Bezinning op het huisbezoek

(7)

Biddend tegemoet zien

Er is niet alleen sprake van huisbezoek brengen, maar evenzeer van ontvangen. De kernvraag daarbij is: Hebben we als gemeenteleden onszelf ook biddend op het komende huisbezoek voorbereid? Veel huisbezoeken werpen weinig vrucht af, omdat ze niet biddend tegemoet zijn gezien. Het bijbelse gezicht op de betekenis van het huisbezoek ontbrak dan. Als het goed is, is er ook in de gezinskring een voorbereiding op de komst van de ouderlingen. Zo is het van groot belang, dat moeder de jonge kinderen, die bij het huisbezoek zullen zijn, daarop voorbereidt. Laat ze iets vertellen over de betekenis van het huisbezoek. Onze jonge kinderen moeten weten, dat de ambtsdrager ook aan hen een eenvoudige vraag zal stellen. Laat de moeder het kleine kind ook helpen om bij het avondgebedje te vragen of de Heere Zelf het huisbezoek wil zegenen. De vader kan met de oudere kinderen een gesprekje hebben over de bedoeling van het huisbezoek. In ieder geval rust op hem als priester in het gezin de taak om in het gebed aan tafel enkele dagen voor de datum van het bezoek de Heere te vragen om een zegen voor de ouderlingen en voor het gehele gezin.

Als we het huisbezoek meer biddend tegemoet zouden zien, zou het ongetwijfeld ook meer vrucht afwerpen. De Heere wil gebeden zijn... Het woord van Paulus sluit ook het huisbezoek in: Laat uw begeerte in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God" (Filip. 4 : 6).

Daarnaast behoren bij het ontvangen van huisbezoek ook een aantal andere zaken, die onze aandacht waard zijn.

Het maken van de afspraak

Laten wij als gemeenteleden alle medewerking verlenen bij het maken van een afspraak. De ouderling die tot taak heeft het huisbezoek te regelen, wordt in onze tijd vaak teleurgesteld. En dat is lang niet altijd een gevolg van het feit, dat wij leven in een maatschappij die heel wat gecompliceerder is dan die van vijftig jaar geleden. Soms worden alle mogelijke wissewasjes gebruikt om het huisbezoek te verschuiven. Men zou juist op visite gaan... Er zou een goede kennis op bezoek komen... Men is lid van een zangvereniging en men kan de repetitieavond toch niet overslaan...

Er komen af en toe gevallen voor, waarbij een ouderling wel vier keer bellen moet om tot een afspraak te komen. Dat is, als we eerlijk met elkaar omgaan, tenminste twee keer te veel. Christus zegt ten aanzien van de dragers van het door Hem verordineerde ambt: Die u ontvangt, ontvangt Mij..." (Matth. 10 : 40). Laten wij beseffen, dat het huisbezoek niet te vergelijken is met enig ander bezoek. De ambtsdragers staan in dienst van Christus. Zij komen uit Naam van Christus. Ambtsdragers behoren geëerd te worden om hun arbeid in het Koninkrijk Gods. Als er eerbied is voor het ambt, dan is het geen vraag of wij ónze plannen zullen wijzigen. Dan zetten we de deur op de gevraagde of aangekondigde tijd wijd open...

