Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De praktijk der heiligmaking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De praktijk der heiligmaking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook dr. H.F. Kohlbrugge schrijft over de ware heiligmaking. Hij onderscheidt tussen de ware en de vleselijke heiligmaking. Ik citeer uit zijn De ware zelfbeproeving. Met de heiligmaking des Geestes is het zó gelegen: zij is een werk van God de Heilige Geest.

Zij begint onmiddellijk bij de bekering, gaat voort door het gehele leven en verheerlijkt zich het meest in nood en dood. Zij gaat niet van Christus af, zoals de vleselijke heiligmaking. Het is een werking der liefde en des geloofs. Zij wijkt van de afgoden meer en meer af en berust in het woord van de Heere Jezus: Uw vrucht is Mij gevonden! Zo blijft zij in de ware Wijnstok, beoogt niet zichzelf, maar kent alleen Gods wil, Zijn gebod en Wet. Zij heeft de ware gezindheid en twijfelt toch gedurig of zij die wel heeft. Zij weet er niets van dat zij dankbaar is, zij beschuldigt zich zelfs van ondankbaarheid. Zij wil dankbaar zijn, maar kan niet; zij wil heilig zijn in waarheid, maar vermag niets en daarom smeekt zij tot God dat haar ganse leven de Heere gewijd mocht zijn. En wel haar, zo Christus haar leven is, haar grond, haar hoop en verwachting, juist zó is de ware gezindheid en dankbaarheid in haar. (..) Wel geschiedt het zó dat zij er zelf niets van ziet, ja zij beschuldigt zich van het tegendeel. Maar inmiddels is zij metterdaad en in waarheid dankbaar, zij heeft waarachtig lief, niet met woorden, maar met daden, met opoffering van zichzelf, met terzijdezetting van zichzelf en van eigen eer en genot, gemak of voordeel. De heiligmaking des vleses daarentegen is gierig en blijft gierig en als zij wat geeft, doet zij niets voor niet; als de mensen er haar niets voor geven kunnen, dan moet God er iets voor geven, en zo ziet zij altijd op zichzelf en zoekt zichzelf om er wat van te hebben. Zichzelf te geven, zonder iets voor zich te verwachten, daarvan weet ze niets. Zo heeft de heiligmaking des vleses altijd wat bij God te vereffenen, terwijl de andere alleen van geloof leeft in de rechtvaardigheid Gods, geopenbaard in het Evangelie, en op geen zaligheid hoopt dan die uit genade is door het geloof zonder de werken der wet’. Tot zover ds. Kohlbrugge. Over de praktijk van de heiligmaking bestaan veel misverstanden. Het is totaal iets anders dan werkheiligheid. Ds. G.H.Kersten zegt in zijn Gereformeerde Dogmatiek: ‘Zelfs Gods kinderen kunnen maar al te zeer in de strikken der wet gevangen zijn, waardoor hun gelovig toevluchtnemen tot Christus, om in Hem geheiligd te worden en hun vrucht uit Hem te vinden, wordt verhinderd en hun ziel dikwijls in vele banden verkeert’. Ds. A. Moerkerken noemt als het grote verschil tussen heiligmaking en werkheiligheid: Het eerste begint vanuit God, wordt door God onderhouden en door God voltooid. En de werkheiligheid begint vanuit de mens, wordt door de mens onderhouden en moet door de mens worden voltooid!

De actualiteit van heiligmaking
De ware vroomheid verkeert in een crisis. De tijdgeest, de jacht op succes, het materialisme en de wereldzin verhouden zich niet met de praktijk van een heilig leven. Er zijn bij de heiligmaking twee geweldige klippen. Twee dwalingen die alle tijden door openbaar kwamen, maar ook vandaag een groot gevaar zijn. Ik noem het antinomianisme en het perfectionisme. Het antinomianisme (afgeleid van anti-nomos) stelt dat de Wet voor de ware gelovige heeft afgedaan. Christus heeft de straf gedragen en de Wet gehoorzaamd en dus ben ik ontheven van de straf, maar ook van de verplichting tot gehoorzaamheid aan de Wet. Het aandringen op heiligmaking is in hun ogen een verloochening van Christus! Een leven in vrijheid en ongebondenheid. ‘Laat ons het kwade doen, opdat het goede daaruit kome. Laat ons de zonde doen, opdat de genade te meerder worde’. Men ontkent dat de Wet in het stuk van de dankbaarheid een leefregel is. Men weet niets van: ‘Och, of wij Uw geboon volbrachten, gena o hoogste Majesteit, gun door ’t geloof in Christus krachten om die te doen uit dankbaarheid’. De Heidelbergse Catechismus geeft een duidelijk en scherp antwoord tegen deze dwaling: ‘Het is onmogelijk(!), dat, wie Christus door een waarachtig geloof is ingeplant, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid’ (Zondag 24). Ik las ergens: die weinig om de zonde geeft, die geeft ook weinig om God!

Perfectionisme
Het andere uiterste is het perfectionisme. De volmaaktheidsdrijvers! De opvatting dat een christen in dit leven kan komen tot de volmaaktheid. De gelovige kan zo opklimmen in heiligmaking dat hij praktisch geen zonde meer doet. Men beroept zich op teksten als 1 Johannes 3:9: ‘Een iegelijk die uit God geboren is, die doet de zonde niet’. Dit perfectionisme is een bedreiging voor de kerk in onze dagen. Ontstaan in de stromingen van de Wederdopers en het methodisme, voortlevend in Pinkstergroepen en evangelische gemeenten, komt het dichterbij de reformatorische kerken. De heiligingsleer van Andrew Murray, lezingen en publicaties van de Zuid- Afrikaanse predikant ds. E. Maritz, en andere geschriften over de heiligmaking (onder meer door de stichting HeartCry aangeprezen) zijn niet het gedachtegoed van de Reformatie. De genoemde stichting beroept zich voor haar boodschap voornamelijk op opwekkingstheologen. Er is in hun leer van de heiliging sprake van een andere geloofsbeleving. Er wordt voor heiligmaking de uitdrukking ‘overwinningsleven’ gebruikt. De vervulling met de Geest een overwinningsleven. Je hebt dan andere geestelijke ervaringen dan de christen die beneden de maat leeft. Je ervaart met de vervulling met de Geest tevens de overwinning over de zonde. De christelijk-gereformeerde predikant drs. C.P. de Boer schreef samen met drs. A. Huijgen in 2008 de lezenswaardige brochure: ‘Meer dan overwinnaars’ - over heiliging en overwinningsleven bij Heart Cry’. Een citaat: ‘Ik mis bij het overwinningsleven, zoals Heart Cry dat voorstaat, Christus’ liefde die verootmoedigt en ontmoet in hun spreken over het overwinningsleven de geestelijke hoogmoed. Ik mis Christus’ tere liefde, Die belooft het gekrookte riet niet te verbreken. Ik moet de zonde overwinnen en daarom mijn hart voor de voortdurende vervulling met Gods Geest openstellen. Ten diepste is het Evangelie in de handen van Heart Cry weer tot een wet geworden, maar dan nu in de heiliging. Ik moet weer zoveel. Maar ook in de heiliging is Christus mijn gerechtigheid en heiligmaking. Hij heeft overwonnen! Dit ontslaat mij van de wettische plicht om de zonde te overwinnen. Het bindt mij aan de evangelische eis om Christus gelijkvormig te worden. (..) Zo leef ik in Zijn opstandingskracht en verrijst Zijn Beeld in mij. Nu ben ik geen overwinnaar, want Hij heeft overwonnen. In Hem ben ik Gods kind. Zo ben ik meer dan overwinnaar’. Tot zover citaat. Tegen dit perfectionisme, deze volkomen heiligmaking, strijden ook veel Bijbelteksten. Paulus: ‘Niet dat ik het alrede gekregen heb of alrede volmaakt ben; maar ik jaag daarnaar of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben’ (Fil. 3:12). Niet volmaakt, maar wel ernaar jagen! In het leer- en troostboek van de gemeente Gods vragen Ursinus en Oliveanus: ‘Maar kunnen degenen die tot God bekeerd zijn, deze geboden volkomenlijk (!) houden ? Neen zij, maar ook de allerheiligsten, zolang zij in dit leven zijn, hebben maar een klein beginsel van deze gehoorzaamheid; doch alzo, dat zij met een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden Gods beginnen te leven’ (Zondag 44).

Dus toch blijft, als het goed is, het leven van heiliging niet steken in de klacht. Let op hoe Paulus eindigt: ‘Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods ? Ik dank God door Jezus Christus, onze Heere! (Rom. 7:24v). In Christus ligt de ruimte! Gods kinderen blijven onheilige heiligen. Een twee-mens! Opdat we ons leven lang onze zondige aard hoe langer hoe meer leren kennen en des te begeriger zijn, om de gerechtigheid in Christus te zoeken. Daarna, opdat wij zonder ophouden ons benaarstigen en God bidden om de genade van de Heilige Geest, opdat wij hoe langer hoe meer naar het evenbeeld van God vernieuwd worden, totdat wij tot deze voorgestelde volkomenheid na dit leven geraken’ (HC, vraag 115). Met de hartelijke bede van Jodocus van Lodenstein: Heil’ge Jesu, heilig mij, heilig mij: Ik moet, Jesu, zijn als Gij. Heilig mij, heilig mij: Ik moet heilig zijn als Gij’. Want een nabij leven met de Heere bewaart voor verachtering in de genade en geeft de vruchten van heiligmaking zoals vreugde en vrede, blijdschap en verwondering.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 2010

De Saambinder | 20 Pagina's

De praktijk der heiligmaking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 2010

De Saambinder | 20 Pagina's