Jos gaat logeren

Jos gaat zijn koffer inpakken. Koffer inpakken...? Ja, want Jos gaat logeren bij opa en oma. Moet Jos niet naar school?

Natuurlijk moet Jos naar sehool. Maar opa en oma wonen in dezelfde plaats waar Jos woont. En omdat Jos zijn mama ziek is, moet hij naar opa en oma. Jos heeft nog twee zusjes. Die mogen bij de buurvrouw blijven. Ansje en Mieke vinden dat fijn, want de buurvrouw heeft een klein jongetje die nog in de box zit. Daar zijn Ansje en Mieke dol op.

Jos vindt het jammer dat mama ziek is, maar hij vindt het wel fantastisch dat hij naar opa en oma mag.

Opa is vroeger visserman geweest. Daardoor kan opa een heleboel vertellen van vroeger. Van varen en vissen, en de geweldige stormen die opa meegemaakt heeft. Soms waren opa en de andere vissermannen op het schip, in levensgevaar. Gevaarlijk hoor!

Jos heeft zijn koffer klaar. Van alles heeft hij er in gedaan. Kleren, schoenen, zijn pyjama en ondergoed. Ook een leesboek en een mooie bal, die hij op zijn verjaardag gekregen heeft. Jos is er opgetogen van. Maar als hij mama gedag gaat zeggen, schaamt hij zich een beetje. Hij is blij dat hij mag logeren, maar mama is ziek.

Mama ligt op bed. Mama heeft koorts. Ze knuffelt Jos toch nog even tegen zich aan. „Zul je lief zijn jongen? En gehoorzaam bij opa en oma? "

„Ja mam, heus mama...., " Jos geeft mama een stevige kus. „Dag mam, gauw beter worden hoor!"

„Ja lieve jongen, de Heere kan mij beter maken. Dat weten we hè. Doe je de groeten aan opa en oma!"

Natuurlijk zal Jos dat doen. Hè, nu krijgt hij opeens tranen in zijn ogen. Haastig zwaait hij bij de deur van mama's slaapkamer. „Dag.... dag mama!"

Papa heeft de auto al buiten staan. Het duurt niet lang, of ze rijden de straat uit.

Het is druk op de weg. Papa moet zijn aandacht er goed bij houden. Maar dan zijn ze er ineens. Opa en oma zitten al te wachten. Eerst vragen ze, hoe het met mama gaat. Oma geeft Jos een dikke pakkerd en fluistert: „We zullen hopen Jos, dat je hier niet zo lang hoeft te blijven." Dat begrijpt Jos, want als mama weer beter is, kan hij naar huis. Papa blijft niet lang, want hij is druk. „Je weet het Jos, " zegt papa waarschuwend, „lief zijn voor opa en oma."

Als Jos alleen met opa en oma achterblijft, maakt hij eerst zijn koffer open. „Alstublieft oma, " zegt hij triomfantelijk, en legt een pak met gevulde koeken op tafel. „Dat zal smullen worden, Jos. Straks ga ik koffie zetten."

Jos gaat een poosje met Timmy, het hondje van opa, in de tuin spelen. Morgen moet hij weer naar school. Wat zal Tom, die naast hem zit in de klas, wel zeggen dat hij ineens bij opa en oma logeert. Nu kan hij niet elke dag met Tom spelen.

Maar Jos vindt het ook gezellig om met opa en Timmy te wandelen. Timmy is uitgelaten van plezier, als hij met Jos mee mag. De dagen gaan ó zo snel om bij opa en oma.

Nu het zaterdag is, komt papa even kijken hoe het gaat. Papa is blij, omdat mama iets beter wordt. De dokter was vanmorgen tevreden. Eerst was de dokter bang geweest, dat mama naar het ziekenhuis zou moeten. Jos moet er niet aan denken! Zijn mama naar het ziekenhuis....!

Vandaag is het zondag. Jos mag met opa en oma naar de kerk. Dat kan hij best. Timmy blijft thuis. Die begrijpt het al. Rustig ligt hij in zijn mand. „Hoe kan het hè opa, anders wil hij altijd mee." „Het is een verstandig hondje Jos. Dat had je niet gedacht hè? " Opa klopt Timmy op zijn rug. „Pas jij maar op het huis Timmy, dan ben je braaf."

wordt vervolgd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen