Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog toekomst.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog toekomst.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog toekomst. Tenslotte dringt de vraag zich aan ons op: is er voor het joodse volk nog toe-

komst? Wij menen deze vraag met ja te mogen beantwoorden op grond van diverse getuigenissen uit Gods Woord. In Romeinen 9 betuigt de apostel Paulus zijn droefheid over de hardnekkigheid der Joden tegen Christus. In het volgende hoofdstuk spreekt hij zijn genegenheid tot zijn volk uit, hetgeen tot uiting komt in zijn gebed voor hen. In hoofdstuk II geeft hij op de vraag: „Heeft God Zijn volk verstoten", het positieve antwoord: , , Dat zij verre, God heeft Zijn volk niet verstoten, hetwelk Hij tevoren gekend heeft". Dit bewijst hij in de eerste plaats door zichzelf ten voorbeeld te stellen: „Ik ben ook een Israëliet, uit het zaad Abrahams, van de stam Benjamin". In de tweede plaats herinnert hij aan de tijd van Elia, toen het grootste deel van het volk aan de verering van Israëls God ontrouw was geworden en God 7000 mannen had overgehouden die de knieën voor Baiil niet gebogen hadden. Ook in de tegenwoordige tijd is zulk een overblijfsel gebleven, zegt Paulus, en hierbij denkt hij aan dat deel van Israël dat in Jezus als de Christus gelooft.

In vers 25 gaat de apostel over naar de verkondiging van een verborgenheid, wanneer hij zegt: de verharding is voor een deel over Israël gekomen, tot de volheid der heidenen zal ingegaan zijn: n alzo zal geheel Israël zalig worden". Het woord verborgenheid of mysterie heeft de betekenis van een verborgen goddelijk raadsbesluit, dat aan het eind der tijden zich gaat verwerkelijken. Deze betekenis is op vrijwel alle plaatsen in het Nieuwe Testament duidelijk aanwezig. Bijvoorbeeld in wat dc apostel in 1 Cor. 15 : 51 meedeelt over de verandering van hen die nog in leven zijn wanneer de bazuin zal klinken. Ook hier zegt Paulus een mysterie mee te delen. Deze perikoop over het mysterie van Israël wijst er, volgens de meeste ver? klaarders, op dat, nadat het volle getal der heidenen, door God uitverkoren, het Koninkrijk Gods zal zijn binnengegaan, een groot aantal Joden het Evangelie van Christus zal aannemen. Reeds de kerkvaders uit de eerste eeuwen zien in dit schriftgedeelte een aanwijzing van een massale jodenbekering in de toekomst.

Luther, die in een geschrift van 1543 de Joden zonder meer de verworpenen noemt, commentarieert over Rom. 11 : 25: Zo zullen ook de Joden, die Christus hebben uitgeleverd aan de heidenen, waar Hij nu heerst, eindelijk tot Hem gekomen, gedreven door honger naar het Woord, en zij zullen Hem temidden van de heidenen aannemen".

We zien, dat Luther „gans Israël" niet betrekt op het geestelijk Israël, maar op het volk Israël, evenals later verschillende gereformeerde theologen uit de 17e eeuw, zowel engelse als nederlandse. Zo verwachtte Brakel, en later werd hij hierin gevolgd door dc mannen van het Reveil als Cappadose en Da Costa,

dat de gehele Joodse natie zich zou bekeren.

Hij zegt: niet dat ze allen waarlijk wedergeboren en de eeuwige zaligheid zullen deelachtig worden, maar ze zullen allen erkennen en belijden dat Jezus is de Christus, de beloofde Messias, de Zaligmaker". Op grond van verschillende teksten uit het Oude Testament gelooft Brakel ook, dat de Joodse natie in het land Kanaan hersteld zal worden en dit land tot grote bloei zal brengen. Hij zegt met nadruk dat in de door hem aangehaalde teksten ook gesproken wordt over de geestelijke goederen van het Nieuwe Testament, maar even stellig hebben vele teksten voor hem een letterlijke betekenis. Als hij bv. Amos 9 : 14, 15 aanhaalt, waarin de Heere belooft dat Hij de gevangenis van Zijn volk Israël zal wenden, dat zij de verwoeste steden zullen herbouwen en bewonen, dat Hij ze in hun land zal planten en dat ze niet meer zullen worden uitgerukt uit hun land dat Hij hun gegeven heeft, zegt hij dat dit schriftgedeelte onmogelijk betrekking kan hebben op de periode na de Babylonische ballingschap.

