Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Geloofsleer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Geloofsleer

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

De Bübel

We hebben in het vorige artiicel gezien dat God Zich op een algemene en op een bijzondere manier openbaart. De algemene openbaring door het geweten en de natuur kan niet tot de zaligheid leiden.

Daarvoor is de openbaring nodig door Zijn Woord, toegepast door Zijn Geest. Vandaar dat we in dit hoofdstuk gaan letten op deze noodzakelijke openbaringsbron: de Bijbel. Daarna zal dan aan de orde komen, hoe God Zichzelf in de Bijbel openbaart.

De Bijbel

In oude Statenbijbels vinden we op de titelpagina het woord Biblia terug, waarvan ons woord Bijbel is afgeleid.

Het woord Biblia is het meervoud van het Griekse woord biblion, wat boek of boekrol betekent. Op zijn beurt hangt dit woord weer samen met biblos, wat wijst op het papyrusmateriaal, waarvan in oude tijden boekrollen werden gemaakt.

Ons woord Bijbel betekent dus naar zijn oorsprong gewoon "boeken".

Want we hebben hier te maken met een bundeling van 66 boeken. In de Bijbel komt vaak het enkelvoud "boek" voor.

Ook andere namen komen voor, zoals het woord van God, de Schrift(en), de heilige Schriften of profetische Schriften en het Woord des geloofs. De Heere Jezus gebruikte de benaming Mozes en de profeten om daarmee de Joodse Tenach, het hele Oude Testament, aan te duiden.

Met Mozes bedoelde men dan de Thora, de vijf boeken van Mozes, die wij kennen als de Pentateuch.

Met de profeten werden de "vroege en late" profeten bedoeld, de Nebiim en de geschriften, de Chetoebim.

Het zal duidelijk zijn, dat de Bijbel zoals wij die nu kennen er niet altijd is geweest. Zij is in de loop van vele honderden jaren tot stand gekomen.

We kunnen hierin drie perioden onderscheiden.

Perioden

1. De perioden dat er nog niets beschreven was.

2. De perioden dat de Bijbel gedeeltelijk beschreven was.

3. De perioden van voltooide Bijbel.

In de eerste periode was de overlevering mondeling. De nauwkeurigheid, waarmee dit gebeurde, was volstrekt betrouwbaar.

Allereerst heeft de Heilige Geest zorg gedragen voor het onfeilbaar overleveren van de heilsgeschiedenis. Bovendien waren de mensen veel beter in staat dan wij om dit nauwkeurig te doen.

- De mens leefde veel langer, vooral voor de zondvloed. Hij kon tot in verre geslachten vertellen en kontroleren of er nauwkeurig verteld werd.

- Doordat men niet schreef, had men een veel beter getraind geheugen om letterlijk te onthouden dan wij.

- In de stamverbanden werden soms geschiedenissen ontelbaar vaak herhaald als tijdverdrijf. Men had immers geen ontspanningsmogelijkheden, zoals wij die kennen.

In de beide eerste perioden openbaarde God Zich ook anders dan door het geschreven Woord. Voorzover dat tenminste bestond.

1. Hij openbaarde Zich door Godsverschijning, theofanie. Zo openbaarde Hij Zich in onpersoonlijke tekenen, bijv. in vuur en in de wolkkolom, maar ook in engelen-of in mensengedaanten. Als Christus in het Oude Testament verscheen, spreekt men van dé Engel. De bijzondere theofanie was de geboorte van Christus. Als God kwam Hij in de wereld en werd waarachtig mens.

2. Ook openbaarde God Zich door aanspraak, profetie. Dit gebeurde op velerlei manier.

Zo kennen we de goddelijke aanspraak bijv. bij Adam en bij de verheerlijking op de berg en bij de roeping van Mozes en Samuel. Ook openbaarde God Zich in de slaap, door dromen en door visioenen.

Ook de bekendmaking van Gods wil door het lot en door de Urim en Thummin hoort tot de profetische openbaring.

Zelfs onbekeerden werden door God gebruikt om zo Zijn wil te openbaren. We kunnen hier denken aan Bileam, Saul en Kajafas.

