Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kajafas profetie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kajafas profetie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kajafas profeteerde dat Jezus sterven zou voor het volk. Joh. 11 : 49-51.

„Wat zullen wij doen”, zo vraagt de Joodse raad, die het voor de Heere Jezus niet wil verliezen om te komen aan Zijn voeten.

„Indien wij Hem alzo laten geworden, zij zullen allen in Hem geloven en de Romeinen zullen komen en wegnemen beide onze plaats en ons volk.”

Ondergaan om verloren te gaan, is voor deze mannen van de Raad het schrikbeeld. En door niet te geloven in de Heere Jezus hebben zij geen uithelper.

Maar zo is het niet, zeide Kajafas. Van verloren gaan is hier geen sprake, het zal echt niet gebeuren.

De hogepriester is voor de Joodse Raad als een advocaat die al de godsdienstige moeilijkheden naar zijn inzicht weet op te lossen.

Bestraffend zegt hij tot deze weifelende mannen: „Gij verstaat niets, en gij overlegt niet dat het ons nut is, dat één mens sterve voor het volk, en het gehele volle niet verloren ga.”

Zie, met enkele woorden zijn al de godsdienstige problemen weggevaagd. Zonder de naam van de Heere Jezus te noemen weet de Raad wat Kajafas bedoelt. Want, „van die dag af raadslaagden zij tezamen dat zij Hem doden zouden.”

De mens kan het in zijn eigenwillige godsdienst stellen met een denkbeeldige verzoening en met wat eigengerechtigheid als droggrond voor de eeuwigheid. Op de grote verzoendag zal Kajafas zowel voor het één als voor het andere zorgen. Maar de levende en van God geschonken Zaligmaker moet weg.

Hij moet sterven. Met Hem willen en kunnen zij niet leven. En vanaf Kaïn is dat al zo geweest en dat duurt nog voort, de mens wil leven vanuit de wortel van eigengerechtigheid en naar het woord van Satan zal hij niet sterven. Het is een verschrikkelijke godsdienstigheid waarvan de mens zich met al zijn rechtzinnigheid niet kan bevrijden.

Alleen door Gods genade kan het in ons hart en leven worden een afgesneden zaak, zodat wij komen te staan in de dood der onmogelijkheden, om gered te worden door het wonder van Gods genade. En dat hebben wij telkens weer nodig daar wij vanwege onze godsdienstige verdorvenheid het altijd weer buiten de Heere om in orde zoeken te krijgen. Wij houden Hem voor ’t laatst. Op de leerschool van Jezus Christus leren de levenden uit de bron van Gods souvereine genade leven. Dan leeft Hij in ons hart en ons hart leeft in Hem. Alles wat van de mens is snijdt de Heere er af door de ontdekkende en ontgrondende werkingen van de Heilige Geest.

De volvoering van Gods Raad is niet te keren.

Kajafas moet er zelfs nog uit kracht van zijn ambt profetisch van spreken. „En dit zeide hij”, zegt de Schrift, „niet uit zichzelf, maar zijnde hogepriester deszelfs jaars, profeteerde hij, dat Jezus sterven zou voor het volk.”

In één mens heeft het ganse geslacht van Adam zich losgescheurd van God door in hem moedwillig te eten van de verboden boom.

Zodat wij alleen door de gehoorzaamheid van de tweede Adam Jezus Christus van dat oordeel bevrijd kunnen en moeten worden tot verkrijging van de eeuwige zaligheid. Waartoe de innerlijke geloofsvereniging met Hem in het geloof een eerste vereiste is.

Door Kajafas werd ’t paasoffer der verzoening voor het laatst geofferd, hij was de man, die de ordening van Aäron voor altijd afsloot, om onder te gaan in het duister der ongerechtigheid en dat met al zijn denkbeeldige gerechtigheid.

De enige Hogepriester Jezus Christus heeft Zichzelf Gode de Vader onstraffelijk opgeofferd naar de ordening van Melchizedek. Hij heeft niet alleen de vloek der wet gedragen, maar ook het recht der wet vervuld. Het hoofd buigende gaf Hij de geest. Uit liefde tot Gods heilige wet boog de Borg voor de majesteit van Gods recht, om het oordeel des doods en der verdoemenis te verslinden tot zaligheid voor allen, die Hem daarin mogen omhelzen.

„Zo is er dan geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.”

En toch is het voor vele levenden, die dorsten naar de verzoening met God een totale onmogelijkheid te komen tot de omhelzing van Hem, Die het heeft uitgeroepen: „Het is volbracht.”

Laat het u duidelijk zijn, dat Christus die verzoening door voldoening heeft verdiend door te buigen voor de majesteit van Gods recht.

Plaatsbekledend was Zijn ziel geheel bedroefd over de daad der zonde, die Hem als borg was toegerekend. Buigend voor de majesteit van het recht heeft Hij uit liefde tot Gods wet de straf der zonde gedragen tot in de vloekdood des kruises.

Vanuit Hem nu, bedrukten en bedroefden, die van de bloedwreker nog niet bevrijd zijt, al is het heden der genade voor u de vrijstad om te zuchten onder de vloek der wet, en te leren buigen voor de majesteit van Gods recht.

Ge moogt vanuit Zijn droefheid bedroefd zijn over het zondigen tegen de Heere. Doch ten volle kunt ge dat kwaad niet bewenen. Dat is alleen in Zijn borgtochtelijk wenen, want onze zonden moesten naar de eis van Gods recht ten volle beweend worden. En zo is het ook vanuit Hem van ganser harte te leren buigen voor de majesteit van Gods recht. Vanuit Zijn liefde tot Gods recht en wet is het een heilige vanzelfheid een welgevallen te bekomen aan de straf van onze ongerechtigheid, zodat uw hart niets op God tegen heeft. Zijn doen is voor u majesteit. En u wilt toch door recht verlost worden. Uw hart kan het toch niet verdragen uit liefde tot de Heere, dat Hij in Zijn recht gekrenkt zou worden, ter wille van uw zaligheid. In dat verband zegt de Heere: „Dan zal Ik gedenken aan Mijn Verbond.” Zodat de Heere in het borgtochtelijk sterven van Christus, door Hem daarin te omhelzen als geschenk van de Vader, Zijn vergevende hef de laat vloeien in uw hart. En dat verblijdt de wet als bloedwreker die u was een tuchtmeester tot Christus, zodat uw hart nu heeft een innig vermaak in de wet van Christus.

Nijkerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Kajafas profetie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's