Immers na de terugkeer uit Babel heeft het volk het land maar 500 jaar bezeten. Daarom is deze terugkeer nog te verwachten. Zoals we hebben gezien is de verwachting van Brakel, wat de terugkeer naar het land Kanaan betreft, in vervulling gegaan.

Iioe is thans de geestelijke situatie in de staat Israël?

Het is opvallend, dat voor de overgrote meerderheid der huidige Joden het leven aan de leiband der rabbijnen voorbij is. Vooral de jonge mensen in de staat Israël zijn er in groten getale van overtuigd dat het systeem van gebruiken en geboden, dat zoveel diensten heeft bewezen ter conservering van het Jodendom in de gang van de ballingschap, in deze moderne maatschappij slechts remmend werkt en daarom voorgoed zijn tijd heeft gehad.

Ook willen wij het feit onderstrepen, dat er in de waardering van de persoon van Jezus van Nazareth de laatste halve eeuw verandering is gekomen. Er bestaat een toenemende neiging, Jezus te erkennen als een groot profeet, een edele uit Israël, die zijn volk en de wereld iets te zeggen heeft. Velen zijn trots op Hem. Haat en verachting van Jezus zijn bezig te verdwijnen. We denken hier aan de grote joodse wijsgeer, die twee jaar geleden op 87-jarige leeftijd is overleden: Martin Buber. Deze filosoof had grote belangstelling voor het Christendom en bewondering voor Jezus. Hij noemt Hem „de centrale Jood" en later „mijn grote broeder". Hij wijst Hem echter af als de Christus der Schriften. Hierin vormt hij geen uitzondering. Het aantal Joden, dat Jezus als Messias belijdt, is uiterst klein, in Israël evengoed als daarbuiten. Een Jood, die zich laat dopen wordt door zijn volk niet langer als Jood erkend; precies als vroeger.

Tot nu toe ligt een deksel op het hart der Joden. Doch zo wanneer het volk Israël tot de Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen (2 Cor. 3 : 16).

Wij willen deze verhandeling besluiten met enkele adviezen, die Wilhelmus a Brakel in zijn Redelijke Godsdienst geeft met betrekking tot de Joden.

Veracht de Joodse natie niet: roemt niet tegen de takken, die natuurlijke takken zijn van die olijfboom, in welke gij, als takken van een wilde olijfboom, tegen de natuur zijt ingeënt.

Hebt medelijden met hun staat, die zo zeer ellendig is naar het lichaam, zijnde tot verachting en versmaadheid onder alle volkeren, een rechtvaardig oordeel van God over hen, wegens de verwerping van Christus; en nog ellendiger zijn zij naar de ziel, hatende de Heere Jezus, de ware Messias, levende in een staat, in welke ze niet zalig kunnen worden.

Bidt voor hun bekering. Hoe hebben zij

gebeden om de bekering der heidenen. Hoe hebben zij zich verblijd in de profetieën, dat de heidenen nog eens zouden bekeerd worden. Doet gij dan ook zo voor hun bekering, want gij kunt dat in het geloof bidden, dewijl zij zekerlijk nog bekeerd zullen worden.

Toont door een heilig leven, dat gij wandelt in de voetstappen van hun vader Abraham: het leven van vele zogenaamde Christenen ergert hen en houdt hen af van het geloof in Christus.

Neemt somtijds de gelegenheden waar om vriendelijk met hen te spreken en Uw toegenegenheid tot hen aan hen bekend te maken.

Toont hen, dat de mens uit de werken niet gerechtvaardigd kan worden voor Woensdag 9 augustus God; bewijs hun uit het Oude Testa-Job 1 Handel. 22 : 1-21 ment dat de Messias met zijn dood de zonden Donderdag zou voldoen, 10 augustus de mens met God verzoenen en zielen bekeren. Job 2 Handel. 22 : 22-30 en 23 : 1-10

Misschien zoudt gij er nog één behouden: mmers Vrijdag gij 11 hebt augustus Uw plicht gedaan, en 't zal Uw ziel vermaken, dat gij het Job 3 Handel. 23 : 11-35 gedaan hebt.

De Heere Zaterdag zij 12 zijn augustus oud volk genadig! Och, dat de Verlosser uit Zion kwame, Job 4 Handel. 24 en de goddeloosheid afwende van Jacob!

Dan zou zich Israël verblijden en de heidenen zouden juichen en gezamenlijk zouden ze de Heere eer en heerlijkheid en dankzegging geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1967

Daniel | 15 Pagina's

Nog toekomst.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juli 1967

Daniel | 15 Pagina's