Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De regeling van ons Kerkelijk leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De regeling van ons Kerkelijk leven

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer u de op last van de Geref. Gemeenten in Nederland door Ds. Kersten uitgegeven Dordtse Kerken-ordening (D.K.O.) opslaat, leest u in art. 1: „Om goede orde in de gemeente Christi te onderhouden, zijn daarin noodig de Diensten, Samenkomsten, Opzicht der leer, Sacramenten en Ceremoniën en Christelijke straf; waarvan hierna ordelijk zal gehandeld worden."

Het doel van de D.K.O. is dus: „om goede orde in de gemeente Christi te onderhouden". Dit is zeer noodzakelijk, want God is een God van orde (1 Cor. 14: 40). Met „gemeente Christi" wordt hier bedoeld de gelovigen over heel het land. Of zoals Voetius het uitdrukt: „het kerkelijk volk, zowel over heel het land als op een bepaalde plaats". Deze D.K.O. nu is accoord van kerkelijke gemeenschap voor de Geref. Gemeenten in Nederland.

Voor de goede orde van het kerkelijk leven zijn vier dingen noodzakelijk. Daarom handelt de D.K.O. van:

I. De Diensten (Art. 2-28).

Met opzet wordt gesproken van „diensten", omdat de nadruk hier moet vallen op „dienen". Deze diensten zijn door God in Zijn kerk ingesteld. Ze zijn niet van menselijke, maar van Goddelijke oorsprong. Christus heeft Zijn apostelen in de wereld uitgezonden (Joh. 20: 21). „En God heeft er sommigen in de gemeente gesteld, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmakingen, behulpsels, regeringen, menigerlei talen" (1 Cor. 12: 28).

Anderzijds ontvangt de gemeente de vermaning zich aan deze bedieningen te onderwerpen. „Gedenkt uwen voorgangeren, die u het woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling. (Hebr. 13: 7). Zie ook Hebr. 13: 17.

II. De kerkelijke samenkomsten (Art. 29-52).

Met „samenkomsten" wordt hier niet bedoeld de bijeenkomst van de gemeente op de dag des Heeren. Niet alsof dat niet van belang is. Integendeel, daar wijst ons de apostel op in Hebr. 10: 25: „En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoo veel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert."

Vooral in deze tijd kan er niet genoeg op gewezen worden, dat we op de dag des Heeren naarstiglijk opkomen in Gods huis.

De D.K.O. doelt met „samenkomsten" op de kerkeraad, de classis, de particuliere synode en de generale synode. Deze samenkomsten zijn nodig om elkander te helpen en bij te staan. In Gods Woord lezen we daar ook van. Lees maar eens na: Hand. 1; Hand. 6 en Hand. 15.

III. De Leer, Sacramenten en andere Ceremoniën (Art. 53-70).

Opzicht der leer is zeer zeker noodzakelijk, zoals Paulus ons zegt in zijn afscheidspredicatie tot de opzieners van de gemeente van Efeze: „Zo hebt dan acht op uzelven en op de gehele kudde, over welke de Heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed." (Handelingen 20: 28).

Doch niet alleen opzicht over de leer is nodig, ook opzicht over de Sacramenten, opdat de toorn Gods niet over de gemeente verwekt worde (1 Cor. 11: 27-34).

Met ceremoniën worden hier niet bedoeld de Oud-Testamentische ceremoniën, want die waren schaduwen van het lichaam, dat ze afwierp. (Col. 2: 17). Maar de D.K.O. spreekt hier van de kerkelijke ceremoniën of plechtigheden, omdat ook in de eredienst alles „eerlijk en met orde moet geschieden."

IV. De Censuur en Kerkelijke vermaning. (Art. 71-86).

Voor „de goede orde" is ook deze noodzakelijk. Deze sleutelmacht is ingesteld door Christus (Matth. 18: 15-18.

De censuur is een kerkelijk oordeel over een zondaar: een middel om hem te brengen, daar, waar hij niet is. De kerkelijke tucht draagt daarom een medisch en niet een juridisch karakter.

In dit artikel hebben we slechts de korte hoofdinhoud gegeven der D.K.O. Bij de verdere behandeling hopen we D.V. op verschillende zaken wel uitvoeriger in te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1946

Daniel | 8 Pagina's

De regeling van ons Kerkelijk leven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1946

Daniel | 8 Pagina's