Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit andere bladen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit andere bladen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In De Wekker van j.l. 28 jan. heeft prof. van 't Spijker een artikel geschreven over: De oplegging der handen.

Zelf heb ik hierover vroeger in de Saambinder geschreven bij de toelichting op de Dortse Kerkorde. Deze handoplegging bij de bevestiging van een kandidaat tot de heilige dienst tot dienaar des Woords is met grote aarzeling door de gereformeerde vaderen ingevoerd. Men was bang om langs de achterdeur weer binnen te halen wat men in de roomse kerk veroordeelde. In de roomse kerk is de handoplegging een sacrament, waardoor men een onverliesbare ambtsgenade ontvangt. De handoplegging brengt genade over, zodat men in apostolische opvolging wordt ingezet, en men van de lekenstand nu in de geestelijke stand als een hogere orde wordt ingelijfd. De Gereformeerde vaderen waren zeer bang weer voet te geven aan deze roomse dwaling. In de artikelen van Wezel (1568) wordt gezegd dat de bevestiging zal geschieden met openbare gebeden of met oplegging der handen (hetwelk wij laten in de vrijheid der kerken) voor de gehele gemeente na de wijze der apostelen. De synode van Emdén (1571) voegde er nog bij: zonder superstitie (= bijgeloof) en noodzakelijkheid. De synode van Dordrecht 1578 stelde naast de oplegging der handen ook: of anders met het geven der rechterhand der gemeenschap. De Dordtse Kerkenordening 1618-19 zegt in Art. 4 dat de openlijke bevestiging voor de gemeente zal geschieden, dewelke met behoorlijke stipulation (= bepalingen) en afvragingen, vermaningen, gebed en oplegging der handen van de dienaar, die de bevestiging doet (of enige anderen, daar meer dienaren zijn), toegaan zal, naar het formulier daarvan zijnde".

Prof. van 't Spijker schrijft in het eerste gedeelte van zijn artikel ook over deze zaken. In het laatste gedeelte schrijft hij over de kerkelijke praktijk, dat ik met instemming hieronder

overneem.

de G.

Alleen maar - het moet een kerkelijke plechtigheid blijven. Daarmee bedoelen we nu twee dingen. In de eerste plaats, dat we het gebruik niet overschatten. We^zeiden reeds: het is geen sacrament. En het is dus verkeerd dit moment te zien als het hoogtepunt van de dienst waarin de bevestiging plaats vindt. Dat hoogtepunt was al eerder achter de rug. Het was de roeping van Godswege, het was - hetzelfde - de verkiezing oi roeping vanwege de gemeente. Er zijn in de begintijd van de Reformatie tientallen predikanten nooit bevestigd, maar zij waren wèl geroepen en zij hebben veelal met veel zegen gediend. Daar ligt dus een belangrijk moment: de roeping. Deze wordt bevestigd. Als die er niet is valt er eenvoudig niets te bevestigen! En derhalve moet men zich niet blind staren op dit ene plechtige ogenblik, dat menigeen terecht niet zonder een traan in het oog meemaakt! Het is iets geweldigs - omdat het een confirmatie van een roeping is. Geen bijgelovige overschatting dus. Eenvoud is hier het kenmerk van het ware! Hoe eenvoudiger, hoe beter. Die hele lange rij van handopleggers is geen teken van de eenvoud van de zaak. De bevestiger, stond er in de kerkorde, de dienaar die de bevestiging doet - of enige anderen, zo daar meer dienaren zijn. Bedoeld is hier: zo daar meer dienaren in die gemeente zijn. De verandering van onze kerkorde is'niet geschied om een grote toeloop van participanten aan de handoplegging mogelijk te maken! Eenvoud en soberheid mogen de ernst van het ogenblik onderstrepen.

Maar dan ook geen onderschatting. De oplegging der handen is een kerkelijke plechtigheid. Het is geen familiebijeenkomst. Het gaat niet om een gezellige vriendenkring, waarin de kandidaat zich zo thuis voelde, en die dan een invitktie ontvangt om aan deze handoplegging het karakter van een vriendendienst te verlenen. Nog veel minder is dit ogenblik geschapen om naar willekeur, of moet ik zeggen, naar voorkeur van de kandidaat de kerkmuren naar beneden te halen en er een soort .van kleinschalige oecumenische happening van te maken: iedereen een brok in de keel, uit geniengde gevoelens samengesteld, zo van: dat dit dan toch maar kan. Of: dat dit niet altijd mogelijk is! Of: eigenlijk moest het toch altijd anders. Een kandidaat die geordend wordt in de Christelijke Gereformeerde Kerken - zal door een i Christelijke Gereformeerde dienaar in het ambt bevestigd worden met oplegging van diens handen en geen andere. Omdat die andere handen niet zuiver zijn? Geenszins, maar omdat het een kerkelijke plechtigheid is: geen persoonlijke, geen familiaire, geen amicale, maar een kerkelijke!

In de omgang der verschillende kerkelijke denominaties kunnen we best wat meer amicitia gebruiken. En we zouden ons wel meer dan wij gewoon zijn, kunnen herinneren dat we in andere gereformeerde kerken iets van eigen familie hebben. Maar het kerkelijke vraagstuk is te serieus dan dat.we het met een handomdraai gedurende de bevestiging van een kandidaat oplossen. En wie het niet wil oplossen verdoezelt het, hetgeen de beste bijdrage is aan de bestendiging van de kerkelijke verdeeldheid.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 1983

De Saambinder | 8 Pagina's

Uit andere bladen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 1983

De Saambinder | 8 Pagina's