Aanvaarding van de ambtsdragers

Een enkele keer komt het voor, dat een kerkeraad van een gemeentelid te horeq krijgt welke ambtsdragers welkom zijn voor huisbezoek en welke niet. Als regel is dat een uiting van een puur vleselijke, onbijbelse waardering van het ambt. Het spreekt vanzelf, dat een kerkeraad daarop nooit kan ingaan. De Heere vraagt immers van ons als gemeenteleden, dat wij elke ambtsdrager, die Hij tot ons zendt in Zijn naam, ook innerlijk aanvaarden. Dat vloeit zonder meer voort uit opdracht van de apostel Paulus: Wij bidden u broeders, erkent degenen die onder u arbeiden en uw voorstanders zijn in de Heere, en u vermanen. En acht hen zeer veel in liefde om huns werks wil". (1 Thess. 5 : 20). Er bestaan tussen de ambtsdragers onderling grote verschillen in karakter, leeftijd, gaven en genade, maar elke ambtsdrager is een gezant van Christus. Zo komt hij uw huis binnen om zijn werk te doen in naam van Zijn Koning. Hoe dikwijls wordt dat vergeten. Ouders spreken soms hun voorkeur of hun kritiek uit ten aanzien van een bepaalde ambtsdrager in het bij zijn van hun kinderen. Wie zo als opvoeder wind zaait, zal later storm oogsten... Laten we toch geduld hebben met de gebreken en zwakheden van onze ambtsdragers. Daarin komt de Heere met Zijn zegen mee. Dat voorbeeld geeft een positieve instelling bij jongeren tegenover het huisbezoek, de ambtsdragers en de gemeente des Heeren in het algemeen.

Openheid

Wat is het een goede zaak, als ambtsdragers bij het huisbezoek door ouders en kinderen in alle openheid tegemoet getreden worden. Dat geeft een ontspannen sfeer en vergemakkelijkt het werk ten zeerste.

Laten we toch eerlijk en oprecht ingaan hoe we onder de prediking verkeren. Saboteer het gesprek over geestelijke zaken niet door van het ene onderwerp uit het tijdelijke leven op het andere te springen. We weten best hoe het ons onder de prediking vergaat. We behoeven het niet anders te zeggen dan het is. Zeg maar, dat u een bepaalde preek niet zo goed kon volgen, maar dat die ene zin u toch wel heeft getroffen... Erken maar, dat u nog voor eigen rekening leeft. Ontwijk de vraag niet bij wie de schuld van uw onbekeerlijkheid moet worden gezocht-... Zwijg er niet over als u soms met indrukken de kerk uitgaat-... Als u met uw zonden werd bekend gemaakt. deel daar dan sober iets van mede. Verberg niet dat u jaloers bent op Gods kinderen, wanneer het Avondmaal bediend wordt. Misschien mag u wel vertellen, dat in een bepaalde preek een bepaalde vraag van uw hart uit de Schrift werd beantwoord. Verberg het niet als in een bepaalde preek uw hart geheel werd verklaard tot uw verwondering en tot uw blijdschap. Gods kinderen mogen wel eens ervaren, dat zij luisterend naar het woord in de geloofsoefening werden gesteld. Dat mag dan tot roem van Gods genade worden medegedeeld.Ging uw hart tot Christus uit vanwege Zijn spreken, laat het niet onvermeld. Is aanvechting of beproeving uw deel, vraag uw ambtsdragers om goede raad.

De afsluiting

Een passende schriftlezing kan een goede afsluiting vormen van een huisbezoek. Het gaat om een gedeelte, dat samenhangt met het besprokene. Dat vraagt van een ambtsdrager veel kennis van de Schrift. Terwijl het huisbezoek vordert, zal een ouderling zich reeds gaan afvragen welk deel uit Gods Woord in dit gezin na dit bepaalde gesprek op zijn plaats is. Ook hier geldt, dat het gelezen schriftgedeelte kort moet zijn en zeker niet langer dan acht of tien verzen. Men kan als ambtsdrager voor zichzelf een lijstje maken van geschikte Schriftgedeelten, dat men meeneemt in zijn zakbijbel. Desgewenst kan de schriftlezing nog achterwege blijven, maar er dient altijd een gebed te worden gedaan. Daarin moeten alle noden van het bezochte gezin aan de Heere worden opgedragen en onze afhankelijkheid in alles worden beleden. Wij moeten immers allen van boven geboren worden. Het geloof is niet uit ons. Het is ook na ontvangen genade altijd Gods gave en geen vanzelfsprekendheid. De geloofsoefening van een kind des Heeren is gevolg van de bediening van de Geest van Christus. Aan het brengen en het ontvangen van huisbezoek kleven altijd zonden en gebreken. Daarom kan en mag een afsluitend gebed om zegen en vergeving niet ontbreken.

Haren (Gr.),

ds. M. Golverdingen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen