Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat is belangrijker?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat is belangrijker?

Kerst of Pasen:

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is belangrijker: Kerst of Pasen? In de Westerse kerk heeft de viering van Christus' geboorte een centrale plaats gekregen, maar in de Oosterse christenheid ervaart men het feest van de verrijzenis als het hoogtepunt van het kerkelijk jaar. Is daar ook niet wat voor te zeggen? Alle vier evangeliën vertellen uitvoerig over het lijden en sterven en de opstanding van de Heiland, maar slechts twee evangeliën delen iets mee over zijn geboorte. Schrijven trouwens de apostelen in de brieven niet veel vaker over ons gestorven zijn met Christus dan over zijn geboorte uit de maagd Maria? In welk perspectief staan Passie en Pasen?

Zowel bij de geboorte van de Heiland als bij zijn sterven en opstanding hebben wij te maken met een reeks feiten. En bij al deze feiten gaat het om de wonderen van God: Hij werkte iets unieks. Hij zond Zijn eigen Zoon en Hij gaf Die over voor onze zonden. Maar Hij wekte Hem ook op tot onze rechtvaardigmaking.

In de belijdenis van de kerk zijn deze feiten dan ook altijd present. De kerk zet ze in het apostolicum op een rij: „...geboren uit de maagd Maria, geleden onder Pontius Pilatus, gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle, ten derden dage wederom opgestaan van de doden". Voor ons gevoel kan hier geen woord gemist worden. De feiten staan in het gelid!

Daarom vinden we het misschien vreemd dat Markus en Johannes ieder een heel evangelie kunnen voltooien zonder de geboorte van Jezus ook maar in het kort te beschrijven. Wat betreft het lijden en sterven en de opstanding lijkt alles beter op orde: Ieder van de vier evangelisten vertelt uitvoerig over de lijdenstijd, de kruisiging en de verrijzenis. Pas bij de hemelvaart neemt de volledigheid weer af.

Het centrum
Is hier een gebrek aan balans? Sommigen concluderen dit vrij snel en zij verbinden daar dan ook een conclusie aan. Het lijden en sterven zou veel belangrijker zijn. Hier is het centrum te vinden. Maagdelijke geboorte en hemelvaart horen meer bij de omtrek.

Het perspectief op Jezus' werk zouden we te pakken krijgen door ons standpunt te nemen bij zijn levenseinde. Vandaaruit zouden we dan alles goed in proporties zien. Deze visie op het perspectief vanuit Passie en Pasen kan men meer rechtzinnig en meer vrijzinnig uitwerken.

Vrijzinnig werkt men dit uit door het leerstuk van de ontvangenis uit de Heilige Geest los te laten en door ook de realiteit van de opstanding te betwijfelen. Wat marginaal heet, wordt vervolgens weggestreept. Dan blijft alleen het lijden en de zelfovergave van de mens Jezus over.

Het is duidelijk dat men hierbij op geen enkele wijze recht doet aan de evangeliën. Wanneer niet alle vier schrijven over de geboorte van Jezus, is er toch geen reden om de twee die het wel doen geen geloof meer te geven. Je kunt twee of drie getuigen in een zaak toch niet naar huis sturen omdat er ook mensen zijn die in die zaak géén getuigenis geven?

Rechtzinnig
Er is echter ook een meer rechtzinnige uitwerking van de gedachte dat Passie en Pasen centraal staan. Dan stelt men dat het in heel Jezus' menswording draait om de verzoening door voldoening op Golgotha: Jezus' geboorte als mens is dan alleen maar een middel voor het grote doel van zijn offerdood.

Daarom zou wèl ieder evangelie vertellen over het centrum en daarom zou niet ieder evangelie stilstaan bij het begin van de toegangsweg naar dit centrum. Het valt natuurlijk toe te stemmen dat de Heiland op aarde kwam om daar te lijden en te sterven en op te staan.

Toch is het de vraag of daarmee de betekenis van zijn menswording ten einde is. Hij staat immers ook als mens op uit de doden en Hij blijft als Zoon van God ook werkelijk mens tot in eeuwigheid. Heeft zijn menswording dan toch niet een betekenis die nog verder reikt dan zijn taak als Middelaar op aarde?

Rechtvaardiging
Door de strijd in de tijd van de grote Reformatie is de aandacht heel sterk geconcentreerd geraakt op het onmisbare leerstuk van de rechtvaardiging van de zondaar door Christus' lijden. En in de lutherse spiritualiteit heeft de lijdenscantate altijd meer ruimte gekregen dan de kerstcantates.

In het geheel van de rooms-katholieke liturgische en theologische traditie heeft men echter ook aandacht gehad voor de verzoening van hemel en aarde, mensen en engelen. In Christus wordt alles samengebracht als onder één Hoofd. De betekenis van zijn menswording reikt daarbij nog verder dan Golgotha: Zij reikt tot in de tijd dat verloste mensen deel krijgen aan de goddelijke natuur (2 Petrus 1,4).

Christus is dan de eersteling van de zonen Gods die in de schepping openbaar zullen worden (Romeinen 8,19). Het gaat zeker te snel, wanneer men vanuit de concentratie op de leer van de rechtvaardiging een verklaring zou willen bieden voor het feit dat niet alle evangeliën aandacht schenken aan wat wij de heilsfeiten voor het kerkelijk jaar noemen.

Toch blijft de vraag klemmen of de kerk in haar belijdenis een reeks feiten misschien méér in het gelid zet dan de bedoeling is geweest van de evangelisten.

Publiek en privé
Feiten zijn feiten: Dat geldt wanneer wij gaan opsommen in een belijdenis. Toch zijn alle feiten niet gelijk. Sommige gebeurtenissen hebben een publiek karakter: Ze trekken veel aandacht. Andere gebeurtenissen vinden plaats achter de schermen. Men praat er soms pas veel later over, wanneer men de invloed ervan achteraf gewaar is geworden.

Wij kunnen achteraf de feiten wel in het gelid zetten, maar ze komen niet in het gelid naar ons toe marcheren. Zo zijn de gebeurtenissen van Jezus' geboorte en die van zijn lijden op heel verschillende manier naar de mensen toe gekomen. Zijn lijden was heel publiek. Hij was een bekend en een omstreden persoon geworden. Iedereen richtte zijn of haar aandacht op wat er nu zou gebeuren met deze raadselachtige figuur uit Nazareth. Hij werd bejubeld èn verguisd.

Toen Hij leed en stierf, stonden als het ware de schijnwerpers van de publiciteit op Hem gericht. Dit was niet het geval bij zijn geboorte. Onopvallend was deze zeker niet. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de omstandigheden rond de geboorte veel opvallender zijn geweest dan die in de lijdenstijd. We hoeven hier alleen maar te denken aan het optreden van de engel Gabriël en aan de verschijning van een engelenleger bij Bethlehem.

Zulke hemelse tekenen worden door velen juist pijnlijk gemist aan het einde van Jezus' leven op aarde. Toch was de kring waarin die geboorte aandacht trok, veel kleiner. De verhalen bleven hangen bij Maria en Jozef en in het Judese bergland. Ze bleven daar als het ware sluimeren totdat ze zouden worden opgeroepen om voor het voetlicht te komen.

Dat gebeurt pas wanneer de persoon van Jezus Christus overal aandacht heeft getrokken. Dan gaan belangstellenden terugvragen naar zijn oorsprongen. Men volstaat niet meer met wat zich afspeelde onder de schijnwerpers, maar men gaat ook op onderzoek uit in de schaduwen. Het ging hier zoals zo vaak: Wat het eerst gebeurde in de werkelijkheid, komt het laatst binnen in de publiciteit!

Vertelperspectief
Waarom hebben nu niet alle evangelisten die geboortegeschiedenissen opgediept? Dat lijkt ons vreemd. We stellen ons de evangelisten voor als mensen die zo volledig mogelijk vertellen wat er gebeurd is. We vergeten dan echter onderscheid te maken tussen die evangelisten. Zij hadden ieder hun eigen doelstelling en hun eigen motivatie. 

Iemand als Lukas stelt zich ten doel alles nog eens na te gaan ten behoeve van Theofilus. Lukas is echt een geschiedschrijver. Hij graaft het verleden op. En hij graaft zo diep mogelijk. Zo rust hij niet voordat hij bij het eerste begin is aangekomen: de verschijning van Gabriël aan Zacharias in de tempel. Het veroorzaakte destijds nogal wat deining: Een priester die de zegen niet kon uitspreken omdat hij een verschijning had gezien.

Maar de priester ging naar huis en pas dertig jaar later krijgt deze gebeurtenis een vervolg in het optreden van de profeet Johannes de Doper. Het verband heeft men niet zo gauw meer gelegd; in dertig jaar gebeuren ook weer zoveel andere dingen die de aandacht opeisen. Lukas volgt echter de draad terug en zo komt hij uit op het tempelplein in die namiddag van de zwijgende Zacharias.

Mattheüs schrijft zijn evangelie voor joodse christenen. Voor hen was het een grote moeilijkheid dat Jezus bekend stond als de man uit Nazareth (waarom niet Bethlehem?). Hoe kan Hij de beloofde zoon van David zijn wanneer iedereen Hem kent als de profeet uit Galilea? Mattheüs helpt zijn broeders en zusters nu door duidelijk te vertellen waarom Bethlehem schuilging achter Nazareth.

Zo komt hij uit bij een vertelling over de geboorte te Bethlehem, de vlucht naar Egypte en de vestiging in Nazareth terwille van de vervulling van de Schriften! En op die manier heeft Mattheüs toch ook nog iets gezegd over de tijd van de geboorte.

Maar nu Markus. Hij vat de prediking van Petrus samen. En Petrus vertelde overal het bekende, publieke verhaal van Jezus' optreden in Palestina, te beginnen bij Johannes de Doper (verg. Handelingen 10:37-43). Petrus begon zijn eerste prediking niet bij Jezus' geboorte, maar bij zijn grote en algemeen bekende daden. En hij laat zien welke betekenis dit optreden van Jezus heeft. Het is dan ook geen wonder dat Markus als tolk van Petrus niet toekomt aan een verhaal over de geboorte van de Heiland.

Johannes
Wat Johannes betreft, kunnen we kort zijn. Hij schrijft geen volledig, doorlopend verhaal. Hij geeft aanvullende documentatie bij de stelling dat Jezus de Christus is, de zoon van de levende God. Hij weet dat het Woord vlees geworden is (Johannes 1:14), maar hij weidt daar niet over uit. Hij haast zich om enkele persoonlijke herinneringen uitvoerig op te schrijven ter versterking van het reeds bekende evangelie.

Wanneer wij nu terugkijken naar de vier evangeliën zien we dat de lijdensgeschiedenis als publiek gebeuren binnen ieders doelstelhng viel, maar dat de geboortegeschiedenis niet binnen ieders opzet een plaats kon krijgen. Het zou onjuist zijn om nu te concluderen dat die geboortegeschiedenis dus minder belangrijk is.

Verzwegen geboorte?
Maar is het dan, dieper weg, niet vreemd dat Jezus zelf zo weinig aandacht aan Zijn bijzondere geboorte heeft gegeven? We krijgen diverse lijdensaankondigingen uit zijn mond te horen, maar geen geboorteberichten. Hij beroept zich nooit op de engel Gabriël of op de engelenzang.

Om dit te begrijpen, moeten we in rekening brengen dat de Heiland in vernedering tot Israël kwam. Hij was geboren te Bethlehem, maar liet zich beschimpen als "die Nazireeër". Hij was ontvangen van de Heilige Geest, maar liet de mensen spotten dat Hij toch nooit veel kon zijn als lid van de familie Jozef, Maria, Jakobus enz.

Hij verhief zijn stem niet en probeerde de smaad niet tegen te spreken. Zijn daden spraken duidelijk genoeg voor wie geloven wilde! Bovendien heeft de Heiland wel steeds gezinspeeld op iets bijzonders in Zijn verschijning. Steeds weer spreekt Hij raadselachtig over zichzelf als over iemand die op aarde is gekomen.

Wij mensen worden geboren op aarde en daarna komen we hier of daar, maar Jezus zegt niet alleen dat Hij geboren is, maar ook dat Hij op aarde gekomen is. Soms zegt Hij dat Hij „van boven is gekomen". Wat zit daar achter? Wie in Hem gelooft, vraagt ernaar. Maar de scharen die niet geloven, laten het aan zich voorbijgaan.

Patroon
Bij nader toezien blijkt dus dat de wonderlijke komst van Jezus (uit de hemel) wel degelijk al een plaats heeft in Zijn eigen prediking. Ook is zij voorondersteld in de apostolische prediking over Jezus die optrad als de zoon van God. Dat de vier evangeliën niet alle vier de geboorte als geschiedenis opnemen, hangt samen met hun verschillende doelstellingen en achtergrond.

Dat de kerk in haar belijdenis de gebeurtenissen achteraf opsomt en in het gelid zet, strijdt dus zeker niet met de bedoelingen van de Heiland of van de apostelen. Het perspectief van Passie en Pasen kan niet worden afgeleid uit kwantitatieve gegevens met betrekking tot de spreiding van verhalen over de vier evangeliën. Over dit perspectief zullen we moeten spreken vanuit het geheel van de Schrift.

Dan leren we zien dat Gods werken een heden, een verleden en een toekomst hebben. Kijkend naar Passie en Pasen worden we teruggeleid naar de liefde van God die voor dit alles Zijn Zoon op aarde deed komen. En terugkijkend naar Bethlehem leren we terugzien naar het welbehagen van God waarin Hij besloot de wereld in Christus met zich te verzoenen. De achtergrond van Gods werken blijkt onpeilbaar diep: „O diepte des rijkdoms!" En dat geldt ook van de toekomst.

Kleine mensen
Het is voor kleine mensen gevaarlijk om te denken dat zij het centrum en uitkijkpunt hebben gevonden vanwaaruit Gods werken gemakkelijk als met één blik overzien kunnen worden. Het is beter om bescheiden èn dankbaar in het kerkelijk jaar meer dan één feest te vieren. Pas in het nieuw Jeruzalem vloeien die feesten samen tot de bruiloft van het Lam: Misschien dat we dan hoog genoeg zitten om het hele landschap van Gods werk te overzien! i< />

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 april 1995

Terdege | 79 Pagina's

Wat is belangrijker?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 april 1995

Terdege | 79 Pagina's