De inspiratie

Hierboven hebben we gezien op welke verschillende manieren God Zich oudtijds bekend maakte. Echter dit wil niet zeggen, dat zij, aan wie Hij Zich openbaarde, dit dan ook zelf opschreven. Vaak was dit niet het geval. Denk bijv. aan Adam en Abraham. Zij ontvingen wel de goddelijke boodschap, maar schreven het niet zelf op. Wanneer iemand door de Heilige Geest werd gedreven om het te beschrijven, dan spreken we van inspiratie.

Met inspiratie bedoelen we de bovennatuurlijke werking van de Heilige Geest, waardoor men feilloos het Woord van God beschreven heeft.

We verwerpen de zakelijke inspiratieleer, omdat die er niet aan vasthoudt, dat alles door de Heilige Geest is ingegeven. We kunnen het vergelijken met het schrijven van een opstel. De titel is opgegeven en dus door een ander bepaald, maar de uitwerking hangt van de schrijver af.

Het zal duidelijk zijn, dat de Bijbel zo vol zou staan met menselijke beschouwingen. Daarmee wordt tegelijk de inhoud van de Bijbel ter discussie gesteld.

We houden vast aan de woordelijke inspiratie, d.w.z. ieder woord van de Bijbel is door de Heilige Geest ingegeven. Deze woordelijke inspiratie is echter niet mechanisch, alsof de schrijver alleen de hand was van de Heilige Geest om de pen te bedienen. Als dit zo was, dan zou de stijl van de hele Bijbel gelijk zijn. We zien juist dat in verschillende bijbelboeken verschillende karakters, stijlvormen, woordgebruik e.d. uitkomen. Vooral bij de vergelijking van de vier Evangeliën komt dit duidelijk uit. De stijl en het woordgebruik van de eenvoudige Markus is heel anders dan van de bestudeerde Lukas.

De Heilige Geest heeft dus de persoon van de schrijver met zijn gaven en kennis gebruikt. We noemen deze inspiratieleer organisch.

Het is heel belangrijk om aan de woordelijke inspiratieleer vast te houden. De geschiedenis leert ons.

dat waar men begonnen is de betrouwbaarheid van de Bijbel ter discussie te stellen, er steeds meer onverklaarbaar en onaanvaardbaar voor het menselijk verstand werd.

Men ging steeds meer van de Bijbel bestempelen als menselijke verhalen.

Betekent het dan, dat de Bijbel voor ons geen vragen oproept? Zeker niet, maar door het verduisterde verstand van de zondige mens is het noodzakelijk dat de Heilige Geest Zelf het verstand opent om het te begrijpen. Waar de Bijbel niet wordt uitgelegd met de bediening van de Heilige Geest, daar ontstaan dwalingen en ketterijen.

De Bijbel moet zichzelf uitleggen, maar ook rechtspreken bij meningsverschillen. Ze is de enige norm voor de leer (dogmatiek) en voor het leven (ethiek). Dit geeft duidelijk aan, hoe noodzakelijk de Bijbel voor ons is.

De Bijbel heeft de volgende eigenschappen:

1. Zij heeft van zichzelf goddelijk gezag. Dit gezag ontleent ze niet aan de kerk. De kerk heerst niet over de Bijbel, maar God heerst door de Bijbel over de Kerk.

2. De Bijbel is noodzakelijk.

3. De Bijbel is volkomen; er hoeft niets meer aan toegevoegd te worden. Zelfs al zou er b.v. nog een boek van Paulus ontdekt worden, dan hoort dat niet meer thuis in de Bijbel, want alles wat wij nodig hebben om zalig te worden, is er in geopenbaard.

4. De Bijbel is duidelijk. De Roomse kerk stelt de Bijbel onder haar gezag.

De kerk is onmisbaar noodzakelijk voor de uitleg van de Bijbel. Hiermee doet zij tekort aan de duidelijkheid van de Bijbel.

Ook onze belijdenisgeschriften leiden hun gezag alleen af van de Bijbel, waarop ze berusten. Ze voegen niets aan de Bijbel toe, laat staan dat ze gezag zouden hebben boven of naast de Bijbel.

Stolwijk,

ds. CA. van Dieren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1992

De Saambinder | 12 Pagina's

De Geloofsleer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1992

De Saambinder | 12 Pagina's