Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Spopende en Bitziende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Spopende en Bitziende

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Romeinen 1:2 en 3.

(Hetwelk Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften), Van Zijn Zoon Die geworden is uit den zade Davids naar het vlees.

HOPENDE: De vorige keer hebben we dus een begin mogen maken met de bespreking van de zendbrief van de apostel aan de Romeinen. Hij mocht van zichzelf spreken als Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie Gods. We hebben er zomaar even iets van gezegd, wat dit opschrift inhield. Hij, die eerst Saulus van Tarsen was, een vervolger van de gemeenten des Heeren, heeft zich nu met zijn nieuwe naam genoemd en mocht van zichzelf spreken als een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie Gods. Er zou over het apostelschap op zichzelf ook nog genoeg te zeggen zijn. Maar men moet in acht nemen dat we maar in alle eenvoud met elkaar over de voornaamste dingen willen spreken die in deze zendbrief onze aandacht vragen en ons doen overdenken hoe de Heere Zich verheerlijkt in het werk van vrije genade. Paulus is toch in het bijzonder wel tot een toonbeeld van de vrije soevereine genade Gods gesteld. Hij, die een vervolger van Christus en Zijn Kerk was, bitter vijandig tegen de leer van de vrije soevereine genade Gods, is een apostel, een gezant des Heeren geworden, om het Evangelie van de vrije genade Gods in het bijzonder onder de heidenen te verkondigen. En zo mocht hij de waarheid bevestigen van wat de Heere al door de mond der profeten gesproken had en ook had doen beschrijven. Daarom horen we hem nu zeggen in het 2e vers: „Hetwelk Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften". De geschriften der profeten hadden de Joden nu wel hoog staan, hoewel ze de profeten zelf in hun tijd ook hebben verworpen. Dat Jezus van Nazareth echter de Persoon was. Die in de geschriften der profeten was aangewezen als de Middelaar Die in de wereld komen zou, wilden de Joden nog niet geloven en tot op de huidige dag lezen ze zo de profetieën niet.

UITZIENDE: Maar Paulus laat ons dus hier weten dat hij de profetieën anders was gaan lezen dan tevoren. Hij mocht aan de voeten van Gamaliel onderwezen zijn, maar voor Gamaliel waren de profetieën ook maar een gesloten boek. Die heeft hem ook de Middelaar niet aangewezen uit de profetieën, zoals de profetieën zulk een duidelijk getuigenis van Hem gaven. Arme hoogleraars, die hun leerlingen aangaande de weg der zaligheid niet weten te onderrichten. Daarom komen er zoveel letterknechten van de hoge scholen af, die met allerlei theorieën onder een gebruik van veel vreemde woorden de mensen onwetend laten aangaande hetgeen ter zaligheid gekend moet worden, ja, die ze op een dwaalweg brengen die ze ten eeuwigen verderve voert. In Paulus kunnen we het toch wel heel duidelijk zien, dat er een wonder van boven moet gebeuren in ons leven, om werkelijk de verborgenheid van het Evangelie van Gods genade aan anderen bekend te maken. Paulus heeft in de Schriften mogen vinden wat hij er tevoren nooit in had ontdekt. Het deksel was van zijn hart weggenomen. Geen twijfel was er meer bij hem te vinden aangaande hetgeen de profetieën hadden vermeld van de Zoon van David naar het vlees. Hoe zien we hierin dan toch duidelijk, dat we de Schrift anders moeten leren lezen dan dat we van nature doen. Een bovennatuurlijke verlichting van Gods Geest kan ons de inhoud van Gods Woord pas recht doen verstaan. Het is dan ook niet te loochenen dat de Geest in het hart ons moet doen weten dat de Geest in het Woord de Waarheid is. En die Geest getuigt van Christus, zoals Hij ons in het Woord wordt a'angewezen.

HOPENDE: De ware zielsbevinding deed Paulus een krachtige getuige worden van de waarheid van de inhoud van de Schriften der profeten. Het kan aangevoeld worden, of een leraar zomaar met wat letterwijsheid de schare onderricht, of dat hij uit een innerlijke overtuiging des harten Gods Woord mag verkondigen. De apostel Petrus kon zeggen: „want wij zijn geen kunstiglijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekendgemaakt hebben de kracht en de toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit". En de apostel Johannes begint zijn brief met te schrijven: „Hetgeen van den beginne was, hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, hetgeen wij aanschouwd hebben en onze handen getast hebben van het Woord des levens; (want het Leven is geopenbaard en wij hebben Het gezien en wij getuigen en verkondigen ulieden dat eeuwige Leven, Hetwelk bij den Vader was en ons is geopenbaard). Hetgeen wij dan gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben en deze onze gemeenschap ook zij met den Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus". Paulus had wel niet met de andere apostelen met Christus omgegaan tijdens Zijn omwandeling op aarde, maar Christus had zich toch op een bijzondere wijze aan hem geopenbaard. En zo mocht hij er zeker van zijn, dat Hij Die geworden was uit den zade Davids naar het vlees, de Zoon van God was.

