Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Oranjehuis in de grondverf

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Oranjehuis in de grondverf

Laat Jan maar klodderen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jan van der Horst heeft de smaak goed te pakken. Na afronding van de "Nachtwacht" is hij meteen begonnen aan een doek van nog groter formaat. De gouden koets in het weiland bij Dalfsen. In de koets komen drie moeders des vaderlands te zitten: Emma, Wilhelmina en Juliana. Koningin Beatrix en prins Claus zijn net uitgestapt. Tegen de lijst, met de rug naar de toeschouwer, staat prins Willem Alexander te wachten op het moment dat hij het rijtuig in mag. De meeste figuren staan nog in het "grondsop", maar de komende maanden wil de schilder in snel tempo gaan verven en aflakken. „Het hoofd van Willem Alexander heb ik inmiddels voor de tweede keer gehad. Dat begint almooi los te komen, vind je niet?"

Er zijn enkele jaren verstreken sinds onze laatste ontmoeting, maar Van der Horst is geen spat veranderd. Dezelfde olijke glimlach, onder de adamsappel z'n onafscheidelijke vHnderdasje. De omstandigheden zijn wel ingrijpend gewijzigd. Z'n kopie van de Nachtwacht, die toen nog in de huiskamer stond, is na verschillende omzwervingen over de v-éereldbol beland in expo Madrid in Dalfsen. Van verschillende kanten werd hem een vermogen voor het doek geboden, maar hij is er niet op ingegaan. „We hebben aow en nog zo wat, dus wat zullen we tobben." De huidige oplossing bevalt hem prima. Een plaatselijke horeca-ondernemer liet een expositieruimte bouwen waarin het mammoetdoek als publiekstrekker wordt geëxposeerd. Dicht bij huis, zonder dat Van der Horst er de drukte van heeft. Hij was echt aan rust toe en echtgenote Marjolein nog meer. De terloopse opmerking in een tv-programma dat mensen die z'n Nachtwacht wilden zien welkom waren, voerde binnen een jaar ruim tienduizend belangstellenden naar hun woning aan de Bosweg.

"Zo'n voet van Beatrix"
Door deze ervaring wijzer geworden werkt de oud-directeur van een Zwolse verffirma in alle stilte aan een tweede mammoetdoek van pakweg zeven bij vier meter. Op het industrieterrein van Dalfsen heeft hij een gedeelte van een loods gehuurd, waarin hij naar hartelust kan verven. Om lijf en ledematen te sparen is het doek aangebracht op een metalen frame, dat hij elektrisch kan laten stijgen en dalen. Hij moest er niet aan denken nog eens op z'n buik te schilderen, zoals bij het onderste deel van de Nachtwacht. Enthousiast demonstreert hij de wonderen der techniek en laat het doek anderhalve meter omhoog komen. „Kijk, nou kan ik lekker ontspannen aan zo'n voet van Beatrix werken. Rokkie omhoog en schilderen maar." In het plafond is een opening aangebracht, waardoor het doek tot de zolderverdieping kan rijzen. Daar neemt Van der Horst de luchtpartij onder handen. Alleen voor het midden van het doek heeft hij een steiger nodig, waarop hij dan z'n verrijdbare stoel deponeert.

Volle glorie
Z'n gedrevenheid kent geen grenzen meer. Het is niet ongebruikelijk dat hij tien doeken tegelijk onder handen heeft. Zo rondde hij onlangs een imposant schilderij af met daarop koningin Beatrix, prins Claus en xyNtc lieveheersbeestjes. „Er zat zo'n beestje bij m'n palet. Ik zeg: o, wil jij er ook op, bij de Koningin. Vooruit dan. En omdat alleen zo alleen is, heb ik er maar een tweede bij geschilderd." De komende tijd wil hij zich volledig op het mammoetdoek werpen. De contacten met het Koninklijk Huis zijn inmiddels van dien aard, dat Hare Majesteit zich bereid toonde om te o poseren in de loods. Voor Van der Horst is dat een noodzaak. „Stel dat Beatrix zegt: hoe kunt u me nou presenteren in die blauwe jurk, waar ik zo'n hekel aan heb? Dan trek ik ze iets anders aan. Zo simpel is dat. Op dat andere schilderij had ik Claus eerst in vrijetijdskleding. Heel aardig, maar we vonden het toch niet zo passend. Heb ik 'm maar weer een colbert en een stropdas aangetrokken. Op zich ben je als schilder natuurlijk vrij in je keus, maar ik wil correct blijven. Ze mogen zelf zeggen wat ze het liefst aan hebben. En ik wil ze in volle glorie weergeven. Beatrix heeft bij voorbeeld bij haar neus een wratje. Dat zie je direct als schilder. Maar die zet ik er niet op. Ben je mal."

Rolstoel
Aanvankelijk wilde de Dalfsenaar wat grapjes in het Rembrandtieke doek stoppen. Koning Willem III, de echtgenoot van Emma, met een borrel op de bok. De burgemeester van Dalfsen als palfrenier bij de paarden. Inmiddels is hij van dat idee afgestapt. „Dan wordt het te veel kitsch. Koning Willem III komt nu helemaal links te staan, met aan de lijn het hondje van Rembrandts Nachtwacht." Door de afmetingen van het doek is het een kunst apart om het juiste perspectief erin te krijgen. Dat was voor de schilder de belangrijkste reden om het doek van z'n huiskamer over te laten brengen naar het industrieterrein. Thuis kon hij er letterlijk te weinig afstand ervan nemen. In de loods heeft hij meer ruimte. Regelmatig trekt hij zich een meter of tien terug om te controleren of alles nog naar wens gaat. Voor dit doel construeerde hij de rolstoel, waardoor hij kan blijven zitten. ,Je moet eigenlijk zo'n doek zelf's een keer schilderen. Dan ontdek je hoeveel werk erin zit. Als je aan die kant begint kun je er wel met de rolstoel langs rijden, maar je moet niet denken dat je dan in één keer de andere kant haalt. Weer achteruit, terug, weer verf maken... Want de tubes vliegen erdoor. Tegen mensen die kritiek hadden op m'n Nachtwacht heb ik altijd gezegd: jullie zullen het ongetwijfeld beter kunnen. Ik ben amateur. Dit kon Jan en meer niet. Maar maak 'm nou zelf's na. Zet 'm maar eens op."

Klodderen
Inmiddels heeft hij een eigen "school", een kring van vijfentwintig amateurs die voorheen bij Rob Hessels schilderden. Na diens vertrek naar Amsterdam klopten ze bij Van der Horst aan, die vroeger zelf deel van de groep uitmaakte. „Elke woensdag- en vrijdagmiddag komen we bij elkaar in Balkbrug, in een verbouwd kippenhok. Daar zijn we lekker bezig met elkaar. Zonder enige pretentie. Ik noem het maar: schilderen met opa Jan. We hebben er nog 69 op de wachtlijst staan. Die kunnen er gewoon niet bij. Dan zit je als een pot pieren bij mekaar. Eigenlijk zou ik nog wel 's naar de kunstacademie willen. Maar ja, ik ben met m'n zeventigste jaar bezig. En een week is maar zo om. Daarom word ik het liefst met rust gelaten. De laatste weken heb ik hier bijna dag en nacht gezeten. Zo'n tachtig uur in de week. Dan heb ik het naar m'n zin. Laat Jan maar klodderen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1993

Terdege | 108 Pagina's

Het Oranjehuis in de grondverf

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1993

Terdege | 108 Pagina's