussen de Christelijk Afgescheidenen en de Kruisgezinden niet van zulk een goede aard was. Het punt van de vrijheidsaanvrage door de Chr. Afgescheidenen, verschil van mening over herziening van de kerkorde, maar ook soms diepgaande theologische verschillen gaven daar alle aanleiding toe. De Kruisgezinden voelden dikwijls intuïtief aan, dat de Afgescheidenen andere opvattingen hadden over wezenlijke punten van het geloof. Geven wij ds. H. Rijksen het woord, die in de Chr. Encyclopedie hierover het volgende zegt (deel 3, blz. 186): „De Kruiskerken meenden in de Chr. Afgescheiden Gemeenten een ontwikkeling te zien, die leidde tot het eenzijdig op de voorgrond stellen van de geloofseis, n.1. dat ieder moet geloven, dat Jezus zijn Zaligmaker is, op grond van de welmenende aanbieding van de genade Gods in Christus aan allen, die onder het Evangelie leven. De Kruisgemeenten hebben zich hiertegen verzet, omdat zij meenden dat dit een bedriegelijke leer is, daar er niet op gewezen wordt dat het geloof een gave Gods is en werk van de Heilige Geest en de werkzaamheden en dadelijke oefeningen des geloofs om tot vereniging met God door Christus te komen erdoor worden ondermijnd en omver geworpen." Dit vrij lange citaat heb ik opgenomen, omdat het de situatie duidelijk tekent.

Zo blijft het echter niet. Er komt langzamerhand een klimaatsverandering tot stand in de verhouding tussen beide groeperingen. De scherpe kantjes gaan er wat af, zoals Dr. Bos zegt. Laatstgenoemde maakt dit duidelijk door als voorbeeld te noemen de voorganger W. Raman te Hellevoetsluis.

Door bepaalde omstandigheden waren den Kruisgezinden én de Afgescheidenen in deze plaats verplicht van hetzelfde kerkgebouw gebruik te maken.

Raman is gekomen als kruisgezind voorganger, maar na 11 maanden hier geweest te zijn, zijn niet alleen de Kruisgezinden bedroefd door zijn vertrek, maar ook de Afgescheidenen, daar hij beide groeperingen tegelijkertijd diende! Dit voorbeeld spreekt voor zichzelf. Toch zijn er over en weer nog veel haken en ogen. De synode der Afgescheidenen in 1854 stelt nog, dat „niemand van hen onder ons als Leeraar erkend wordt, tenzij hij met oplegging der handen onder ons bevestigd zij." Bedoeld zijn uiteraard de predikanten der Kruisgezinden. Dit blijft tot 1860 het officiële standpunt. Van kruisgezinde zijde dringt men steeds weer aan op het herroepen van de aangevraagde vrijheid van godsdienstoefening; ook stelt men hier van bepaalde zijde, dat als onrechtzinnig bekend staande leraars der Afgescheidenen opnieuw geëxamineerd moeten worden, of zelfs geweerd; dit geldt ook voor de hoogleraren, van wie in het bijzonder Brummelkamp geen beste naam had bij de Kruisgezinden.

In 1860 komt er opnieuw beweging in de zaak van de eenwording. Er wordt n.1. van kruisgezinde zijde een commissie ingesteld, bestaande uit de predikanten Plug, Klinkert en Gispen, die moeten onderzoeken, in hoeverre eenheid met de Afgescheidenen mogelijk is. De samensprekingen met de Afgescheidenen zijn echter nog niet van zulk een hoopgevende aard. Klinkert en Plug blijven konsekwent op hun kruisgezind standpunt staan. Alleen ds. Gispen is het met deze gang van zaken niet eens, en onttrekt zich in dit jaar, gesteund door zijn kerkeraad en gevolgd door het grootste deel van zijn gemeente, aan het kerkverband en gaat over tot de Chr. Afgescheidenen. Het is opvallend, dat, ondanks het herhaaldelijk mislukken van de eenheidspogingen, het verlangen naar eenheid bij de Kruisgezinden (althans bij de leidende figuren!) het grootst is. Als dan ook in 1868 de laatste belemmerende bepalingen van regeringswege t.a.v. de erkenning van een kerkverband worden opgeheven, valt volgens Dr. Bos een groot struikelblok weg: de tot nu toe steeds gewraakte aanvrage van godsdienstoefening, waarbij de Afgescheidenen de naam „gereformeerd" hadden vermeden.

