Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een bemoediging voor moedeloze zoekers naar wetenschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een bemoediging voor moedeloze zoekers naar wetenschap

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Want in veel wijsheid is veel verdriet, en die wetenscliap vermeerdert, vermeerdert smart." (Pred. 1 : 18). *

Aan het begin van een nieuw jaar zou je met nieuwe moed willen beginnen. Veel heeft misschien ontmoedigd in de tijd die achterligt. Nieuwe kracht is nodig om verder te gaan. Waar is die te verkrijgen? Bij Hem, Die de moeden kracht geeft, en de sterkte vermenigvuldigt, dien, die geen kracht heeft (Jes. 40 : 29). Maar hoe wordt die verkregen? Daar zegt de Prediker in deze tekst iets van.

Misschien leest u het tegenovergestelde van een bemoediging in deze tekstwoorden. Gaat het hier niet over de teleurstellingen, die de wijze Salomo ontmoette, toen hij wijsheid en wetenschap onderzocht, en onzinnigheid en dwaasheid leerde kennen (v.

17)? En komt hij daardoor niet tot de algemener uitspraak van deze tekst, die een verklaring geeft van de teleurstellingen bij het bezig zijn met wijsheid en wetenschap? Salomo zegt toch als het ware: Je hebt ook anders niet te verwachten dan teleurstellingen, dan verdriet, als je wijsheid zoekt, en verwacht toch bij de vermeerdering van wetenschap ook vermeerdering van smart.

Sommigen misbruiken de woorden van onze tekst echter, door deze louter negatief te interpreteren. Je kunt het beste ook maar onwetend blijven van allerlei zaken, zeggen ze. Je brengt jezelf door studie toch alleen maar in moeilijkheden, in gewetensconflicten. Ze zouden met hun argumentatie alle studie haast verwerpen.

Het is wel waar, dat studie steeds meer problemen met zich meebrengt, in een tijd, waarin de wetenschap geseculariseerd is en van God en Zijn schepping niet meer wil weten. Ook moet men zich niet laten meetrekken naar terreinen, die de autonome mens zonder ethische banden wil exploreren. Er zijn zeker grenzen, waarvoor we moeten stoppen bij onze studie. Maar dit betekent zeker geen verbod voor studie in het algemeen. We moeten onnozel zijn in het kwade, maar wijs in het goede (Rom. 16:19). Het bevel de aarde te bebouwen en te onderwerpen blijft bestaan. Wijsheid en wetenschap heten nergens ondeugden; integendeel, ze worden dikwijls genoemd in verband met de vreze des Heeren (b.v. Spr. 2 : 5, 6).

Daarbij moet wel opgemerkt worden, dat alle kennis nog geen wijsheid is, en al wat men 'wetenschap' noemt, dit nog niet is in de zin van Gods Woord! Wat men tegenwoordig als wetenschap aanbiedt, of zelfs als wijsheid roemt, is dikwijls niet meer dan de opgeblazenheid van hoogmoedige mensen, die wat meer kennis vergaderd hebben dan anderen. Ze bekommeren er zich echter niet over, dat ze deze niet goed weten te gebruiken, en nog minder beseffen ze, dat ze het ware licht over hun kennis missen. Bij ware wijsheid en waarachtige wetenschap gaat het echter niet in de eerste plaats om de kwantiteit van de kennis, maar om de kwaliteit; het gaat om een goed gebruiken van wat men leert, een gebruiken naar de wil van de Schepper: tot eer van God! En dat zijn we door de zondeval afgeleerd; we zijn dwaas geworden en moeten Agur na leren zeggen: "Ik heb geen wijsheid geleerd, noch de wetenschap der heiligen gekend" (Spr. 30 : 3). We moeten de Opperste Wijsheid leren kennen, Die de 'slechten en verstandelozen'

nodigt, om 'de slechtigheden te verlaten en te treden in de weg des verstands' (Spr. 9:1, 4, 6). Wie deze Wijsheid zoekt, zal 'de vreeze des HEEREN verstaan en de kennis van God vinden. Want de HEERE geeft wijsheid en uit Zijn mond komt kennis en verstand". En in dit licht moet het verdriet gezien worden, dat er is in de wijsheid en bij de vermeerdering van wetenschap.

Zeker, er is ook veel teleurstelling bij kennisoverdracht in een algemene zin. Die is echter alleen maar ontmoedigend. Het is het verdriet over ons onvermogen, om door te dringen tot het wezen der dingen. Het is de smart die we hebben over de tegenstand bij ons pogen kennis over te dragen. Wat we ons allemaal voornemen, is dikwijls niet uitvoerbaar.

Maar veel dieper zit de smart, waar de vreze des HEEREN is. Naarmate er meer licht van de Opperste Wijsheid is, is de smart groter over eigen dwaasheid. Dan is er de droefheid over het maar niet kunnen gebruiken van wat men weet, tot het doel, waartoe het gegeven is: de eer van God. Dan is er het verdriet over het afdwalen van het beginsel van ware wijsheid en wetenschap: de vreze des HEEREN (Ps. 111 : 10; Spr. 9:18). Al die kennis zonder wijsheid, al die wetenschap zonder verstand, veroorzaakt smart. Maar, zegt u, is dit dan bemoedigend?

Het is het niet voor hen, die een wetenschap zoeken zonderde vreze des HEEREN. Ook zij, die de terreinen van kennis en Godsvreze angstvallig gescheiden proberen te houden, vinden hier geen bemoediging. Maar er is hier wel bemoediging voor hen, die hier hun diepste gevoelens blootgelegd zien. Het blijkt geen vreemde zaak te zijn, die smart over misbruikte kennis, die droefheid over verworden wetenschap. God weet ervan. En Hij noemt het wijsheid!

En al kan de bemoediging niet in verdriet en smart zelf liggen, ze ligt wel in Hem, Die de bron van ware wijsheid is. Daar Hij het ware licht laat schijnen over alles van deze wereld, wat onze gedachten wil vervullen, laat Hij enerzijds zien, wat de oorzaak van de smart is: de zonde, die alles op deze wereld doortrokken heeft, ook ons eigen boze bestaan. Anderzijds wil Hij leren onze bemoediging dan ook niet in deze wereld of bij onszelf te zoeken; daar valt geen bemoediging van te verwachten. Ze mag echter wel verwacht worden van Hem, Die boven alles staat, en Die door Zijn genade, geopenbaard in de Opperste Wijsheid, de 'slechten' wetenschap leert.

"Hij geeft de moeden kracht, en Hij vermenigvuldigtdesterkte, dien, die geen krachten heeft... Maar die de HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden; zij zullen lopen, en niet moede worden; zij zullen wandelen en niet mat worden" (Jes. 40 : 29, 31).

ds. C.J. Meeuse.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

De Reformatorische School | 68 Pagina's

Een bemoediging voor moedeloze zoekers naar wetenschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

De Reformatorische School | 68 Pagina's