UITZIENDE: Ik geloof dat al degenen die de Persoon des Middelaars mogen leren kennen tot hun zaligheid daar zeker van mogen zijn. Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, zal ik nooit kunnen vergeten hoe ik eens ergens iemand begraven moest die ik in zijn leven niet gekend had. Toen ik ter plaatse kwam waar de rouwplechtigheid moest plaatsvinden, zag ik, dat er niet alleen veel belangstellenden waren, maar ook waren daar veel kinderen Gods aanwezig. De eigen zuster van de overledene mocht ik wel kennen en van haar mocht ik weten dat zij ook de genade Gods deelachtig mocht zijn. Ik vroeg daarom even aan haar of er van haar broer iets goeds te vermelden was. En op de haar zo smakelijke wijze ging ze me vertellen hoe de Heere Zijn genade in het leven van haar broer verheerlijkt had en hoe hij na een weg van ware schuldovertuiging en ontdekking in zijn verlorenheid tot de kennis van die Persoon des Middelaars gekomen was. Die Persoon had zich in een nacht zeer dierbaar aan zijn ziel willen openbaren. Hij was touwslager en hij moest die dag met touw naar de Joden in Amsterdam. Hij ging echter wel naar Amsterdam, maar vergat zijn touw. Maar toen hij zonder touw daar bij de Joden te Amsterdam was aangekomen, moest hij hun vertellen, dat hij zijn touw vergeten was. Maar hij heeft ze toen gezegd: „Nu zeggen jullie dat Jezus van Nazareth de ware Messias niet is geweest, maar ik kan jullie vértellen dat ik deze nacht heb mogen ondervinden dat Hij de Zaligmaker is". Misschien heb ik u dit al een keer meer verteld, maar we praten ook al zolang met elkaar en ik geloof niet dat het zo erg is als ik dit nog eens herhaal. Wat heb ik die begrafenis toen toch gemakkelijk mogen doen! De Heere gaf getuigenis aan wat zijn zuster mij had medegedeeld. Ik heb het gevoeld dat ik één van Christus' schapen mocht begraven.

HOPENDE: Zo heeft Paulus het ook mogen weten, dat de Zoon van God in de wereld was gekomen en dat Hij was geworden uit den zade Davids naar het vlees. Hij verkondigde dus een Schriftuurlijkebevindelijke Waarheid. De inhoud van de brief van de apostel aan de Romeinen is geen gemoedelijk praatje. Als de Heere het geeft om nog wat met elkaar te spreken over de inhoud van deze zendbrief, dan zullen we wel zien van welk een zakelijke inhoud deze zendbrief is. Paulus was een farizeeër geweest, maar dat was hij nu nog. De benaming farizeeër heeft de betekenis van afzonderen. Van de farizeeërs moest men geloven dat ze een meerdere heiligheid bezaten dan anderen. Daarom werden zij afgezonderd tot een bijzondere levenswandel in een nauwgezette betrachting van de wet. Maar Paulus noemt zich nu een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie Gods. Wat de Heere beloofd had door de mond der profeten, had Hij nu in vervulling doen gaan in de komst van Zijn Zoon in het vlees. Zo mocht Paulus dus nu een prediker van het Evangelie der vervulling zijn. De Middelaar was in de wereld gekomen. Waar de gelovigen van de oude dag met een reikhalzend verlangen naar hadden uitgezien, was nu gebeurd. En zo mogen wij nu ook onder dat Evangelie der vervulling leven. Zo horen we de apostel in Hebreeën 11 zeggen: „En deze allen, hebbende door het geloofgetuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen. Alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden". Wij behoeven dus naar de vervulling van de beloften Gods in de komst van Christus in het vlees niet meer uit te zien. Maar toch zijn er gelovigen van de oude dag geweest, die meerdere geloofskennis mochten bezitten dan de gelovigen van de nieuwe dag. Er zijn er nog die in bekommeringen hun weg gaan, missende de vervulling van de beloften Gods. Maar we hopen daar nog wel over te mogen spreken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1990

De Wachter Sions | 8 Pagina's

Spopende en Bitziende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1990

De Wachter Sions | 8 Pagina's