Toch komt er in begin 1869 nog een boek uit van kruisgezinde zijde, dat het goed recht van bestaan der Kruisgezinden met hartstocht verdedigt. Het heet: „De Gereformeerde kerk in Nederland, haar recht verdedigd en haar standpunt geschetst" en is geschreven door de predikant N. J. Engelberts. Het is een uitvoerige en kundige verdediging geworden, waar weinig tegen in te brengen valt. Het is echter een eigenaardige situatie met dit boek. Het lijkt of men door dit duidelijke standpunt verder van eenheid af is dan ooit tevoren, maar toch is dit het jaar, dat men elkander vindt. In 1869 blijkt nl. op de Algemene Vergadering der Kruisgezinden, dat men allerwege in het kerkverband verlangt naar eenheid. Weer wordt een commissie benoemd. Ditmaal heeft men meer succes. Want de 24e juni 1869 is de dag, dat de Chr. Afgescheidenen en de Kruisgezinden elkaar vinden en samen één kerk vormen, n.1. de Christelijk Gereformeerde Kerk. 't Is alles wel bijzonder snel gegaan. Geen wonder, dat later de beschuldiging geuit is, dat men overijld handelde, zonder de gemeenten in deze allergewichtigste stap te kennen. Hoe het ook zij, enkele gemeenten slechts stonden pal en weigerden mede te verenigen. Van bepaalde zijde worden zij natuurlijk gedoodverfd als de zwartkijkers en de scheurmakers, maar dit is toch ver bezijden de waarheid. Waren de Afgescheidenen tegemoet gekomen aan de theologische bezwaren van de Kruisgezinden, hierboven genoemd? Neen, integendeel: de Kruisgezinden hadden water bij de wijn gedaan! Daarom konden de gemeenten van Enkhuizen (o.l.v. ds.

J. W. v. d. Broek), Lisse en Trieht niet mee! Zo vormen deze drie gemeenten (ik kan het echt niet anders zien) de wettige voortzetting van de oude Kruisgemeenten. Het blijft echter niet bij dit drietal. Er komt een langzame groei; ook het aantal predikanten vermeerdert. Ds. G. H. Kersten noemt er in zijn „Kort historisch overzicht" een aantal (blz. 27). Déze kruisgemeenten (van de tweede generatie dus, na 1889) verenigen zich onder de bekwame leiding van ds. G. H. Kersten in 1907 mét de „Ledeboeriaanse" gemeenten tot het kerkverband der Gereformeerde Gemeenten. De in 1869 gevormde Chr. Ger. Kerk verenigt zich in 1892 met de kerken der Doleantie (van 1886), die onder leiding staan van Dr. A. Kuyper, en vormen zo samen de Gereformeerde Kerk. Dezelfde ds. Gispen, die in 1860 zich van de Kruisgezinden afscheidde, reikte als synode-praeses der Chr. Ger. Kerk Dr. Kuyper de hand, ten teken van eenheid. Een gedeelte der Chr. Gereformeerden kan zich hier niet mee verenigen en zetten het kerkverband voort onder de oude naam. Dit is nu nog de Chr. Ger. Kerk.

De dommees onder het kruis zijn dus, globaal gezien, in een drietal richtingen uiteengewaaierd: zij werden Chr. Gereformeerd, Gereformeerd (na 1892) of zij behoorden tot die gemeenten, die later het verband van Ger. Gemeenten zijn gaan vormen.

Het ligt alles vrij ingewikkeld, maar wie de moeite neemt van onze 19e-eeuwse kerkgeschiedenis notie te nemen, ziet zijn moeite rijkelijk beloond: hij ontdekt lijnen, die tot in het heden doorlopen. Als U die door eigen onderzoek bent gaan ontdekken, acht ik de moeite, aan deze artikelen besteed, niet tevergeefs.

Opdat wij niet vergeten!


Literatuur:1) Kort historisch overzicht Ds. G. H.

Kersten en Ds. J. van Zweden

2) Kruisdominees Dr. F. L. Bos 3) Wat was de Gereformeerde Kerk in

Nederland? Ds. J. van Raalte 4) Kruisgezinden en Separatisten Dr. J.

C. v. d. Does 5) Diverse artikelen in de Chr. Encyclo-

pedie 6) Kerkhistorische Kroniek, uitgave van H. M. Stoppelenburg, Loenensestraat 70, Den Haag. Evenals Rondkijker raad

p te abonneren. C. B.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1965

Daniel | 32 Pagina's

Dominees onder het kruis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1965

Daniel | 32 Pagina's